Jakob vocht met God
Ds. P. Koeman | Geen reacties | 24-11-2014| 10:39
Vraag
Gisteren las ik in de Bijbel het stuk waar Jakob vocht met God (Genesis 32). In het stukje ervoor wordt verteld dat Jakob bang is voor zijn broer Ezau en een geschenk voor hem samenstelt (dit gebeurt de dag ervoor neem ik aan.) Na het gevecht ontmoet Jakob Ezau en verzoenen ze zich met elkaar. Ik heb het gevoel dat het geen toeval is dat God precies tussen deze twee gebeurtenissen in met Jakob vecht. Tegelijkertijd kan ik er maar niet achter komen wat Gods reden daarvoor geweest kan zijn. En waarom laat God Jakob winnen? Is dit om hem zelfvertrouwen te geven in zijn confrontatie met Ezau de dag erop? Jakob zegt na de ontmoeting met Ezau ook: neem dat geschenk dan alsjeblieft van mij aan, want oog in oog staan met jou is niets anders dan oog in oog staan met God, en toch ontvang je mij welwillend. Zou dit besef iets kunnen zijn wat God wilde bereiken met het gevecht? Waarom zou oog in oog staan met Ezau eigenlijk niets anders zijn dan oog in oog staan met God? Of denk ik te moeilijk en zou ik deze stukken niet met elkaar in verband moeten kunnen en willen brengen? Alvast hartelijk dank!
Antwoord
Dank voor uw vraag. Die is de moeite waard en het is fijn om verbanden in Bijbelgedeelten te zien oplichten en daarover na te denken. Dat geldt ook voor Gen. 32 en 33.
De geschiedenis is bekend. Jacob is op weg naar het beloofde land, maar dat gaat niet zomaar. Ezau komt hem in de weg, maar bovenal God. Want buiten God om en zonder verzoening met en zegen van de HEERE komt Jacob niet waar hij wezen mag en moet. Vandaar dat na alle voorzorgsmaatregelen die hij treft om Ezau met zich te verzoenen na alles wat tussen deze broers thuis is gepasseerd -en Jacob doet dit opnieuw erg slim!- hij beseft dat alles onvoldoende is. Er moet meer gebeuren om Ezau te ontmoeten en samen verder te kunnen. Gelukkig dat God Zelf na Jacobs gebed en belijdenis (32:9-12) Jacob tegen komt en met Hem worstelt. Een Man, Jacob begrijpt later dat het hier om God gaat, om de voorvorm van de vleeswording van het Woord, bindt de strijd aan en omgekeerd Jacob met Hem. God komt hier op een andere wijze en in een andere gestalte tot Jacob dan Hij tot nog toe deed. Het is namelijk tussen God en Jacob niet in orde en dat moet eerst recht gezet worden, wil en zal er met de naaste i.c. Ezau vrede komen.
Tevens stelt de Heere Jacobs geloof op de proef en oefent hem daar in. God strijdt met en tegen Jacob, maar ten diepste voor hem. Wonderlijk genoeg laat de Heere Zich overwinnen door het geloof dat Hem vastgrijpt en Hem aan Zijn eigen beloften houdt. Hij kroont daarin Zijn eigen werk in het leven van deze zondaar. Jacob wordt dan ook gebroken in eigen kracht, al heeft hij leren vragen naar de vervulling van de toegezegde beloften. Het wonder is dat de sterke God arme tobbers en onwaardigen laat winnen en Zichzelf wil geven met Zijn heil aan hen die niet zonder Hem, Zijn genade en zegen kunnen. Hem daarom niet laten gaan, niet loslaten. Met eerbied gezegd kan de Heere niet van hen af, omdat Zijn eigen Naam en eer daarmee gemoeid zijn!
Het heeft tevens consequenties voor de ontmoeting met Ezau. Dankzij Gods genade komt er ook horizontaal verzoening en wordt Jacobs vrees weggenomen. Jacob erkent, dat hij door Gods genade alles heeft qua gezin en bezittingen. Hij belijdt met name dat het gezicht van Ezau als het Aangezicht van God is (in het Hebreeuws een woordspeling op de naam Pniël).
Dat wil zeggen: nu Ezau's gezicht niet meer toornig staat en de rimpels zijn weggestreken -er dus verzoening ook tussen hen beiden gekomen is- ziet Jacob daarin Gods Aangezicht in gunst tot hem gewend oplichten. Hij belijdt dus voluit dat alles aan de God van het Verbond en aan Zijn liefde en trouw, aan Zijn weldadigheid te danken is. De Heere houdt Woord!
Het is dus geen toeval dat deze worsteling van God met Jacob tussen de gemelde gebeurtenissen in staat, zoals u terecht aangeeft. Het leert ons, dat er alleen sprake van verzoening kan zijn, wanneer wij met God verzoend zijn/worden en van daaruit ook de verzoening met onze naasten zoeken en beleven. Het vraagt tevens dat wij door de Geest in Zijn wegen gaan, levend uit en voor Christus. Daarin gaat het onze er aan, maar wordt de gerechtigheid en heiligheid van de Middelaar ons toegerekend en gegeven. Vanuit de verzoening met God door Christus bewerkt en bereid is er leven met perspectief juist voor zondaren.
Ik hoop, dat ik hiermee op uw vraag voldoende ben in gegaan en schakels in deze Bijbelgedeelten duidelijk zijn.
Gods zegen gewenst!
Met hartelijke groet,
Ds. P. Koeman
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. Koeman
- Geboortedatum:16-04-1941
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Inactief