Schuld ligt zwaar op schouders
kand. E. Boogert | 2 reacties | 19-03-2015| 11:59
Vraag
Mijn relatie liep stuk doordat mijn vriend psychische problemen had. Deze relatie kon niet meer verder, er was geen toekomst in te zien. Nu ik gemeenschap met mijn vriend heb gehad, ligt deze schuld zwaar op mijn schouders. Ik weet dat je naar de Heere God moet gaan en je schuld en zonde hierin moet belijden. Ik heb dit vaak gedaan, elke dag drukt het op mij neer hoe zondig ik ben. Ik weet dat er vergeving is, alleen hoe komt het dat je geen vergeving voelt? Die vergeving word je ook misschien niet snel geschonken... Maar wat moet ik doen en hoe moet ik dan mijn schuld belijden?
Antwoord
Beste vraagstelster,
Hartelijk dank voor je openhartige vraag. Het is heel wat om aan God, en nu ook via deze vraag, te belijden dat je te ver gegaan bent en dat je je er ook schuldig onder weet. Wees niet bang dat ik stenen ga gooien. Ik weet hoe zwak ik zelf ben, net als iedereen. Paulus schrijft zelfs aan de inwoners van Rome: “Daarom zijt gij niet te verontschuldigen, o mens, wie gij zijt, dien anderen oordeelt; want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelven; want gij, die anderen oordeelt, doet dezelfde dingen” (Rom. 2:1). Iedereen die een relatie heeft/heeft gehad, weet hoe ontzettend moeilijk het is om je te onthouden. Daar is echt genade voor nodig. Mijn opa zei bijvoorbeeld: het is genade als het goed mag gaan. Het gaat mij er hier niet om dat het niet zo erg is dat je gemeenschap gehad hebt, want dat is wel degelijk heel erg, maar dat heel veel lezers hiermee te maken hebben. Wie zonder zonden is, werpe de eerste steen! (Joh. 8:7).
Tegelijk wil ik je vraag gebruiken om aan jou en ook aan andere lezers een aantal zaken duidelijk uit te leggen. Niet alles zal op jou van toepassing zijn (naar heel wat dingen in jouw concrete situatie moet ik ook gissen...).
1. Allereerst zou ik jou en anderen willen vragen: wat is nu werkelijk de schuld die je ervaart als je gemeenschap buiten het huwelijk hebt gehad? a. Het feit dat je God op Zijn hart hebt getrapt omdat je Zijn gebod hebt overtreden? b. Spijt/schaamte dat je je door de ander zo hebt laten kennen? c. Laag zelfbeeld?
Hieruit volgend kan de schuld die je ervaart tot twee dingen leiden: a. Je ziet hierdoor dat je werkelijk een goddeloze voor God bent en dat je Zijn Wet niet houden kunt; b. Je hebt zelfmedelijden over je daad, omdat je ziet dat het jou (en de ander) zoveel schade berokkend heeft. B kan samen gaan met A, maar gaat niet vanzelfsprekend samen met A. Ook in de wereld kom je mensen tegen die echt spijt hebben dat “ze het met iemand gedaan hebben.” Het is goed om je hierop te onderzoeken. Voel ik me schuldig omwille van mezelf, of omwille van God en Zijn Woord. Uit je brief heb ik de indruk van het laatste, maar ik kan natuurlijk niet in je hart kijken.
2. Ten tweede, waardoor wordt jouw schuldgevoel gevoed? Ook dan zijn er verschillende mogelijkheden. a. Je denkt dat geslachtsgemeenschap bij het huwelijk hoort en daarop heb je tot je eigen schade voort gegrepen. b. Je denkt dat geslachtsgemeenschap eigenlijk betekent dat je getrouwd bent.
Mijn ervaring is dat dat laatste nogal eens gedacht wordt. Als je gemeenschap hebt gehad moet je eigenlijk trouwen. Maar wat als je relatie (zoals in jouw geval) onherstelbaar stukloopt? Mag je dan nog een relatie krijgen? Ben je nu eigenlijk een soort van gescheiden? Is dit de schuld die je ervaart? Belangrijk is dat in de Bijbel het huwelijk altijd uit meerdere elementen bestaat. a. Er wordt een officiële belofte of eed afgelegd, die in principe niet meer ongedaan kan worden gemaakt (Num. 30) op dit niveau ligt onze wettelijke huwelijksgelofte bij de burgerlijke stand; b. Er moeten getuigen bij zijn (Richt. 14:10; Mal. 2:14); c. De geslachtsgemeenschap als volgend op de openbare huwelijkssluiting; (d. Toestemming van de ouders. Naar mijn mening valt het “eert uw vader en uw moeder” hieronder, dat zij beslissingsrecht hebben in onze huwelijkskeuze. Zie bijv. Gen. 21:21; 24:1-4; Efeze 5:31).
Je ziet dus dat een bijbels huwelijk uit meer dan alleen de geslachtsgemeenschap bestaat. Daarmee is natuurlijk niet gezegd dat geslachtsgemeenschap vóór het huwelijk niet zo erg is, integendeel, het behoort bij het huwelijk, maar je kunt het niet gelijkstellen met het huwelijk.
Je ‘schuld’ is dus niet dat je nu eigenlijk getrouwd bent, maar wel dat je iets gedaan hebt, wat God Zelf voor het huwelijk heeft bestemd. Daarom ben je ongehoorzaam en goddeloos, net als iedereen trouwens, want wat jij met de daad hebt gedaan hebben velen in gedachten gedaan.
Even voor de verdere lezers: geslachtsgemeenschap vóór het huwelijk maakt echt een kras in je ziel die je je hele leven meedraagt. Zeker wanneer je verkering uit gaat dan zal het in elke volgende relatie een nare rol spelen. Wat een praktische aansporing dus ook om hier secuur mee om te gaan en oplettend te zijn in je verkeringstijd. Je ouders geven niet voor niets regels mee; niet om je te plagen, maar om je voor deze ellende te bewaren, waarschijnlijk omdat ze weten hoe zwak ze zelf zijn. Ga dus niet uren knuffelen, of samen gezellig ergens oppassen met niemand erbij, want je bindt de kat op het spek en maakt het voor elkaar bijkans onmogelijk om zuiver tot een huwelijk te komen.
3. Volgens de Schrift is het loon op de zonde de dood (Rom. 6:23). Dat is ook wat jij ervaart: je bent schuldig voor God. En dat natuurlijk niet alleen door deze zonde, maar ook door al de anderen. Maar misschien is het juist deze zonde die jouw ogen daarvoor heeft geopend, waardoor je werkelijk bent gaan zien dat je echt goddeloos bent. Gelukkig volgt in Rom. 6:23 nog een zin: “maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onze Heere.”
De Heere openbaart ons dus niet de ernst van de zonde om ons verloren te laten gaan, maar juist om ons te behouden. Christus zei: “de Zoon des mensen is gekomen, om te zoeken en zalig te maken, dat verloren was” (Luk. 19:10) en in Luk. 9:56 “de Zoon des mensen is niet gekomen om der mensen zielen te verderven, maar om te behouden.” Als de Heere dus je zonden laat zien heeft Hij je redding op het oog. Dat is niet misschien, maar een heerlijk en bijbels feit, zoals de bovenstaande teksten bewijzen.
4. Nu schrijf je dat je vaak je schuld belijdt, maar dat je niet de vergeving ervaart en nog steeds dagelijks de last van je zonden op je voelt drukken. Wil de Heere mij misschien de vergeving niet snel schenken...? vraag je je af. Dit laatste is absoluut niet waar, omdat de vergeving van zonden vastligt in Christus en niet in een bepaalde ervaring die jij denkt te moeten krijgen. Waarom? Johannes schrijft dat Christus, de Rechtvaardige de Verzoening is voor onze zonden (1 Joh. 2:1-2). Bovendien zegt de Heere Jezus Zelf dat Zijn bloed vergoten is tot vergeving der zonden (Matth. 26:28). Dus de vergeving ligt in Zijn bloed. Nu moeten Gods dienaren de bekering preken en de vergeving der zonden (Luk. 24:47), dat betekent dat zij moeten verkondigen dat de mens verdorven en goddeloos is, maar dat er in Christus een volkomen vergeving is voor al onze zonden.
5. Hoe krijg je die vergeving? Door Zijn Naam zegt Handelingen 10:43, want door Christus wordt ons de vergeving der zonden verkondigd (Hand. 13:38). Dus de vergeving is niet in de eerste plaats dat jij een moment in je leven krijgt waarop je je schuld van je schouder voelt glijden, maar de vergeving ligt vast in Christus. Daarom schrijft Paulus ook van Christus: “welke God voorgesteld heeft tot een verzoening, door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door de vergeving der zonden, die te voren geschied zijn onder de verdraagzaamheid Gods.” Dus hoe krijg je de vergeving van zonden? Door het geloof in Zijn bloed! Een andere weg is er echt niet. Zolang je dit niet ziet zal het onrustig blijven in je hart. En misschien schort het hier wel aan bij jou. Geloof je dat Zijn bloed werkelijk genoeg is om jouw schuld te vergeven? Geloven betekent dat je God vertrouwt op Zijn Woord. God is God, echt God! Hij doet wat Hij zegt en daarom nodig ik je liefderijk om niet als een wantrouwend meisje tot Christus te gaan, maar om eenvoudig te vertrouwen op wat Hij in Zijn Woord heeft gezegd. En als vrucht daarvan zul je dan ook merken dat de schuld je van de schouders glijdt, omdat je mag zien dat Christus je schuld tweeduizend jaar geleden reeds droeg aan het schandelijk vloekhout. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem! (Jes. 53:5).
6. Als Christus in het schip is met Zijn discipelen, begint het geweldig te stormen. De discipelen roepen Christus, omdat ze bang zijn om te vergaan, maar Christus bestraft hen: “Wat zijt gij vreesachtig, gij kleingelovigen?” (Matth. 8:26). Waarom bestrafte Hij hen? Omdat ze hadden moeten weten dat ze met Christus in het schip niet konden vergaan. Ze wisten van Hem dat Hij bovennatuurlijke dingen deed en nochtans vertrouwden zij niet op Hem. Zo schrijf ik jou ook nu: wees niet vreesachtig!, wees niet ongelovig! Maar vertrouw je aan Hem toe. Steun op Zijn Woord, want wees eens eerlijk, wat is er vaster en zekerder dan het Woord dat God Zelf spreekt? Daarom sluit ik mijn brief af met de volgende tekst: “Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem” (Joh. 3:36). Hier staat alles in. Christus belooft jou het eeuwige leven en je zult het zeker krijgen als je in Hem gelooft. Geen twijfel over mogelijk. Maar als je niet gelooft, blijft de toorn van God op je rusten. Dan kun je worstelen en belijden wat je wilt... maar door ongeloof sluiten we onszelf buiten (Heb. 3:19). Dit bedenk ik niet, maar dit heeft Christus Zelf gesproken.
Ik beveel je van harte aan in Gods genade. Weet dat Hij barmhartig en genadig is en vol ontferming. Vrees niet, want de Vader heeft Zelf Zijn Zoon gezonden opdat er vergeving op aarde te vinden zou zijn in het bloed van Christus (Hand. 4:12).
Een hartelijke groet,
Kand. Ernst Boogert
Dit artikel is beantwoord door
kand. E. Boogert
- Geboortedatum:18-05-1989
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Driebruggen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Promovendus PThU
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
....
Wij moeten beseffen dat ook als de zonde(daad) is beleden én vergeven, deze in de gevolgen nog kan doorwerken. Als David zijn zonde met Bathséba voor God beleden heeft mag hij vergeving ontvangen. Toch zal hun kind sterven en niet meer in het leven terugkeren; dat moeten David en Bathséba hun hele verdere leven blijvend herinneren (2 Samuël 12: 13 en 14). En ook de dood van Uria kan niet meer ongedaan worden gemaakt. Ook al weet David zich door de HEERE vergeven – elke keer als hij aan zijn gruweldaad heeft gedacht zal het door zijn ziel gesneden hebben. Daarbij kreeg hij van de profeet Nathan te horen dat het zwaard niet van zijn huis zou wijken. De HEERE kan het zo beschikken dat de zonden ons wel alle (!) vergeven zijn, maar wij toch nog vaak herinnerd moeten worden aan de wrange vruchten ervan omdat de HEERE ons wil leren hoe hard en ondankbaar de ongehoorzaamheid aan Hem is.
....
Hij kan en wil de oprechte belijder, die in verslagenheid in zichzelf tot Hem komt, vrijmaken van elke zondenlast. En ook al heelt Hij de wonden en zelfs de littekens in onze ziel, toch kan een herinnering aan de zonde nog als een zwaard snijden; om ons blijvend de ernst en verschrikkelijkheid ervan voor ogen te stellen, opdat wij steeds meer gaan roemen in Zijn onbegrijpelijke genade. Van ons uit is het in dit aardse leven nog herinnering, maar van de HEERE uit mag je de belofte horen: ‘Zo ver het west verwijderd is van ’t oosten, zo ver heeft Hij om onze ziel te troosten, van ons de schuld en zonden weggedaan’.
Zing het dan maar:
Vaste Rots van mijn behoud, als de zonde mij benauwt, laat mij steunen op Uw trouw, laat mij rusten in Uw schaûw, waar het Bloed door U gestort, mij de bron des levens wordt.'
....