Belijdenis lijkt een leugen
Ds. M. (Michel) van Heijningen | 1 reactie | 20-10-2014| 14:55
Vraag
Belijdenis. Ik, 20-jarige, worstel met het volgende. In april heb ik in een mooie en bijzondere dienst openbare geloofsbelijdenis gedaan. Het was een bemoedigende dienst. Het heeft me diep geraakt. Ik heb op dat moment echt oprecht “ja” gezegd. Ja, tegen God en de gemeente. Ja, ik geloof in onze liefhebbende grote God en Vader. Ja, ik aanvaard mijn roeping in de gemeente, ik beloof mijn Heiland te volgen in leven en sterven en ja, ik beloof trouw te zijn aan de gemeente en te volharden in het lezen van de Bijbel en in het bidden... kort samengevat. Maar nu, vijf maanden later... er knaagt iets in me. “Het is niet waar, die belijdenis was een leugen.” Mijn gebedsleven is zeer achteruit gegaan. Niet omdat ik het niet wil, maar omdat het me niet lukt. Ik voel me nep. Ik voel me een bedrieger, een echte naamchristen en ik kan niet uit dat cirkeltje komen. Het lukt me niet. Voel me behoorlijk hopeloos nu. Hopelijk kunt u een antwoord geven.
Antwoord
Beste vriend(in),
Gefeliciteerd. Je hebt (weer) ontdekt dat je alleen van genade kan leven. En dat is het christenleven in de praktijk. Juist deze week was ik bezig met het maken van een preek over Mattheus 5:3 (Zalig de armen van geest). In de kanttekeningen op de Bijbelvertaling van 1951 kwam ik het volgende tegen: “Het Grieks kent twee woorden voor arm, het eerste drukt 'gebrek hebbend' uit. Het tweede ‘hulp zoekend'. Het tweede is bedoeld in deze tekst.”
De arme van geest (een typering voor de ware gelovige) is iemand die met zijn gebrek naar God gaat. Iemand die Jezus nodig heeft, dat weet en naar Hem vlucht. Volgens mij lees ik zoiets ook in je vraag. Toch? Je redt het niet zelf. En daarom heb je Jezus nodig, dat heb je beleden in april. Misschien dacht je wel dat het na je belijdenis beter zou worden, maar dat is niet zo. Dagelijks ervaren we het: zonder Mij kan je niets doen (Joh 15:5). In onszelf blijven we arm en onwillig.
Wanneer je met je nood tot Jezus vlucht, mag je horen dat Hij je zaligspreekt. “Zalig de armen van geest”, dat zijn Zijn eigen woorden. Als Hij je zalig noemt, dan ben je het ook. Zijn uitspraak is geen wens, maar een scheppend woord. Zoals een rechter vrijspreekt, zo spreekt Hij zalig. Ieder die vraagt om genade, die met zijn gebrek, tekort en schuld tot Hem vlucht, die is zalig. Zalig die in dit leven Jakobs God tot hulp heeft. Jakob was de bedrieger, God hielp hem. Neem zo met jouw nood, jouw tekort opnieuw de toevlucht tot Hem. Hij helpt echt en steeds weer.
Weet je wat het mooie is; wanneer we zo tot Jezus vluchten zorgt Hij er zelf voor dat je vrucht gaat dragen. Wie in Mij blijft draagt veel vrucht, zegt Hij. Dat zie je misschien niet altijd, maar als Hij het zegt is het zo.
Praktisch zou ik je willen aanraden om een oudere te zoeken die je helpt, een soort mentor. Iemand bij wie je af en toe langsgaat en die in de gaten houdt hoe je het stelt, je tips geeft en ervaringen kan delen. Dat kan je enorm helpen.
Een belijdenisdienst is vaak een hoogtepunt, soms zeggen ouderen na de dienst tegen je: “Welkom in de strijd.” Misschien snap je nu wel waarom. Geloven is niet op een glijbaan gaan zitten, je begint eraan en verder gaat het vanzelf. Geloven en blijven geloven is een dagelijkse strijd. Gelukkig hoeft dat niet in eigen kracht.
Hartelijke groeten,
Michel van Heijningen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. (Michel) van Heijningen
- Geboortedatum:08-06-1976
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Alblasserdam
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Inderdaad 20jarige: welkom in de strijd en die is niet gemakkelijk.
Ga niet op je eigen beleving en gevoel af, maar vertrouw op de Heere.
En al bid je niet met veel woorden, of helemaal geen woorden, een zucht hoort Hij ook.