Psychologische test bij toelating ambt
Ds. K. van den Geest | Geen reacties | 27-01-2015| 10:38
Vraag
Graag zou ik een vraag willen stellen aan een predikant met veel ervaring, die al jaren in het ambt staat. Momenteel studeer ik theologie aan een universiteit. Ik voel me geroepen om het ambt van predikant uit te oefenen. In mijn kerkverband hanteert men momenteel een uitslag van een psychologische test bij een extern bureau als selectiecriterium om iemand wel of niet toe te laten tot het ambt van predikant. Alle competenties van de test dienen voldoende te scoren voordat toelating tot het ambt mogelijk is. Mijn vragen zijn: In hoeverre is een psychologische test geschikt als selectiecriterium om iemand wel/niet toe te laten tot het ambt? Welke competenties zijn relevant voor aanstaande predikanten?
Antwoord
Laat ik voorop stellen, dat het prachtig is als je als jongere het verlangen ervaart om dienaar van het Woord van God te willen worden en ervan overtuigd geraakt bent, dat je in je leven de roeping daartoe van de Heere ontvangen hebt. Deze roeping is dan weliswaar nog een innerlijke roeping, vaak voortkomend uit een interne en biddende overweging van de gaven die God je gegeven heeft. Daarom dient een innerlijke roeping uiteindelijk ook bevestigd te worden door een ‘uiterlijke’ roeping, de concrete roepstem die de Heere op je af doet komen vanuit een gemeente die een beroep op je uitbrengt. Want zo werkt de Geest van God, in de weg van de middelen, in de weg van roeping door een gemeente waarin je uiteindelijk in het ambt bevestigd dient te worden. Dit laatste betekent dat de roeping in de gemeenschap van de kerk erkend wordt en dus niet alleen maar gebaseerd is op een persoonlijk gevoelen van de individuele persoon van de (aanstaande) predikant.
Als het dan gaat om de opleidingskant, zijn er diverse instrumenten aan de hand waarvan de opleiding vaardigheden en geschiktheid kan testen. Zonder dat ik daar nu voor alle opleidingen en kerkverbanden voldoende van op de hoogte ben, durf ik wel te zeggen dat er meestal onderscheid wordt gemaakt tussen professionele competenties en houdings- of spirituele (‘geestelijke’) eigenschappen. De eerste categorie wordt ontwikkeld en ‘gemeten’ in het kader van de opleiding, de tweede behoort meer tot de beoordeling door de kerken die verantwoordelijk zijn voor je toelating tot het ambt. Uiteraard staan beide niet los van elkaar en zijn ze in een goede opleiding van meet af beide aanwezig, maar het onderscheid laat zien waar het accent ligt.
In het kader van de opleiding werk je aan je professionele competenties, het ‘instrumentarium’ dat je nodig hebt om een goede predikant te zijn. Steeds meer is men gaan inzien, dat het ambt van predikant zeer veel kanten heeft en zeer hoge eisen stelt aan de sensitiviteit en sociale vaardigheden van de persoon van de predikant. Een halve eeuw geleden was dat nog veel minder in opleidingen aanwezig en kon men predikant worden als men over voldoende Bijbelkennis en kennis van de geloofsleer etc. beschikte, een deels theoretisch niveau van kennen, al was dit nooit zonder de geestelijke dimensie van een doorleefd geloof en levende omgang met God. Maar nu bevindt de theologie zich in multidisciplinair gezelschap en maakt zij gebruik van vele hulpwetenschappen, zeker in het kader van de praktische theologie. Dit is alleen maar terecht, ook al kun je best je vraagtekens hebben bij het feit dat predikanten nog altijd ‘allrounders’ dienen te zijn. Maar vast staat, dat een predikant niet slechts ‘man Gods’ dient te zijn, maar zeker ook ‘mensen-mens’, iemand die goed met mensen kan (of heeft leren) omgaan. Goed met mensen omgaan vereist zonder meer, dat je ook over een gezonde dosis zelfkennis en het vermogen tot zelfreflectie beschikt. Dit laatste om op professionele wijze naar je eigen functioneren te kunnen kijken en daarin leerdoelen kunt kiezen, zo mogelijk onder permanente begeleiding door een coach of supervisor. Waar dit onvoldoende gebeurt, lopen velen vroeg of laat toch vast in hun ambtsbediening, hoe mooi en schoon hun roepingsbesef ook is.
Deze wijze van zelfontwikkeling en -evaluatie hoort dus zonder meer bij een goede predikantsopleiding in deze tijd. Het zal echter bij mijn weten nooit het enige middel zijn om uiteindelijk over geschiktheid en toelating te kunnen beslissen. Tenzij het nu gaat om een professionaliteitstest in deze fase, om bij de start van de opleiding reeds leerdoelen voor het vervolg te kunnen stellen. Slechts wanneer een psychologische test al bij voorbaat een score zou laten zien, waaruit blijkt dat je totaal óngeschikt bent voor dit veeleisende werk, zou ik me kunnen voorstellen dat een opleiding adviseert niet door te gaan voor het ambt van predikant of minstens eerst een ander leertraject te gaan, van zelfontwikkeling en persoonlijke reflectie.
Hiermee heb ik tegelijk een begin van een antwoord gegeven op de tweede vraag, over welke competenties relevant zijn. Maar meer dan een begin kan het niet zijn, want het is dan beter om eens enkele beroepsprofielen te bekijken die de laatste jaren in diverse kerkgenootschappen ontwikkeld zijn. Voor het kerkverband waarin ik zelf predikant ben, kan ik verwijzen naar de website van het Steunpunt Kerkenwerk (SKW). Hier is veel materiaal te vinden over competenties etc. Bij de Protestantse Kerk Nederland kun je soortgelijke informatie vinden.
Ds. K. van den Geest
Dit artikel is beantwoord door
Ds. K. van den Geest
- Geboortedatum:12-10-1957
- Kerkelijke gezindte:Nederlandse Gereformeerde Kerken
- Woon/standplaats:Deventer
- Status:Actief