Oudvaders lezen
Ds. W. Pieters | 1 reactie | 24-07-2015| 08:06
Vraag
Waarom zouden we in deze tijd nog oudvaders lezen?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Mét de Twaalf Artikelen geloven wij in de gemeenschap der heiligen. Dit betekent dat we met nog levende kinderen van God omgang hebben, om elkaar tot een hand en voet te zijn. Het betekent ook dat we met gestorven kinderen van God een band hebben. Wat zij van God hebben geleerd, vinden we niet onbelangrijk. Daarom kunnen we met smaak genieten van de geschriften uit vroegere eeuwen, vanaf het ontstaan van de christelijke gemeente. Veel kinderen van God hebben niets blijvends nagelaten. We kennen niet eens meer hun namen. Anderen hebben wel iets opgeschreven, maar in de loop van de eeuwen is het vergaan en vergeten. Nog weer anderen, zoals Augustinus, Luther en Calvijn, hebben Gods Woord verklaard niet alleen voor hun tijd, maar ook tot in onze dagen toe.
Een speciale groep van deze knechten van God vormen de oudvaders; predikanten uit de tijd van na de kerkhervorming tot ongeveer twee eeuwen geleden. Bekende namen zijn Wilhelmus à Brakel en Bernhardus Smijtegelt. À Brakel heeft zelf boeken geschreven. Van Smijtegelt zijn door gemeenteleden preken opgeschreven.
Wat is nu zo waardevol aan het lezen van de oudvaders? Voordat ik op deze vraag een antwoord probeer te geven, moet ik even iets rechtzetten. We hebben het nog al eens over dé oudvaders. Net alsof ze allemaal hetzelfde schrijven. Zo is het niet. Er zijn op sommige terreinen soms grote verschillen tussen de oudvaders. Onderling waren ze het niet altijd eens en schreven ze ook tegen elkaar.
Iemand als Theodorus van de Groe heeft zich erg eenzaam gevoeld in zijn visie op geloof en rechtvaardiging. Hij zei niet: lees de schrijvers van deze tijd maar (die wij nu oudvaders noemen). Maar hij laat merken dat volgens hem er in zijn dagen amper iemand was die een zuiver zicht had op de waarheid. Hij verwees dan ook niet naar die schrijvers die wij de oudvaders noemen, maar naar de reformatoren, Calvijn en Luther en andere schrijvers uit de eeuw van de reformatie. Het lijkt dus wel alsof schrijvers meer gezag krijgen, naarmate ze langer uit het tijdelijke leven zijn weggenomen.
Wanneer we deze dingen in ogenschouw nemen, is er geen reden om meer gezag aan oudvaders toe te kennen dan aan welke andere dienaren van Gods Woord in welke eeuw ook maar. Ook niet meer gezag aan ds. Van der Groe toe te kennen dan aan dienaren als ds. Detmar uit Ede, of ds. Catsburg uit Garderen. Het gezag dat oudvaders hadden, kon en kan alleen zijn het gezag van Gods Woord zelf. En als iemand van 24 jaar in het jaar 2015 iets schrijft of preekt, wat bijbels is, dan is het net zo waar als dat Calvijn of Datheen dat schreef.
Toch is het goed om oudvaders te lezen. Waarom? Mijn antwoord is hoogst persoonlijk: sommige predikanten in de zestiende, zeventiende en achttiende eeuw hadden meer inzicht in Gods Woord velen in onze dagen. Maar terwijl ik dit schrijf, aarzel ik. In hoeverre is dit waar? Heeft de Heere niet beloofd aan alle generaties van Zijn gemeente Zijn Geest mee te delen? En is de wijsheid die van Boven komt, niet in alle eeuwen gelijk? Zie Jesaja 59:21: “Mij aangaande, dit is Mijn Verbond met hen, zegt de HEERE: ‘Mijn Geest, Die op u is, en Mijn woorden, die Ik in uw mond gelegd heb, die zullen van uw mond niet wijken, ook niet van de mond van uw zaad (nageslacht), ook niet van de mond van het zaad van uw zaad, zegt de HEERE, van nu aan tot in eeuwigheid toe.” En Jakobus 3:17: “De wijsheid, die van boven is, die is zuiver, vol van barmhartigheid en van goede vruchten, niet partijdig oordelend, en ongeveinsd.”
Wanneer we Gods Woord onderzoeken mogen we hulpmiddelen gebruiken; uit onze dagen en uit vroegere eeuwen. Wie boeken leest als van À Brakel, Hellenbroek, Owen, Boston, Erskine of Teellinck, die merkt dat het God beliefde aan hen veel inzicht te geven in zowel Zijn Woord als in het geloofsleven van Gods kinderen. Daarom bekroont de Heere het lezen van die oude geschriften met rijke zegen ook in onze tijd.
Ook deze laatste zin is hoogstpersoonlijk: ik heb vanaf dat ik als 17-jarige oudvaders begon te lezen, veel van hun geschriften genoten en zegen van God ontvangen. Zo spoor ik u aan om, steunend op Gods Woord alleen en afhankelijk van Gods Geest alleen, ook in 2015 oudvaders te lezen.
Ds. W. Pieters
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W. Pieters
- Geboortedatum:27-06-1957
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Elspeet
- Status:Actief
Bijzonderheden:
website: dspieters.refoweb.nl
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Mijn eerste gedachte toen ik je vraag las, was:"Logisch dat iemand dit denkt of vraagt, want dit wordt zoveel genoemd".
We praten elkaar gemakshalve snel na, omdat we de inhoud van iets niet
zelf bekijken,lezen, of zelfs beoordelen.
Toch raad ik je aan om een boek te lezen uit het genre "oudvaders"
Ik zal je aanraden waarom:
1. Men denkt dat het van vroeger is en nu niet meer aanspreekt of geldt.
Dit is absoluut niet zo. Er staan meer actuele onderwerpen in, dan je verwacht.
2. Men denkt dat ze moeilijk te lezen zijn. Dit geldt misschien voor boeken in oude druk geschreven of waar het over dogmatische leerstukken gaat.
3. Men oppert ook de reactie dat het "tweedehands" is.
Je moet de Bijbel lezen.
Zeker waar dat de Bijbel het belangrijkste boek is.
Maar we begrijpen niet alles wat de Bijbel zegt en mogen daarbij boeken
lezen, die de Bijbel helpen beter te begrijpen.
4. De boeken van deze tijd zijn - om bovenstaande reden- dan "derdehands" en dus nog verder van de bron (Dé Bron) af.
5. De actuele zaken rondom bijv.socialmedia, internet kun je zo letterlijk niet
vinden in de oude schrijvers, omdat er toen zelfs nog geen radio was.
Wie weet wat voor apparatuur er over x-aantal jaren is, wat nu ondenkbaar
is en waarvan men dan gaat zeggen, dat wat wij nu hebben achterhaald is.
Mag ik je tenslotte een paar pracht-boeken aanbevelen:
John Angell James:" Wat moet ik doen om zalig te worden?"
Samuël Rutherford:" De verloren zoon"
Spurgeon: "Zoekt en gij zult vinden"
J.C.Ryle is ook zeker niet moeilijk te lezen in taalgebruik.
De verklaringen van Spurgeon over de Wonderen en Gelijkenissen van de Heiland zijn ook zeer verhelderend en duidelijk.
Ik wens je toe, dat je de vele rijke boeken zult gaan liefhebben.
(Laat teksten die men als smoes gebruikt en verkeerd citeert uit de Bijbel
over het vermoeid worden van veel lezen achterwege. Je hoeft echt niet te leven als met een boekje in een hoekje) .
Sterkte,
een trouwe refoweb-volgster.