Paulus' advies om ongehuwd te blijven
Ds. M. Pronk | Geen reacties | 01-10-2001| 00:00
Vraag
Een vraag n.a.v. het standpunt van Paulus in 1 Kor. 7 (met name vanaf vs. 25). Als Paulus' advies -dat iedere ongehuwde zou zijn/blijven zoals hij: alleen- wordt opgevolgd, betekent dit dat de christelijke gemeente al binnen één generatie getalsmatig hard achteruit zou gaan omdat er geen nieuwe kinderen worden geboren. De uiterste (maar hypothetische) consequentie van dit advies is dat de christelijke gemeente binnen enkele generaties uit zou sterven als iedereen alleenstaande niet zou trouwen! Hoe zit dat? Gold Paulus' advies alleen voor die tijd? Hij wist ook van Jezus' zendingsbevel dat de hele wereld het Evangelie moest horen? Zijn standpunt zou ook consequenties hebben voor het christelijke getuigenis in de wereld.
Antwoord
Paulus begint dit hoofdstuk, 1 Korinthiërs 7, met de uitspraak dat het voor een mens goed is geen vrouw aan te raken, dat is met een vrouw omgang te hebben. Enkele verzen daarvoor ( 1 Kor.6: 16) heeft de apostel nog verwezen naar Genesis 2:24: "Daarom zal de man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aankleven en zij zullen tot één vlees zijn." Waarom hier de stellige uitspraak dat het goed is geen omgang te hebben met de vrouw?
We horen de echo van deze gedachte door geheel het hoofdstuk heen klinken. Zie maar. In vers 8 staat: "Ik zeg de ongetrouwden en de weduwen: Het is hun goed indien zij blijven gelijk ik." In vers 27: "Zijt gij ongebonden van een vrouw? Zoekt geen vrouw." Hij schrijft in vers 38: Wie zijn dochter ten huwelijk uitgeeft, die doet wel. En die haar ten huwelijk niet uitgeeft, die doet beter. Vers 40. Een weduwe is gelukkiger, indien zij alzo blijft, naar mijn gevoelen.
Maar ook schrijft Paulus heel ongedwongen over de gehuwde staat. Gehuwde mensen mogen zich niet aan elkaar ontrekken en dus niet afzien van lichamelijke omgang (de verzen 3-5) . Vers 9: "Indien zij zich niet kunnen onthouden, dat zij trouwen." Verzen 10 en11: De Heere gebiedt de getrouwden nadrukkelijk niet te scheiden. In vers 36 heeft hij het over de vader die zijn dochter mag uithuwelijken en in vers 39 dat het een weduwe vrij staat weer te huwen.
Wat zien we nu? Er lopen door dit hoofdstuk twee lijnen. De lijn van het huwelijk en de lijn van het ongetrouwd zijn. Het gehuwd zijn is goed, maar het ongehuwd zijn is niet minderwaardig. Iemand noemde dit hoofdstuk een ellips met twee brandpunten.
Het is goed te bedenken dat Paulus in dit hoofdstuk niet een uiteenzetting over het huwelijk geeft, maar op een pastorale wijze reageert op opvattingen die in de gemeente van Korinthe leefden. Het zou kunnen zijn dat er in de gemeente waren die wilden stellen dat een christen zich altijd van het seksuele leven moet onthouden. Het lichamelijke past niet bij een christen, dacht men. Het gevaar bestond daarom dat men als christen zijn huwelijk niet meer van belang achtte. Men was immers getrouwd toen men nog heiden was.
Paulus gaat in dit lange hoofdstuk op deze gedachte wat genuanceerd in. Hij wil pastoraal leiding geven. Gehuwd zijn is goed, maar het is ook heel goed om ongehuwd te zijn. Voor mensen is seksuele omgang geen onmisbare zaak. Want, zo begint hij, het is goed voor een mens geen vrouw aan te raken. Het is maar wat hij met dat "goed" bedoelt.
Terecht merkt de vraagsteller op, dat het er voor de kerk niet goed zou uitzien wanneer er geen omgang meer is tussen man en vrouw. Moeten we dan allemaal in een klooster gaan? Een gemeente van ongehuwden kent geen toekomst en sterft uit.
Zowel het getrouwd als het ongetrouwd zijn mag een christen beleven in het licht van de grote toekomst, van het leven op de nieuwe aarde. Vanuit dat perspectief valt er over beide zaken een ander licht. De ongehuwde is iemand met een andere levensweg dan de gehuwde. Een ieder heeft zijn eigen gave. Gehuwd of ongehuwd zijn is geen lot, maar een gave. God geeft een ieder zijn plaats. Wij ontvangen ons leven uit Gods hand. Het getrouwd-zijn is niet de enige normale weg. Paulus beweert juist in dit hoofdstuk dat het goed is voor ongetrouwden om te blijven zoals hij is: ongetrouwd. Paulus kan wel getrouwd geweest zijn, maar dan is hij nu weduwnaar. Hij ziet het als een voorrecht ongetrouwd te zijn, zodat hij in zijn ambt als apostel geheel vrij is zijn tijd te wijden aan de dienst des Heeren
Wil men gehuwd leven, het is goed. Maar doe het dan ook goed, naar de eis van Gods Woord. Wil men ongehuwd leven, dat is ook goed. Maar doe het dan ook goed en ga dan niet tegelijk toch een buitenechtelijke seksuele relatie aan, want dan sta je bloot aan Gods oordeel.
Vanaf vers 25 geeft Paulus advies over de ongetrouwde meisjes in de gemeente. In vers 8 heeft hij het gehad over de ongetrouwden en de weduwen in de gemeente. Waarom spreekt hij nu afzonderlijk over de ongetrouwde meisjes? Wel, omdat in zijn tijd de meisjes niet vrij waren om zelf de sluiting van een huwelijk te regelen. Hun huwelijk werd geregeld door de vader of een oudste broer of een voogd. Paulus heeft voor haar geen bevel van God. Maar hij is een betrouwbaar apostel gebleken. Hij mag in deze kwestie wel wat zeggen.
Hij schrijft in vers 26: "Ik houd dan dit goed te zijn om de aanstaande nood dat het de mens goed is alzo te zijn." Paulus verheerlijkt dus de ongehuwde staat niet, maar plaatst deze in het licht van de tijd. De aanstaande nood is de bestaande nood. De tijd is voorts kort, zegt hij in vers 29. Want de gedaante van deze wereld gaat voorbij, in vers 31. We leven in de eindtijd.
Er waren er in de gemeente in Korinthe die het lichamelijke onverenigbaar achten met het leven van een christen. Hij is immers een geestelijk mens geworden. Dus te hoog voor de omgang met een vrouw. Dat is geestelijke hoogmoed. Het schijnt alsof Paulus deze gedachte overneemt door te stellen dat het voor een mens goed is geen vrouw aan te raken. Maar de zaak ligt anders. Ik spaar u, zegt hij in vers 28. Wie niet trouwt heeft het in deze tijd gemakkelijker.
Wat bedoelt hij nu met de bestaande nood? Christenen leven in nood. Heeft de Heere niet gezegd: "In de wereld zult gij verdrukking hebben?" De kerk leeft in een vijandige wereld, in strijd en aanvechting. Paulus zegt in vers 28 dat een meisje wel mag trouwen, maar laat ze bedenken dat de getrouwden verdrukking zullen hebben in het vlees. Want in de nood heb je het als een getrouwde toch zwaarder dan wanneer je alleen bent. En de tijd is kort. Het is alsof de zeilen al zijn samengebonden om de haven der eeuwigheid binnen te varen. Daarom, laten zij die vrouwen hebben, zijn als mensen die geen vrouwen hebben; die wenen, als zij die niet wenen; die blij zijn, als zij die niet blij zijn en die de wereld gebruiken zijn als de mensen die de wereld niet gebruiken; want de gedaante van deze wereld gaat voorbij.
Hij wil ermee zeggen dat we te temidden van al deze zaken moeten bedenken dat het alles voorbij gaat. Deze wereld is van een voorbijgaande gestalte. Er komt immers een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Leven in deze wereld betekent een verzwaring van het christenleven voor een gehuwde. Vanaf vers 32 komt dat aan de orde. Een getrouwd man ontkomt er niet aan om in deze wereld zijn vrouw te behagen. Dat is ook plicht. Hij is dus verwikkeld in de dingen van deze wereld die voorbij gaat. De getrouwden leven, om zo te zeggen, voor twee zaken. Zij hebben enerzijds voor de Heere te leven en Hem te behagen en tegelijk voor hun echtgenoten te leven. Dat is een verzwaring van de lasten. Het is een goede zaak om te trouwen, maar we worden gewaarschuwd, om niet zodanig in de zaken van de gedaante van deze wereld verward te raken, dat het goede zaad van het Woord verstikt wordt. Getrouwde mensen hebben voor elkaar te zorgen. Maar toch blijft onverlet dat ze eerst Gods koninkrijk hebben te zoeken. Vanuit deze gedachte zegt Paulus dat het goed is om ongetrouwd te zijn.
Ds. M. Pronk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. Pronk
- Geboortedatum:10-03-1940
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:KralingseVeer
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. Pronk is 19 juni 2016 overleden.
Beluister hier de rouwdienst.
Website: www.uithetoverjordaanse.nl