Egoïsme en jezelf lief hebben
M.M. van Winkelen | 1 reactie | 04-03-2015| 07:57
Vraag
Ik las een tijdje geleden deze site van A. P. Geelhoed. Heel veel dingen die erop staan brengen mij enorm in verwarring. Vooral het stuk over zelfliefde wat hij heeft geschreven. Daar staan voor mijn gevoel zoveel kromme dingen in dat ik me echt ga afvragen: heeft deze man eigenlijk wel levenswijsheid opgedaan in zijn leven? Er staan ook goede dingen in, daar niet van. Maar hij raakt echt mijn achilleshiel met dat stuk. Mijn verstand zegt: zoek het maar uit met je site en wat je schrijft, ik vind het overgrote deel gewoon onzin. Maar mijn gevoel gaat dan toch weer twijfelen: hij schrijft namelijk ook heel veel goede dingen, dus waarom zouden de dingen die ik als heel negatief ervaar dan ook niet waar zijn?
Hij gaat er o.a. vanuit dat mensen zichzelf al van nature liefhebben. Daar ben ik het absoluut niet mee eens. Als mensen zichzelf van nature zouden liefhebben, zouden ze ook God en hun naaste van nature liefhebben. Egoïsme betekent namelijk niet dat je van jezelf houdt. Integendeel, als je egoïstisch bent heb je geen respect voor jezelf (en voor de ander) en houd je dus ook niet van jezelf en je houdt ook niet van God, want je bent alleen maar op jezelf en op je eigen eer gericht.
Soms denk ik wel eens: waarom gebruiken mensen hun nuchtere verstand niet gewoon. Het is zo simpel: als je niet van jezelf houdt (op de goede manier) zul je echt nooit de ander kunnen accepteren en respecteren. Voor mijn gevoel ligt er vaak een taboe op het feit dat je de taak van God hebt gekregen en daarom verplicht bent om goed voor jezelf te zorgen en jezelf lief te hebben. Mensen verwarren liefhebben van jezelf vaak met egoïsme. Maar egoïsme heeft niets te maken met jezelf echt lief hebben! Egoïsme houdt jezelf op een enorme afstand van God en ook op een enorme afstand van je medemens. Dus door egoïstisch te zijn doe je jezelf en je naaste en ook God tekort. Jezelf echt liefhebben betekent dat je ook de ander liefhebt en respecteert en ook dat je van God houdt en Hem ook respecteert. Als je echt van jezelf houdt kun je gewoon niet anders dan ook van God houden, want Hij is zo perfect en zo goed.
Soms denk ik wel eens: drijven sommige mensen soms niet wel eens te veel door. Ik ken persoonlijk mensen die vroeger een heel 'losbandig' leven leidden en die nu superstreng (overdreven streng) leven. Zo kan het ook zijn met het liefhebben van jezelf en je naaste. Als je als mens in het verleden heel erg geneigd bent geweest om egoïstisch te zijn, kan ik me voorstellen dat je helemaal de andere kant opgaat en als tegenreactie zegt dat je helemaal niet meer van jezelf mag houden. Maar dan denk ik: projecteer je eigen (onbewuste) problemen alsjeblieft niet op de ander. Er zijn zat mensen die gewoon van zichzelf houden (op een gezonde manier), en heel goed voor zichzelf zorgen, maar die (juist doordat ze zichzelf kunnen liefhebben en accepteren) ook oog hebben voor hun naaste. Met dat soort mensen vind ik het prettigst om mee om te gaan als ik heel eerlijk ben.
Antwoord
Beste vragensteller,
In de vraag die je stelt, geef je een visie op zelfliefde en hoe zich dit verhoudt tot egoïsme. Je stelt dat zelfliefde iets goeds is waartoe we ook (door God) toe verplicht zijn. Ook schrijf je dat uit het echt liefhebben van jezelf ook de liefde tot God en de naaste als vanzelf voortkomt. Je stelt dat zelfliefde niet verward mag worden met egoïsme dat, zo schrijf je, helemaal geen zelfliefde is. Ik zal hieronder reflecteren op jouw gedachten over dit onderwerp, in de hoop dat dit je verder helpt om je mening te vormen.
Ik kan instemmen met je gedachte dat zelfliefde (in de goede zin van het woord) iets goeds is. Niet voor niets meet de Heere Jezus in de samenvatting van de wet de reikwijdte van de liefde tot onze naaste af aan de liefde tot onszelf (Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf). Als zelfliefde iets verwerpelijks was, zou de Heere Jezus dit niet zo gezegd hebben. Bovendien zie je dat de Bijbel mensen waarschuwt als zij handelen in strijd tot de liefde tot zichzelf. Paulus zegt bijvoorbeeld tegen de stokbewaarder in Filippi dat hij zichzelf geen kwaad moet doen. Hij spoort deze man dus aan om het goede voor zichzelf te zoeken; hij moet niet zijn eigen ondergang bewerken, maar juist datgene doen wat zijn werkelijke geluk dient. Feitelijk kun je alle veelvuldige oproepen in de Bijbel tot geloof en bekering ook onder deze noemer brengen. Als mens ben je een schepsel van God, en alles wat van God is, moeten we hoog achten. Dit brengt inderdaad ook de taak mee om goed voor jezelf te zorgen.
Met het bovenstaande is nog niet gezegd dat we ook echt kunnen spreken van een ‘gebod’ tot zelfliefde. Nergens in de Bijbel treffen we een expliciet gebod ‘hebt uzelf lief’ aan. Zelfliefde wordt in de Bijbel vaak stilzwijgend verondersteld, denk bijvoorbeeld aan Efeze 5: “Alzo zijn de mannen schuldig hun eigen vrouwen lief te hebben, gelijk hun eigen lichamen. Die zijn eigen vrouw liefheeft, die heeft zichzelf lief” (vers 20). Zo komt dit ook terug in de hierboven genoemde samenvatting van de wet. De Heere Jezus zegt niet: Heb uw naaste lief en uzelf, maar hebt uw naaste lief als uzelf. Calvijn stelt dat het niet nodig is om de zelfliefde van de mens verder aan te wakkeren met een gebod, omdat wij vaak al “meer dan betamelijk is” hiertoe worden gedreven.
Je schrijft dat het helemaal niet “natuurlijk is” dat mensen zichzelf liefhebben. In zoverre ben ik dat met je eens dat mensen veelal op een verkeerde en kortzichtige manier hun eigen geluk najagen en dat geluk ook zoeken buiten God. Ook zijn er de nodige voorbeelden te noemen van mensen die, bijvoorbeeld door psychische moeilijkheden, helaas moeten leven met een gebrek aan liefde en achting voor zichzelf. Waar ik niet in meega is dat je egoïsme geheel losmaakt van zelfliefde. Egoïsme is volgens het woordenboek “de levenshouding van iemand die voortdurend het eigen belang en eigen welzijn op het oog heeft.” Ik zie egoïsme als een verkeerde en verwrongen vorm van eigenliefde, als zelfzucht dus. In deze zin komen we het ook tegen in de brief aan Timotheüs waar mensen in een verkeerde zin “liefhebbers van zichzelf” worden genoemd (2 Tim. 3:2). Dat is ongetwijfeld iets waar Gods ongenoegen op rust.
Je schrijft dat zelfliefde als vanzelf liefde tot God en liefde tot de naaste meebrengt. Daarin kan ik je niet volgen en dit is wat mij betreft ook niet te herleiden uit de Bijbel. Liefde tot God en tot de naaste zijn nog veel minder een vanzelfsprekendheid dan liefde tot onszelf. Liefde is een genadegave die voor alle mensen broodnodig is en die God kan uitwerken in levens van mensen die in plaats van liefhebbers haters van God en van elkaar zijn geworden (Rom. 3). Liefde tot God komt hierbij niet voort uit zelfliefde, maar ontstaat als een gebrekkige echo op Gods liefde die in het hart wordt uitgestort. Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad, zo schrijft Johannes. Waar deze liefde tot God wordt geschonken, wordt ook de liefde tot Gods schepsels herstelt. De liefde tot God is dus de bron van andere vormen liefde.
Tot slot wil ik bij het bovenstaande opmerken dat in een werkelijk christelijk leven geoorloofde liefde en achting voor onszelf (als zijnde een schepsel van God) altijd onlosmakelijk samengaat met iets anders. Ik doel hierbij op zelfverootmoediging over onze volstrekte ongelijkvormigheid aan Gods heilige wet. Een christen weet niet alleen dat hij als mens geschapen is naar het beeld van God, maar hij is er ook diep van doordrongen dat door de zonde dit beeld is uitgewist. Hij weet uit ondervinding hoeveel werk God eraan heeft om dat beeld van God weer in hem te herstellen, om hem aan Christus gelijkvormig te maken. Een christen zingt daarom niet een loflied over zichzelf, maar verootmoedigt zich diep voor God over al zijn schuld en tekort, over alles waarin hij anders is dan Gods wet wil dat hij is. Een christelijke zelfliefde is dus niet te verwarren met een zogenaamd “onvoorwaardelijk accepteren en liefhebben van jezelf” zoals vaak in de hedendaagse psychologie wordt voorgestaan, maar gaat altijd samen met zelfverootmoediging.
M. M. van Winkelen
Dit artikel is beantwoord door
M.M. van Winkelen
- Geboortedatum:18-07-1981
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Den Haag
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Ouderling in Gereformeerde Gemeenten.
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
God liefhebben met al je vermogens, en je naaste liefhebben als jezelf.
Als je dit volmaakt doet, 24/7, tot aan je sterven, dan zul je door de wet gerechtvaardigd worden, en het eeuwige leven hebben. Dan ben je zondeloos...
Als we onze naaste net zo lief hadden als onszelf, dan was er volmaakte vrede op aarde.
Want we hebben onszelf zo volkomen en hartelijk lief. We gaan echt over grenzen voor ons eigen geluk.
Dat hoeven niet te leren, dat zit in ons hart.
God en onze naaste liefhebben is niet aangeboren.
Het werkelijk eerlijk kijken naar jezelf, kan alleen door genade van God.
Het werkelijk waarderen van jezelf, kan alleen door het offer van Jezus Christus, Zijn Zoon.
We kunnen heel wat voor elkaar over hebben, en ook oog voor de noden van onze naaste hebben. Maar dat zegt nog niet dat ons hart veranderd is.
Want als er werkelijk liefde van God in ons hart is, dan zijn de dingen die we doen voor onze naaste, juist tot eer van God. Dan willen we Hem daarmee dienen. Zonder eigenbelang. Christelijke naastenliefde gaat samen op met liefde tot God. Het is een vrucht van de Heilige Geest.