Algemene of beperkte verzoening
Ds. A. van Vuuren | Geen reacties | 16-03-2015| 12:43
Vraag
Graag zou ik twee vragen willen stellen over de verzoening. 1. In Mattheüs 1:21 staat dat Jezus “Zijn volk” zalig maakt van hun zonden. Worden hiermee de uitverkorenen bedoeld of het volk Israël? In (als betrouwbaar aangeschreven) Bijbelverklaringen worden beide verdedigd. 2. In de kerkgeschiedenis is veel discussie geweest of Jezus voor alle mensen is gestorven (algemene verzoening) of alleen voor de uitverkorenen (beperkte verzoening). Omdat beide visies wel hun bewijsplaatsen in de Bijbel hebben, wordt er vandaag de dag vaak een soort tussenweg gevonden (“in een zekere zin voor alle mensen, in engere zin alleen voor de uitverkorenen”). In de gereformeerde traditie wordt echter vaak vastgehouden aan de beperkte verzoening.
Mijn vraag is hoe zich dit verhoudt tot de volgende tekst in de Hebreeënbrief: “Hoeveel te zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht worden, die den Zoon van God vertreden heeft, en het bloed des testaments onrein geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en den Geest der genade smaadheid heeft aangedaan?” Als Jezus Zijn bloed niet gestort zou hebben voor degenen die verloren gaan, dan valt er voor hen toch ook niets “onrein te achten”?
Antwoord
Je stelt belangrijke vragen. Het gaat daarbij om het hart van het Evangelie. De verzoening door God met God. Daarom eerst even iets over denken en spreken hierover in het algemeen.
Inderdaad beroepen voorstanders van de beperkte verzoening en die van de algemene verzoening zich op bepaalde teksten. Jezus zegt in Marcus 10 dat Hij zijn leven zal geven tot een rantsoen, losprijs, voor velen. Paulus breidt het in 1. Timotheus 2 uit en zegt "tot een losprijs voor allen.” Jezus zegt in Johannes 10 dat Hij zijn leven zal geven voor de schapen. In 1. Johannes 2 staat dat hij een verzoening is voor de zonden der gehele wereld. Zo zijn er hele reeksen van teksten aan weerszijden te noemen. Men zal echter de Bijbel in zijn geheel moeten nemen. Je kunt en mag de ene tekst niet tegen de andere wegstrepen of uitspelen. Bovendien dient men het verband waarin zo'n tekst staat te verdisconteren. De Bijbel is namelijk geen grabbelton!
Kortom, een eenzijdig denken en spreken over de verzoening vanuit de uitverkiezing heeft het gevaar in zich dat de reikwijdte en aanbod van het evangelie wordt ingeperkt. Dan worden mensen verhinderd in te gaan. Dat gevaar hebben onze Dordtse vaderen ook wel aan gevoeld. Vandaar dat de Dordtse Leeregels inzetten bij zondeval en verkondiging van de gekruisigde Christus aan iedereen.
Eenzijdige nadruk op de universele teksten van de verzoening daarentegen heeft weer het gevaar in zich dat men uitgaat van een algemene verzoening, waar bij dan de geloofsbeslissing van de mens met een zogenaamde vrije wil ten goede de doorslag zou geven. Ook dat is niet bijbels. Wat ons vaak dwars zit is ons logisch denken. Daar mee knevelen we de Bijbel in haar bewegelijk spreken. Geloven is geen rekenkunde, maar rekenen op wat de Heere zegt en belooft.
Ik las in een vraagbeantwoording over de verzoening: “Is het Gods intentie om alle mensen te redden? Antwoord: Nee. Degenen die gered worden zijn zij die door de Vader aan de Zoon zijn gegeven.” Dat vind ik een gevaarlijke en onpastorale conclusie. Vooral gezien het woord "intentie".
Dogmatisch gezien kun je vasthouden aan de eenheid van verkiezing, verwerving en toepassing van het heil. Maar dan tot eer van God en vernedering van de mens. Nooit mag dat afdoen aan de royaliteit van de bediening der verzoening in de verkondiging. In 2. Petrus 3 lees ik dat God een andere intentie heeft. Hij wil niet dat “enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen.”
Ik vul wel eens olie bij als mijn auto dat nodig heeft. Dan gebruik ik een plastic trechtertje. Dan giet ik het aan de brede kant er in, niet in het smalle pijpje. Dan gaat het mis. Houdt het evangelie niet op zijn kop, door te beginnen bij de uitverkiezing, de uitwerking van de verzoening bij de uitverkorenen.
Vanuit het voorgaande kan ik je vragen kort beantwoorden. 1. Die tekst uit Mattheus 1 moeten we natuurlijk allereerst op Israel betrekken. Gewoon laten staan wat er staat. Met volk worden niet de uitverkorenen bedoeld maar het volk Israel. Meent men dat het gaat om Gods volk van alle tijden, dan moet je aan de letterlijke tekst dus iets toevoegen. Dat lijkt me dogmatische inlegkunde.
2. Het bloed van het verbond onrein achten waardoor je geheiligd bent (Hebreeën 10:29). Dat kan alleen als je in een bijzondere relatie tot dat bloed bent gesteld. Met name kun je daarbij denken dat aan het feit dat je lid bent van een christelijke gemeente, dat je gedoopt bent en tot Gods verbond behoort. Gods verbondsbeloften je zijn toegezegd. Beloften die gefundeerd zijn in Christus offerbloed. Mij treft dat in het artikel 34 Ned. geloofsbelijdenis over de kinderdoop wordt gezegd: "Voorwaar Christus heeft Zijn bloed niet minder vergoten om de kinderen van de gelovigen te wassen, dan Hij dat gedaan heeft om de volwassenen." Zo ver gaat onze gereformeerde belijdenis in het spreken over de verzoening. Daar moeten we beginnen en niet bij de uitverkiezing.
Het is goed om leergierig te zijn, maar precies weten hoe het Bijbels gezien zit is niet genoeg. Zijn er ook weinigen die zalig worden? vroeg iemand aan de Heere Jezus. Zijn antwoord was: Strijdt gij om in te gaan...
Ik hoop en bid dat je niet tevreden bent met een bepaald antwoord, maar dat het je verder helpt in een leven uit de verzoening door Christus. God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenend... (wereldwijd!). Laat u/je (particulier!) met God verzoenen! (2. Korinthe 5:19 en 20).
Hartelijke groet,
Ds. A. van Vuuren
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. van Vuuren
- Geboortedatum:02-11-1948
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Capelle a/d IJssel
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus-predikant