Roddelend familielid is ziek
Ds. H. van den Belt | Geen reacties | 15-08-2004| 00:00
Vraag
Een familielid van mij heeft vroeger veel mensen erge pijn gedaan door haar geroddel en lelijke praat over andere mensen. Nu is zij echter ernstig ziek (kanker) en wordt al maandenlang behandeld. Naar mijn weten overigens zonder veel succes. Mag ik dit zien als een straf van God? Wat zegt de Bijbel hier over? Ik denk nu zelf aan de geschiedenis van de blinde man van wie Jezus zei dat, noch hij, noch zijn ouders gezondigd hadden.
Antwoord
Laat ik in antwoord op je vraag drie opmerkingen maken en daar drie vragen bij stellen.
1. Roddel is de taal van de hel. De Heidelbergse Catechismus noemt deze zonde “het eigen werk van de duivel”. Kwaadspreken over een ander maakt heel veel kapot. Toch wordt deze zonde vaak als iets heel onschuldigs gezien. “Iedereen doet het toch...”. We zeggen het er soms bij: “Niet om te roddelen hoor, maar...”. Nou dan weet je wel wat er komt. Heb je bij jezelf al ontdekt hoe erg deze zonde is en hoe verleidelijk? Heb je er zelf mee te strijden of zie je de zonde alleen nog bij je familielid?
2. Elke ziekte is een gevolg van de zonde. Maar dan wel in algemene zin. Door de breuk met God is het lijden in de wereld gekomen en ook de dood. Wat is de zonde een verwoestende kracht hè! Als we ziek worden of op een andere manier moeten lijden, dan is er altijd alle reden om ons voor God te verootmoedigen, want ons lijden bepaalt ons bij de breuk tussen Hem en ons. Soms kan lijden ook leerzaam en confronterend zijn en dus genezend werken voor onze ziel of voor onze relaties met anderen. “Het is goed voor mij verdrukt te zijn geweest.” Hoe kijk je aan tegen het (mogelijke) lijden in je eigen leven? Zou je het met de Heere eens kunnen worden, als...
3. Het is gevaarlijk om een direct verband te leggen tussen een bepaalde zonde en een bepaalde ziekte als straf op die zonde. We moeten daar zelfs voorzichtig mee zijn als er een oorzakelijk verband is tussen de ziekte en de zonde, zoals bij longkanker door overmatig roken. Ook dan zullen we niet gauw zeggen: Het is nu eenmaal je eigen schuld, dan had je maar niet moeten roken... Terecht verwijs je naar het antwoord van de Heere Jezus op de vraag van de discipelen over de blindgeborene. De Heere zegt: De oorzaak van die ziekte is niet zo belangrijk, maar het doel is des te belangrijker, namelijk de eer van God in zijn genezing (Johannes 9:3). Zo kan God een ziekte die een direct of indirect gevolg is van de zonde toch gebruiken om Zijn werk in ons te doen. Laatste vraag: Bid je wel eens voor je familielid, wie weet... God is almachtig om haar lichaam en haar ziel te genezen. En: waar zou je zelf nu zijn als God jouw verdiende loon zou uitkeren? Alles is genade!
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. van den Belt
- Geboortedatum:08-06-1971
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Woudenberg
- Status:Inactief