Velen geroepen, weinigen uitverkoren
Ds. B. J. van de Kamp | 1 reactie | 16-09-2014| 14:52
Vraag
Aan een dominee (liefst van hervormde huize). Hoe moet ik de tekst “velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren” (o.a. Mattheus 22:14) zien als ik kijk naar de teksten in Openbaring over “een grote schare, die niemand tellen kan” (o.a. Openbaring 7:9)? In andere woorden: Hoe verhouden die teksten zich tot elkaar? Duidt het woord “weinig” meer op een relatief aantal dan op een absoluut aantal, of bedoelde Jezus nog weer wat anders?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vraagsteller of vraagstelster,
Wat Jezus met deze uitspraak bedoelt is, eerbied, aandacht en verwachting te wekken voor Zijn Evangelie. Het Evangelie komt tot ons niet als een medaille, als een ridderorde voor ons goede prestaties, maar als een aanbod van genade voor zondaren, die het niet hebben verdiend en toch ontvangen.
Wil je zo het Evangelie op een nederige en eerbiedige wijze aanvaarden? Of vind je dat Jezus eerst maar eens waardering voor al jouw activiteiten, kerkgang, goede bedoelingen etc. moet hebben. Als je deze opvatting hanteert, dan sta je de komst in het Koninkrijk van God zelf in de weg. Denk aan de uitdrukking van Jezus: worden als een kind. Denk aan de tollenaar, die vraagt om genade.
In het Koninkrijk van God gaat om twee soorten van kennis die de Heilige Geest aan je geeft. De volgorde waarin je dat leert kan verschillend zijn. Op een bepaalde wijze gaan ze wel samen op. Het gaat namelijk om zelfkennis en Godskennis. Jezelf leren kennen als een mens, die de Redder Jezus nodig heeft. Helemaal en volkomen in alle dingen. En ook God leren kennen in Christus, Die ons tot een volkomen en betrouwbaar Zaligmaker, Redder, Heiland is gegeven. Zie 1 Corinthe 1:30 en 31.
De tweevoudige kennis is geen product van ons, maar een gave van de Heilige Geest, Die dat om Jezus wil in ons werkt. Geloven in de Openbaring van God. Ons toevertrouwd in de Bijbel.
Dat hoor je ook als getuigenis bij de schare die niemand kan tellen. Openbaring 7:10, zie ook Openbaring 5:6-14. Het gaat daar om heel de kerk en heel de schepping. Let op hun belijdenis. Niet hun lijden om en voor het geloof dragen ze aan als basis van de zaligheid, maar het genadewerk van God in Christus.
Het appèl, dat Jezus doet uitgaan van o.a. Mattheüs 22:14 is dat bij God de deur volkomen openstaat. Evenwel, wij kunnen en mogen alleen door die Deur (= Christus) binnengaan. Als je probeert het op een andere manier te regelen, dan ben je een tegenstander van Christus en maak je God tot een leugenaar. Hij heeft ons immers geopenbaard dat het Christus alleen is. God de Vader heeft zo’n grote achting en waardering voor het werk van Zijn Zoon! Dat laat Hij nooit verachten of ontkennen.
Daarom, wees niet eigenwijs en hoogmoedig. Buig je knieën en zeg: Dank Heere, dat ik als zondaar, helemaal en voor eeuwig bij U komen mag. Verwacht dat geloof niet van jezelf, maar van God. Hij geeft het van ganser harte, zonder verwijt. Efeze 2: 8,9 en Jakobus 1:5.
Ik hoop dat ik je voldoende inzicht heb mogen geven t.a.v. deze tekst en haar bedoeling.
Hartelijke groet,
Ds. B. J. van de Kamp
Dit artikel is beantwoord door
Ds. B. J. van de Kamp
- Geboortedatum:21-11-1950
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Hierden
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Het is een waarschuwing, om het Evangelie niet te laten wat het is, omdat God nu eenmaal niet iedereen wil ontvangen.
Als je het gedeelte in z'n context leest, dan zie je al dat het nergens over de uitverkiezing gaat.
Wel over mensen die wel of niet op de uitnodiging ingaan.
Je zou ook kunnen lezen: velen zijn genodigd, maar weinigen zijn er op ingegaan.
Het heeft niets te maken met de uitverkiezing van eeuwigheid. Jezus waarschuwt hier om niet in ongeloof niet in te gaan op Zijn nodigende roepstem. En laten we dan maar niet de heidense Griekse filosofie erbij halen of we wel of niet kunnen geloven, want dat was in de tijd in de Bijbel al helemaal geen vraag. Als je ingaat op Zijn liefdevolle uitnodiging, dan mag er zeker van Zijn dat Hij het willen en werken in jou gewerkt heeft, want vanuit jezelf is er alleen minnachting voor Hem. Zolang iemand nog in ongeloof blijft leven, wordt Hij geminacht. En dat is vreselijker dan niet tot Hem komen.
Sowieso is het de moeite waard om het volgende af te vragen: wie was het uitverkoren volk in het Oude Testament? De heidenen of Israël? En wie is het uitverkoren volk in het Nieuwe Testament? De gemeente, Israël of een andere willekeurige groep mensen uit de mensenmassa van deze wereld?
Als je OT leest, dan hoeven we niet te discussiëren dat het daar om het volk Israël gaat.
Als je het NT goed bestudeerd, dan weet je dat Efeze 1 vers 1 t/m 14, 2 Tim. 2 vers 10, Titus 1 ver 1, 1 Petr. 1 vers 1 t/m 2, Hand. 13 vers 48 en Rom. 8 vers 29 ook over het volk Israël gaat.
Ik las eens ergens bij een oudvader " er staat gelukkig niet "want alzo lief had God de uitverkoren wereld, opdat de uitverkore die in Hem gelooft zalig zal worden". Nee, een ieder (zonder onderscheid) die in Hem gelooft zal zalig worden.
Het gevaar is dat we veel uit de Bijbel zijn gaan toepassen op de kerk, terwijl de Bijbel een boek geschreven is door Israëlieten, Joden, vanuit Israël, welliswaar geïnspireerd door de H.G. Maar vanuit dat oogpunt moet je de Bijbel dan ook lezen. Het is toch vreemd dat wanneer een Nederlander een boek schrijft over de Nederlandse geschiedenis en wat er 2015 te wachten staat, dat de Aziaten het gaan toepassen op hun, nog vreemder is het wanneer ze van iets letterlijks iets geestelijks gaan maken.
Wat ook te denken geeft. Alleen refomatorische kerken, of door reformatorische zendelingen gestichte kerken in het buitenland leren een uitverkiezingsleer, maar voor de rest in de wereld speelt dit totaal niet omdat Israël het uitverkoren volk was (O.T.) en is (N.T.).