Doop afwassing van erfzonde
Ds. H. van den Belt | Geen reacties | 02-02-2015| 11:03
Vraag
Aan ds. Van den Belt.Wij lezen uw boekje “Een eeuwig verbond”. Nu hebben wij ook een boekje van dr. Van Willigen, over de sacramenten in de vroege chr. kerk en we lazen dat Augustinus leerde dat de doop de erfzonde reeds afwast, hetgeen Augustinus met bijbelteksten ook onderbouwt. Ik moet zeggen, wel een rijke gedachte. Hoe moeten wij daarover denken? Hartelijke groet, een bijna ouderpaar.
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
De gedachte dat de doop de afwassing der zonden inhoudt is heel oud en ook wel bijbels te funderen, als je het maar goed uitlegt. Bij Augustinus en andere kerkvaders is er nog een spanning tussen het soevereine werk van de Geest die Gods genade geeft aan wie Hij wil en de sacramentele werking van de doop. In de loop van de Middeleeuwen werd de doop steeds meer als een automatische afwassing van de erfzonde gezien. Het sacrament van de doop geeft als zodanig de genade. Die gedachte is nog overheersend in de rooms-katholieke theologie
Van de dadelijke zonden kun je dan weer verlost worden door het andere sacrament van de biecht om na de absolutie en door de genoegdoening (goede werken) weer terug te keren in de genadestaat. Zo werd de genade in handen van de kerk gelegd. Daar nam de Reformatie afstand van door terug te keren tot het Geestelijk verstaan van de sacramenten. De sacramenten werken niet automatisch, maar pneumatologisch, dat wil zeggen door de werking van de Heilige Geest gebeurt er ook wat er in het sacrament wordt afgebeeld.
Die werking van de Geest kan niet zonder het geschonken geloof dat de Heilige Geest werkt door het Woord en versterkt door de sacramenten. Dat de doop de afwassing van de erfzonde inhoudt, zie je nog terugkomen in de formulering van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, artikel 15 over de erfzonde.
“Zij is een verdorvenheid van de gehele natuur en een erfelijk gebrek, waarmee zelfs de kleine kinderen in de moederschoot besmet zijn en die in de mens, als uit een wortel, allerlei zonden voortbrengt. [...] Zij wordt ook zelfs door de doop niet helemaal te niet gedaan, noch geheel uitgeroeid, aangezien de zonde daaruit altijd als opwellend water ontspringt, als uit een onzalige fontein.”
Niet helemaal - dat wil zeggen dat de bron van de zonde niet is weggenomen door de doop alsof je een schone lei zou krijgen... Maar “niet helemaal” betekent toch wel dat de doop de belofte verzegelt dat God al mijn zonden wil vergeven en "mijn zondige aard, waartegen ik mijn leven lang te strijden heb, niet meer wil gedenken..." (HC, v&a 56). Dat door het geloof in de God van de doop te ontvangen, is het allerbelangrijkste.
Prof. dr. H. van den Belt
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. van den Belt
- Geboortedatum:08-06-1971
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Woudenberg
- Status:Inactief