Singuliere gaven
prof. dr. M.J. Paul | Geen reacties | 30-03-2015| 16:00
Vraag
Wat zijn singuliere gaven? Mag je bidden om gaven of is dat hoogmoedig? En hoe kun je weten wat jouw gaven zijn? In de Bijbel lees ik dat je die moet benutten, maar ik weet ze van mijzelf niet. Welke gaven zijn er?
Antwoord
Met het begrip “singuliere gaven” duidt men in de protestantse kerken op bijzondere begaafdheden, op grond waarvan iemand zonder theologische opleiding kan worden toegelaten tot het domineesambt. De gewone weg is dat iemand eerst jaren een studie moet volgen, maar dat is dan niet nodig, of de kandidaat ontvangt een sterk verkorte opleiding, omdat allerlei bekwaamheden reeds aanwezig zijn. Die kunnen mede gevormd zijn door levenservaring en vergelijkbaar werk (bijv. als ouderling). De Dordtse kerkorde noemde als vereisten: godzaligheid, ootmoed, zedigheid, goed verstand, discretie en gaven van welsprekendheid. De Nederlandse Hervormde Kerk noemde in 1951 uitzonderlijke gaven van kennis, inzicht en wijsheid als vereisten en vanaf 1970 ook “bijzondere geschiktheid.”
Het begrip “gaven” vat ik hier op als “geestelijke gaven”, zoals bedoeld in Romeinen 12:6-8 en 1 Korinthe 12 en 14. Mag je bidden om die gaven? Dat hangt van het doel af. In de Bijbel zijn de gaven bedoeld tot eer van God en tot opbouw van de gemeente. Als dat je doel is, mag je er zeker om bidden. In de gemeente Korinthe functioneerden de gaven helaas op een niet-geestelijke wijze. Als wij bedoelen om er alleen zelf beter van te worden, zijn we verkeerd bezig. Er is verscheidenheid van genadegaven en aan ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is (1 Kor. 12:6-7). Ambtdragers en gemeenteleden ontvangen nooit alle gaven, maar zij vullen elkaar aan met wat ieder heeft. Dit is te vergelijken met een lichaam met lichaamsdelen (12:12-31).
Paulus spoort aan op de goede manier naar geestelijke gaven te streven: “Streef dus naar de beste gaven” (12:31). Hierna volgt het bekende hoofdstuk over de liefde (1 Kor. 13). Het directe vervolg in 14:1 is “Jaag de liefde na en streef naar de geestelijke gaven, en vooral daarnaar dat u mag profeteren.” De liefde is niet een geestelijke gave die sommige gelovigen wel en anderen niet ontvangen, maar een vrucht van de Geest (Gal. 5:22). Paulus bedoelt met het middelste hoofdstuk over de liefde niet dat de liefde uitnemender is dan de genoemde gaven, maar dat het omgaan met de geestelijke gaven gepaard zal gaan met liefde. Die liefde is onvoldoende aanwezig in Korinthe en in zo’n situatie functioneren de geestelijke gaven niet goed.
De vragen welke gaven er zijn, is aan de hand van de genoemde Bijbelgedeelten te beantwoorden, maar die opsommingen zijn niet volledig; er zijn nog meer gaven. Let wel: het gaat hier niet over natuurlijke gaven, zoals karaktereigenschappen of gewone vaardigheden die niet-christenen ook kunnen hebben. Wel is het zo dat God mensen inschakelt met hun karaktereigenschappen en dat de geestelijke gaven hierbij aan kunnen sluiten.
Er is veel geschreven over deze onderwerpen, ook over het persoonlijke onderzoek. Zelf heb ik meegewerkt aan R. J. A. Doornenbal en P. A. Siebesma (red.), “Gaven voor de gemeente. Over het werk en de gaven van de Heilige Geest” (Boekencentrum te Zoetermeer, 2005). Recenter is “De Gereedschapskist van de Heilige Geest”, geschreven door M. M. van Campen (Groen te Heerenveen, 2011). De geestelijke gaven zijn zeker niet beperkt tot de tijd van de apostelen, maar kwamen in de eeuwen daarna ook voor. In mijn boek “Vergeving en genezing” heb ik allerlei factoren genoemd waardoor de geestelijke gaven op den duur afnamen en minder in de belangstelling kwamen te staan. De laatste jaren is een toenemende belangstelling te bemerken, ook omdat wij merken dat de gewone gaven (“talenten”) onvoldoende zijn om de gemeente werkelijk op te bouwen en om staande te blijven in de geestelijke verwarring van onze tijd.
Welke gaven je zelf hebt? Bid om Gods leiding hierin en je kunt ook advies vragen aan wijze gemeenteleden. Soms zien andere mensen meer bij jou dan jezelf ziet. Geestelijke gaven zijn niet dat wij steeds alles kunnen, maar dat Gods kennelijke zegen ervaren wordt in wat wij doen. Ook al is het vaak zo dat Zijn kracht in onze zwakheid volbracht wordt. Geestelijke gaven zijn geen permanent bezit van ons, maar zijn een toerusting die wij kunnen ontvangen, zodat Gods zegen ervaren wordt en Hij verheerlijkt wordt.
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook: