Schietspel op de computer
Ds. H. Veldhuizen | Geen reacties | 26-06-2005| 00:00
Vraag
Als vader van drie kinderen wil ik graag eens weten of een schietspel op de computer geoorloofd is. Ik heb er zelf moeite mee, maar mijn kinderen zien het echt alleen als spel. Ze zeggen dan dat er in een boek ook geschoten wordt, b.v. oorlogsroman. Ze worden er beslist niet agressief van, maar toch is mijn vraag of dit wel kan.
Antwoord
Beste vriend,
U hebt een goede vraag gesteld. Het is goed om na te denken over waar onze kinderen mee bezig zijn, zeker als het gaat om computerspelletjes e.d., en daar als vader (en moeder), als dat mogelijk is, goede leiding aan te geven. Ik heb de indruk dat ouders op dat gebied te weinig toezicht op de kinderen houden en de kinderen teveel de eigen gang laten gaan. Terwijl het niet (meer) vanzelfsprekend is alles te accepteren wat er aan spelen en spelletjes te koop is.
Laat ik meteen maar zeggen: ik zou er niet vóór zijn dat kinderen op de computer een schietspel spelen. Uit uw vraag blijkt trouwens ook dat u aarzelingen hebt. Met een schietspel spelen is wat anders dan een oorlogsroman lezen. Een oorlogsroman geeft, als het een goede roman is, de werkelijkheid (een stukje geschiedenis) weer. Het kan soms verrijkend of verhelderend zijn om een (historische) roman te lezen, ook al is er op het gebied van romans veel wat niet goed is. Met een schietspel is dat anders. Je ‘doet’ daadwerkelijk ‘mee’. Je ‘schiet’ op dingen en eventueel op mensen en daar heb je plezier in. Ik weet niet op welk schietspel u doelt, maar er zijn computerschietspelen waarbij men een ander ‘doodschiet’ en waarbij veel bloed vloeit.
U schrijft u: ze worden er beslist niet agressief van. Nee, dat geloof ik! Maar mijn moeite zou zijn, dat ze wennen aan geweld en agressiviteit alsof dat iets is dat er gewoon bij hoort. Terwijl dat eigenlijk iets is waar een christen nooit aan kan wennen. Als het goed is huilt ons hart als er een mens of mensen neergeschoten worden, ook als dat is in oorlogstijd. De beelden op het journaal mogen ons nooit doen ‘wennen’ aan de dood van mensen, of dat nu is door een ramp of door geweld of oorlog. Ik denk aan de grote bewogenheid waarmee Jezus spreekt als Hij profeteert over de verwoesting van Jeruzalem en profetisch moeders en kinderen ziet lijden (Lukas 23:28-31). Hetzelfde zou ik ook overigens hebben bij het spelen met soldaatjes die bijna overal te koop zijn. Oorlog en geweld is nooit spel.
Nu wil ik mijn antwoord ook wat nuanceren. Aan de ene kant: ik zou er niet vóór zijn. Aan de andere kant moeten we niet wettisch zijn. Dat zou niet verstandig zijn ook. Op wettische wijze onze kinderen dingen verbieden kan betekenen dat de kinderen er juist tegenin gaan. Of de verboden van de ouders gaan hen de keel uithangen. Dat geldt natuurlijk niet als er heel duidelijk iets ge- of verboden moet worden. Maar er is een gebied waar het, mede afhankelijk van het gezin en bijvoorbeeld de leeftijd en het begrip van de kinderen, moeilijk is om heel direct lijnen te trekken. Jongeren kunnen in hun reactie dan uiterst scherp zijn. De kunst (“Kinderen opvoeden is het hoogste van de beeldende kunsten”, zei een oude kerkvader) is om naar onze kinderen toe te buigen zonder mee te buigen. Maar waar de grens ligt tussen toebuigen en meebuigen kan ik niet concreet aangeven. Dat kan trouwens per gezin en kind anders liggen. Ik geef twee voorbeelden:
1. Het monopolie-spel. Dat kan heel materialistisch gespeeld worden. Hoe meer huizen en hotels, hoe rijker te bent, en tenslotte ben je winnaar. Toch is het materialisme een groot gevaar. Ik weet van een moeder die, als het gezin monopolie speelde, als ze in het spel op de Kalverstaat (dure straat) ‘kwam’, zei: “Nou, in het echt hoef ik daar niet te wonen, hoor, geef mij maar een eenvoudig huisje”. Of, als een ander erop kwam: “Wees later maar tevreden met heel wat minder”. Ik denk dat zulke reacties voor de kinderen voor hun hele verdere leven erg waardevol kunnen zijn.
2. Ik denk aan een vader die af en toe tegen zijn zoon, die regelmatig naar een bepaalde soapserie op de TV keek, met een vriendschappelijk schouderklopje, zei: “Je bent toch eigenlijk een slaaf, Jan”. Waarop Jan, vriendschappelijk terug zei: “Ach, we zijn allemaal slaven, pa”. Maar langzamerhand ging toch de knop van de TV uit en veranderde de interesses van zoon Jan ten goede. Waarmee ik niet wil zeggen dat het zo altijd moet. Nog minder dat we nooit iets moeten verbieden. Ik noem het slechts als voorbeeld.
Concreet: Ik weet niet of de oplossing is om uw kinderen te verbieden. Ik weet uw omstandigheden niet. Hoe zijn ze aan het spel gekomen? Gekregen van vriendjes, of van een lieve tante? Of zelf gekocht? (Belangrijk om als ouders er leiding aan te geven wat onze kinderen kopen). Gaan ze, als het verboden wordt, bij vriendjes schietspelen spelen? Dan komt u van de regen in de drop.
Als richtlijn zou ik geven: Liefst, maar dan met goede motieven, geen schietspelen. En anders, misschien is dat nog beter: de kinderen zelf leren inzien in wat voor een wereld we leven. En ze leren een verantwoorde richting in te slaan. Als het oorlogspelletjes betreft zouden we in de vakantietijd eens een militaire begraafplaats kunnen bezoeken en de kinderen proberen onder de indruk te brengen van op hoe jonge leeftijd jongens sneuvelden. En als er in de krant gesproken wordt van een misdaad met geweld, zou eventueel het verdriet van de familie van het slachtoffer genoemd kunnen worden. Waarom zouden we ook niet aan tafel concreet bidden voor mensen die lijden onder geweld, bijvoorbeeld met een ramp of in de oorlog? Het gaat erom dat kinderen zien waar de zonde de mens (ons, mensen) heeft gebracht. En zien Wie de Heere Jezus is. De beste opvoeding is als we onze kinderen daar met veel wijsheid in voorleven.
Ik hoop dat u met mijn antwoord wat kunt. Gods zegen en wijsheid in het grootbrengen van de kinderen.
Ds. H. Veldhuizen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Veldhuizen
- Geboortedatum:02-01-1938
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Wapenveld
- Status:Inactief