Verwerping van eeuwigheid
Ds. M. M. van Campen | Geen reacties | 05-01-2015| 14:15
Vraag
Aan dominee Van Campen. In uw antwoord op deze vraag geeft u aan wel in een uitverkiezing van eeuwigheid, maar niet in een verwerping van eeuwigheid te geloven. Niemand zou bij voorbaat uitgesloten zijn van Gods genade. U haalde ook Kohlbrugge aan, die een vergelijkbaar standpunt inneemt en een kanttekening plaatst bij de Dordtse Leerregels en Calvijns theologie. Mijn vraag hierover is als volgt: Hoe zit het met de mensen die niet van eeuwigheid uitverkoren zijn, maar dus ook niet zijn verworpen van eeuwigheid? Kunnen zij ondanks hun niet-uitverkiezing toch nog zalig worden via een andere weg (uit zichzelf?). Zo ja, hoe verhoudt zich dat dan tot het leerstuk van de totale verdorvenheid van de mens? Zo nee, dan is er de facto toch alsnog sprake van verwerping in de zin van 'voorbijgaan in zaligmakende genade', zoals Dordrecht het beschrijft? Ik dank u bij voorbaat voor uw antwoord.
Antwoord
1. We spreken over diepe dingen en ons past slechts nederigheid en bescheidenheid van hart en toon als we hierover iets zeggen. Wij kunnen Gods wijs beleid niet doorgronden. Zijn gedachten zijn hoger dan die van ons. Het emmertje van ons verstand kan de zee van Gods liefde niet bevatten. J. C. Ryle zegt dat het bijbelse leerstuk van Gods verkiezing iets is voor de geestelijke hogeschool en niet hoort bij de stukken van de geestelijke basisschool: God begint de mens te roepen tot bekering en geloof in de Heere Jezus. Wie dat heeft geleerd, mag doorgaan naar de hogeschool om daar in de verwondering terecht te komen. Nimmer gaat het erom te weten hoe het zit met ons verstand, maar elke bijbelse waarheid hebben we pas echt begrepen als het ons hart tot aanbidding van de Vader en de Zoon brengt.
2. Mijn punt is dat er geen Schriftuurlijk bewijs te vinden is voor de verwerping van eeuwigheid. Alsof zondaars bij voorbaat al voorbestemd zijn om voor eeuwig verloren te gaan. Dat is onbijbels en zelfs zeer kwalijk. Het schrijft God iets ongerijmds toe en doet tekort aan de rechtvaardigheid van God! Het zou pure willekeur en dat is Gode onwaardig. De diepste grond waarom zondaars niet behouden worden is niet de verwerping volgens een eeuwig besluit van God, maar hun eigen schuld en ongeloof. We moeten niet verder gaan en ook niet smaller zijn dan de Schriftuurlijke grenzen. Dan verkleinen we Gods genade die verschenen is heilbrengend voor alle mensen, Titus 2:11!
3. Er zijn vanaf het paradijs twee lijnen in de Schift aan te wijzen: die van Gods raad en die van onze verantwoordelijkheid. Die twee moeten we naast elkaar laten staan en ze niet op één noemer proberen te brengen. Dan worden we of arminiaans of hypercalvinistisch. Er staat in Johannes 6:37: “Al wat de Vader mij geeft, zal tot Mij komen en wie tot Mij komt zal Ik geenszins uitwerpen.” Daar zie je ze allebei. Elke prediker moet beide preken, maar met de nadruk op het tweede: de oproep om te komen tot Christus (Come and welcome to Jesus Christ). Zie ook Handelingen 13:48: “Allen geloofden die tot het eeuwige leven bestemd waren”, maar twee verzen daarvoor staat “aangezien u het van u afstoot en uzelf (niet GOD!) u het eeuwige leven niet waard oordeelt, wenden wij ons tot de volken.” Dat betekent dat eeuwige behoudenis niet alleen een zaak is van Goddelijke voorbestemming maar ook van een menselijke aanvaarding van het evangelie. Men betoont zich het evangelie waardig niet door uitverkoren te zijn, maar door het aan te nemen. In Hand 14:1 staat zelfs dat Paulus zó sprak dat velen geloofden. De behoudenis heeft ook te maken met de overredingskracht van de prediker! Hij bewoog te mensen tot het geloof. Het gaat om de balans tussen beide lijnen.
4. De totale verdorvenheid van de mens betekent dat we in alle opzichten door de zonden bedorven zijn, maar dat ontneemt ons niet onze verantwoordelijkheid voor de uitingen ervan.
5. De NGB heeft het over het laten in hun val en verder waarin zij zichzelf geworpen hebben. Mijn probleem daarmee is dat de verkiezing verbonden wordt met Gods genade en de verwerping met Gods gerechtigheid. Dat is onbevredigend. Want verkiezing heeft óók met rechtvaardigheid te maken en zelfs in de ’verwerping’ is iets van Gods welwillendheid te bespeuren: als een mens blijvend niet wil, zal God hem daarin tegemoet komen
6. Als God besloten heeft sommigen te verkiezen, vallen de overigen daarmee niet automatisch onder een besluit van verwerping. Bijbelse logica is anders dan menselijke logica. Trouwens strikt logisch kan het ook zo zijn dat God over de overigen géén besluit heeft genomen. We moeten uitkijken voor systeemdwang. De ontkenning van A levert niet B op maar niet-A. Niet verkiezen is niet noodzakelijk identiek met verwerpen. Dat is een het gevolg van een rationele en causale redeneertrant en niet van een nazeggen van Gods Woord.
7. Verkiezing heeft verschillende soorten van bestemming. Je hebt de hemel, de aarde en de hel. God verkiest sommigen voor de hemel (al voor de grondlegging der wereld), dat is de bruidsgemeente die als vrouw van het Lam aan Zijn zijde zal tronen. Anderen verkiest God voor de aarde: Zijn volk Israel is uitverkoren vanaf de grondlegging der wereld. Maar voor de hel ’verkiest’ God niemand bij voorbaat. In Matt. 25:41 staat dat God de hel niet bereid heeft voor mensen, maar voor de duivel en zijn gevallen engelen. Die zullen daar hun eindbestemming vinden. Niet bij voorbaat al mensen. Dat er toch mensen terecht zullen komen, dat is te wijten aan hun weigeren van Gods genade en het volhardend blijven aan de kant van de satan en zijn trawanten.
God verwerpt de ongelovigen omdat zij zondaars zijn en zich niet willen bekeren. Ik wijs dan ook een dubbele predestinatie af: verkiezing en verwerping staan niet als gelijkwaardig naast elkaar. Er zijn helaas allerlei uiterst spitsvondige en ongeestelijke debatten uit ontstaan over supra- en infralapsarisme, die ons niet verder helpen in het verstaan van de bijbelse boodschap van grote blijdschap!
Toepassing: Jezus is niet gekomen om spitsvondige vragen te beantwoorden, maar om zondaars te redden. Het geloof komt niet door het verstand maar door het gehoor en geweten. Geloven betekent niet dogma’s slikken als droog hooi, maar Jezus erkennen. Gooi alles overboord wat u met het oog op de eeuwigheid toch niet kunt gebruiken. Heerlijk moment als je als ambtsdrager/voorganger/kerkganger de dag van de begrafenis van je eigen dogmatiek mag bijwonen. Wanneer dogma verandert in doxa: de leerstukken veranderen in lofliederen aan Hem Lam Gods, die sterke Helde door God verkoren tot Zaligmaker van zondaars.
De verkiezing is een geweldige zegen en troost voor gelovigen, maar om tot de verkorenen te behoren moet men niet wachten op bijzondere openbaring of zich bekommeren om het aantal, maar eenvoudig tot Christus komen. De geschiedenis van de gevallen mens begint al met de uitgestoken hand van God: Waar zijt gij? En de Bijbel eindigt met diezelfde uitgestoken hand: Laat die dorst heeft, komen en hij die wil het levenswater nemen om niet!
Ds. M. M. van Campen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. M. van Campen
- Geboortedatum:02-03-1965
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Rotterdam-Zuid
- Status:Inactief