Wie Hem vrezen, hebben geen gebrek
Ds. W.G. Hulsman | Geen reacties | 17-09-2014| 10:00
Vraag
Mijn vrouw en ik lezen het Bijbelboek Psalmen en we zijn beland bij Psalm 34. Een mooie Psalm die volmondig Gods goedheid benadrukt. We zitten alleen met een vraag die niet uit ongeloof of twijfel gesteld wordt, maar wel van 'hoe zit dit precies?' Het gaat om Psalm 34 vers 10 en 11. “Vrees de HEERE, u, Zijn heiligen, want wie Hem vrezen, hebben geen gebrek. Jonge leeuwen lijden armoede en honger, maar wie de HEERE zoeken, hebben geen gebrek aan enig goed.”
Wij vinden het zo lastig omdat nu, op dit moment, zo ontzettend veel christenen worden vervolgd en bruut worden gekruisigd en afgeslacht door onder andere de IS. Heeft iemand een uitleg over hoe we dit moeten lezen?
Antwoord
Ik kan me voorstellen dat jullie hier een vraag over stellen en ik vind het ook niet zo gemakkelijk om deze vraag te beantwoorden. Er zijn inderdaad Psalmen waarvan je denkt: het moet de godvrezende haast wel voor de wind zal gaan. Psalm 91 is ook zo’n psalm. In vers 10 staat: “Geen onheil zal u overkomen.”
Toch zijn er ook Psalmen waar een heel ander geluid klinkt: bijvoorbeeld Psalm 42. Daar is de dichter tegen zijn wil ver weg van Gods huis. Kennelijke vanwege vijanden. Denk ook aan Psalm 142. De dichter moest vluchten. En je merkt hoe mensen het daar moeilijk mee hebben. Bijvoorbeeld in Psalm 13 met zijn “hoelang”. Hoelang duurt die ellende nog voort? Denk ook aan Psalm 73, waarin de voorspoed van de goddelozen staat naast de tegenspoed van de godvrezende.
Eigenlijk zie je twee lijnen in de Psalmen: aan de ene kant psalmen waar op de stelligste wijze verzekerd wordt dat het de godvrezende goed zal gaan en aan de andere kant Psalmen, waarin er vervolging of verdrukking aanwezig is. Het ene is waar: God geeft bescherming. Zelfs in Irak geloven christenen dat. Daarom roepen ze ons ook op tot gebed.
Het andere is ook waar. Er zal ellende zijn. Dat gaat hen die met de Heere leven niet voorbij. Er wordt soms zelfs iets positiefs in gezien, zoals in Psalm 119: “Het is goed voor mij verdrukt te zijn geweest.”
Mijn indruk is dat in het Nieuwe Testament nog meer benadrukt wordt dat de gelovigen het meekijk zullen hebben op de aarde. Jezus zegt: “In de wereld zult u verdrukking hebben...” (Johannes 16:32). Petrus spreekt over de “hitte der verdrukking” en dat het hen niet moet bevreemden dat dit hen overkomt (1 Petrus 4:12). Ook in het Nieuwe Testament zie je echter dat God op een wonderlijke manier beschermt en bewaart. Denk aan Petrus die door een engel uit de gevangenis geleid wordt. Denk aan Paulus die tijdens de storm op zee gespaard werd.
Zolang wij nog in het laatste der dagen leven, zal er steeds weer van alles aan de hand zijn. Ondertussen mogen we blijven geloven dat Christus alle macht heeft, en hier en nu uitkomst kan geven. En zeker mogen we geloven dat hij dat doen zal in de eeuwigheid.
Ds. W. G. Hulsman
Lees ook: 'Geen onheil zal u overkomen...en corona dan?'
Dit artikel is beantwoord door
Ds. W.G. Hulsman
- Geboortedatum:08-11-1956
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus