Eten van dierlijk vet verboden
Ds. J.J. van Holten | Geen reacties | 27-01-2015| 16:25
Vraag
Soms lees je dingen in de Bijbel die je nooit eerder waren opgevallen. Ik was bekend met het verbod op het eten/drinken van (dieren)bloed in de Bijbel. Nu las ik onlangs dat in Leviticus 3 en 7 ook het eten van dierlijk vet verboden wordt. Met name het vleesvet, niet het vet in zuivel. In diverse artikelen die ik als naslag gelezen heb, wordt verwezen naar het gegeven dat we dit vandaag de dag nog als ongezond beschouwen en dat God zijn volk Israël toen al wilde beschermen tegen de negatieve effecten van dierlijk vet. Eerlijk gezegd heb ik hier mijn twijfels bij. Hoe kunnen we een absoluut verbod op vet rijmen met Jesaja 25, waar God zegt: “En de HEERE der heirscharen zal op dezen berg allen volken een vetten maaltijd maken, een maaltijd van reinen wijn, van vet vol mergs, van reine wijnen, die gezuiverd zijn.” Vet wordt daar genoemd in een opsomming van expliciet reine voeding. Daarnaast komt het verbod op bloed ook in het NT terug, in Handelingen 15. Kortom, ik zou graag willen weten hoe we dit verbod moeten opvatten. Is de meest waarschijnlijke verklaring dat van het offerdier geen vet gegeten mocht worden, maar verder wel?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Voorafgaand aan de beantwoording van je vraag moet gezegd dat de offerdienst van het Oude Testament (OT) behoorlijk ingewikkeld is. Er zijn verschillende offers en elk offer heeft weer een andere bestemming of functie. Daarnaast zijn er rituelen die bij verschillende offers hetzelfde zijn, maar waarvan de betekenis anders is. Ook zijn er verschillende rituelen waarvan de functie gelijk is. We weten dus niet helemaal exact hoe het er in de praktijk aan toe ging.
Als je alles van de offerdienst wilt weten kan ik je het uitgebreide gedeelte aanraden in het boek van R. de Vaux, “Hoe het oude Israël leefde” deel 2 (in de bibliotheek waarschijnlijk wel te vinden of op te vragen).
Voor wat het bloed betreft bij de offers is het zo dat voor het OT de ziel, het leven in het bloed aanwezig was. Daarom was er een verbod op het eten van bloed. Naast de Joden hebben ook veel christenen vaak nog als stelregel dat ze geen bloedworst eten bijvoorbeeld. De regels voor het eten van bloed zijn wel duidelijk. Het eten van bloed is gewoon verboden, in elk geval en voor iedereen.
Voor het vet ligt dat wat ingewikkelder. Als een dier helemaal op het altaar verbrandt wordt (vuuroffer) dan mag het vet niet worden gegeten. Het dier moet volledig verbrand, dat is aan God gegeven worden inclusief het vet.
Nu heeft vet in het OT een andere betekenis dan bij ons. Bij ons is vet, vooral dierlijk vet, schadelijk voor de gezondheid. We worden er dik van en krijgen en hart- en vaatziekten van. Echter in de schrale woestijncultuur van het OT was vet van levensbelang. Niet alleen om te eten en daardoor weerstand op te doen, maar ook als brandstof en als smeermiddel.
Als het geen vuuroffer is (dat is een offer dat helemaal ter ere van God verbrand wordt) mag het vet wel worden gegeten, behalve het vet dat de ingewanden omsluit. Daaraan kende men ongeveer de zelfde waarde toe als aan bloed, in die zin dat men daarin ook iets van de ziel lokaliseerde.
Kortom. Voor zover uit de teksten van het OT op te maken is: Het bloed dus nooit, dat is een absoluut verbod, maar het vet bij sommige offers wel, behalve het vet dat de ingewanden omsloot.
Vriendelijke groet
Ds. J. J. van Holten, Bergambacht
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. van Holten
- Geboortedatum:22-12-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:IJsselstein
- Status:Inactief