Sluitend bekeringsverhaal na Avondmaal
Ds. C. Harinck | 106 reacties | 18-12-2014| 10:43
Vraag
Aan dominee C. Harinck. Naar aanleiding van uw antwoorden op de vraag “zondekennis in kaart brengen”. Ik zit bij een gemeente waar de kerkenraad op bezoek komt als een lid aan het Heilig Avondmaal heeft deelgenomen. Men verwacht dan een sluitend bekeringsverhaal. Dit houdt mensen van de tafel af. Hoe zou iemand zich kunnen verantwoorden na deelname, als de kerkenraad op bezoek komt?
Antwoord
Beste broeder,
Het bezoeken van een gemeentelid, nadat deze voor het eerst aan het Avondmaal heeft deelgenomen, is een goede zaak. Ik denk dat je dan niet dezelfde week als een inspecteur op de stoep moet staan, maar toch enkele weken later dit wel moet doen. Ik heb dit als pastor ook steeds gedaan, of het huisbezoek werd door de wijkbroeder wat naar voren gehaald. Je komt niet als geestelijke keurmeester om het lid van de gemeente aan een verhoor te onderwerpen. Als het goed is ben je verblijd en wil je graag met het lid van de gemeente een gesprek over deze eerste gang naar het Avondmaal. Ik vind het vanzelfsprekend dat je als ambtsdrager benieuwd bent om daar iets over te horen. En dan hopelijk te mogen horen dat de Heere de prediking heeft willen zegenen. Het vereist geestelijke oren om soms uit een verward verhaal en wat stuntelige woorden toch te proeven of hier het werk des Heeren aanwezig is of niet. Mensen die alles direct een naam en plaats kunnen geven in een bepaald bekeringsschema, hebben dikwijls weinig of geen ervaring van de de eerste beginselen van Gods werk en tonen geen hartelijke droefheid over de zonde en een zoeken van de zaligheid in Christus. Men zei vroeger wel, dat men liever zag dat de meubels er waren dan dat zij precies op hun plaats stonden.
Tijdens zo’n gesprek kan ook leiding gegeven worden in geestelijke zaken. Meestal ervaart men na een oprechte gang naar het Avondmaal de goedkeuring van de Heere en is men verwonderd over Gods genade. Maar er komen ook al spoedig bestrijdingen en aanvallen van de boze, die benauwen met het feit dat je jezelf een oordeel hebt gegeten en gedronken. Alles bij elkaar hebben deze mensen wel behoefte aan een pastoraal en geestelijk gesprek. Het kan zijn dat je merkt dat iemand lichtvaardig ten Avondmaal is gegaan. Het is te begrijpen dat de ambtsdrager daar dan ook iets over zegt en op zelfonderzoek aandringt. Het mag echter nooit zo worden dat wij denken over het hart te kunnen oordelen en alles van Gods werking in een mens af te weten. Het doel van zo’n bezoek mag vooral niet zijn om vanuit een vooringenomen standpunt dat het toch wel niet van God zal zijn, het lid te vermanen nooit meer ten Avondmaal te komen. Jezus keek heel anders op de zondares aan Zijn voeten dan de vrome Simon de farizeeër in wiens huis Hij was. Je kunt het beste met zulke mensen praten wanneer je je eigen eerste gang naar het Avondmaal niet vergeten bent.
Ds. C. Harinck
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Harinck
- Geboortedatum:09-04-1933
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
waar ik een punt van maak is dat op een bepaalt moment wel alles gezegd is.
Daarom deed ik de oproep: stoppen!
PS: ik telde van jou trouwens 2 reacties ;-)
(18 juli 1534 - 6 mei 1583) één van de belangrijkste auteurs van de Heilbergse Catechismus.
Er word hier op refo gesproken van God moet het doen, en dan maar wachten of dat ook gaat komen, en dat jij ook een uitverkorene mag zijn.
M.i. doet God het al lang, maar niet iedereen geloofd dat, vandaar het onderstaande wat hierover spreekt.
Verder nog meer te lezen http://www.theologienet.nl/documenten/Steenbergen_scriptie.pdf
Dit is geen antwoord op de vraag maar wel belangrijk om te geloven en je eigen te maken.
Het word je aangeboden ik wil niemand hiermee iets opdringen.
Voor mijzelf vind ik dit belangrijk om te weten.
De vraag blijven de meningen in verdeeld, hoop dat dit een bijdrage mag wezen.
Hoe wordt Christus’ voldoening ons eigendom?
Ursinus werpt vervolgens de grote vraag op hoe nu de voldoening van Christus, die
geheel buiten ons ligt, de onze kan worden. (514)
Deze voldoening, die de onze niet is, wordt de onze in de weg van toeëigening.
Deze toeëigening is tweeërlei, n.l. van God (een Goddelijke) en die van de mens.
14
Vanuit de gereformeerde theologie zouden we hier dus kunnen spreken van de
dadelijke rechtvaardiging van Gods zijde en de lijdelijke rechtvaardiging van de zijde
van de mens.
1. De toeëigening van God geschiedt van Godswege, wanneer Hij ons de voldoening
van Zijn Zoon schenkt en toerekent en Hij ons om Hem rechtvaardigt, d.w.z.
vrijspreekt van de schuld en van alle misdaden en ons voor rechtvaardig verklaart,
alsof wij nooit gezondigd hadden. Deze toeëigening wordt genoemd: de toerekening
van Christus gerechtigheid en de rechtvaardiging des Evangelies, d.w.z. de
genadige kwijtschelding der zonden omwille van de voldoening van Christus. In het
Schatboek wordt hierbij ook verwezen naar art. 23 van de N.G.B. waarboven
geschreven staat dat onze rechtvaardigmaking bestaat in de vergeving der zonden en
toerekening van de gehoorzaamheid van Christus.
2. Onze toeëigening is het aannemen van de gerechtigheid van Christus, zoals ons die
door God geschonken en toegerekend wordt door het geloof. Zoals iemand met zijn
hand het kleed aangrijpt en dat tot het zijne maakt door het om zijn lichaam te slaan.
Of zoals de bedelaar met zijn hand een aalmoes van een rijke ontvangt en zo tot de
zijne maakt.
Deze toeëigening geschiedt onzerzijds door de gelovige aanvaarding van de
gerechtigheid van Jezus Christus. De rechtvaardigheid van Jezus Christus is de onze
door het geloof.
Zonder deze toeëigening van onze kant geschiedt de Goddelijke ook niet, maar het
is noodzakelijk dat ze beide samengaan. (514)
vriendelijke groet,
wat heeft u toch een fijn antwoord gekregen van ds. Harinck.
daar ben ik zelfs erg blij mee.Echt zo ouderwets zoals het hoort.
Zo fijn toch.