Belang van toeëigening
J.W.N. van Dooijeweert | 3 reacties | 21-07-2014| 15:33
Vraag
Aan evangelist Van Dooijeweert. Veel van mijn familieleden geloven in het Woord van God, in Zijn drieeënheid, in de heilsfeiten, dat zij zondaren zijn, kortom alles uit de Bijbel. Maar nu komt het: ze kunnen niet geloven dat de Heere Jezus ook stierf voor hun zonden. Ik weet ook dat dat komt door de prediking die zij zondag aan zondag horen. Mijn vraag is voor wat betreft hun zaligheid: komt het nu op die toeëigening aan of niet? Zijn zij behouden als ze komen te sterven? Ik weet dat wij daar niet over te oordelen hebben, maar het gaat mij erom of ik bij hen moet gaan evangeliseren. Ik heb al wel eens een boekje gegeven, maar omdat wij overgegaan zijn naar een ander kerkverband zijn wij eigenlijk verdacht en is een gesprek bijna niet mogelijk. Natuurlijk bid ik voor ze, maar het kan me soms zo enorm zwaar wegen en ik voel me eigenlijk verplicht om dit te bespreken. Anderzijds komen er vaak discussies uit voort. Zijn ze gelovigen die het niet weten of komt het hier neer op ongeloof of wat zij historisch geloof noemen? Ik weet echt niet hoe ik hier het beste mee om kan gaan.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Fijn dat je mij toevertrouwt om over deze vragen na te denken. Maar ik zeg je vooruit al dat je er na mijn antwoord niet helemaal uit bent hoor. Je zit met deze ervaringen en deze vragen precies op het pijnlijke stukje van onze kerken: alles weten over het geloof, maar zelf niets durven toe te eigenen.
Er is onlangs een brochure verspreidt met de titel “Ben ik uitverkoren?” Een vraag die uit hetzelfde probleem voortkomt. Wat is dat probleem? Als we in onze kerken belijdenis doen dan stemmen we volmondig in met de leer van de kerk. Lees de vragen maar na:
1.Verklaart gij dat gij de leer van onze kerk, welke gij geleerd, gehoord en beleden hebt, houdt voor de ware en zaligmakende leer, overeenkomende met de Heilige Schrift?
2. Belooft gij dat gij door Gods genade in de belijdenis van deze zaligmakende leer standvastig zult blijven en daarin zult leven en sterven?
3.Belooft gij dat gij overeenkomstig deze heilige leer uw leven altijd godvruchtig, eerbaar en onberispelijk zult inrichten en dat gij uw belijdenis met goede werken zult versieren?
4.Belooft gij dat gij u aan de vermaning, terechtwijzing en kerkelijke tucht wilt onderwerpen en onderworpen zult zijn, indien (wat God verhoede) het mocht gebeuren, dat gij u in leer of leven kwaamt te misgaan?
Wat belijden we dus als we hierop “ja” zeggen? 1. De prediking in onze kerk is de echte bijbelse leer, goed om zalig te worden. Ik ben het hier mee eens. 2. Ik zal door Gods genade deze leer trouw blijven. Zelf kan ik dat niet. 3. Ik zal mijn belijdenis met goede werken versieren. Ik zal christelijk leven, Godvruchtig leven, in goede werken. 4. Als ik dingen verkeerd doe, zal ik me aan de bestraffing van de kerk onderwerpen. Over wedergeboorte, deel hebben aan de Heere Jezus, persoonlijk geloven... wordt niets gezegd.
De doorsnee-belijder gaat met zijn “ja-woord” het leven in. Hij weet vanuit zijn of haar belijdeniscatechisatie en uit de preken, precies wat de leer is. Hij of zij weet ook precies hoe er geleefd moet worden. Welke kleren kunnen en welke niet. Wat voor vrienden je moet hebben. Welke boeken je moet lezen, enzovoort. Hij of zij doet ook goed zijn best om trouw te zijn aan de kerk. Kan geen verkeerd woord over de kerk verdragen. Ja, die goede werken dat is nog wel een probleem. Daar schiet ik veel in te kort. Als ik kijk naar die en naar die... En dan komen de boekjes met bekeringsgeschiedenissen tevoorschijn. Zulke bijzondere mensen. Waar moet ik dan blijven?
En de kerkelijke tucht...? Ja dat is voor een jongen en een meisje die ‘moeten’ trouwen en voor een dominee die vreemd gaat... Ik pas wel op!
Dan komt daar nog het één en ander bij: “Als je niet uitverkoren bent, word je niet zalig, al kruip je je knieën blauw! De nodiging om tot Jezus te gaan is voor de uitverkorenen en niet voor de gewone mensen. Ik kan mezelf niet bekeren, ik ben zo onwillig... En als Jezus zegt: Komt tot Mij, zie Ik sta aan de deur en Ik klop... dan weet Hij toch dat ik dat van mezelf niet kan.” En zo kabbelt het leven verder, totdat de dood om de hoek kijkt. Vandaag 80 geworden, een sterfgeval in de familie, de dokter heeft kanker geconstateerd. En ga zo maar door...
En dan? Wat moet zo iemand dan? Klagen en steunen, kermen en roepen. Of afwerend zeggen: “Ik heb zo mijn best gedaan!” De toekomst is ineens een verschrikkelijke nachtmerrie: “Die rechtvaardige God, mijn zonden, niet uitverkoren.” En duizend andere dingen.
Iemand zei eens tegen me: “Was ik maar een koe. Dan hoefde ik niet voor God te verschijnen.” Ziet u het probleem?
Het fundament dat gelegd werd in het belijdenis-doen, was niet gegrond op een persoonlijk geloof. Een persoonlijk geloven in Jezus. En dat terwijl het ons zo nadrukkelijk (op grond van de Bijbel) in de Catechismus geleerd wordt: “Wat is uw enige troost, beide in het leven en sterven?” Antwoord: “Dat ik met lichaam en ziel, beide in het leven en sterven niet mijn maar mijns getrouwen Zaligmakers JEZUS CHRISTUS eigen ben, die met Zijn dierbaar bloed voor al mijn zonden volkomen betaald en mij uit alle heerschappij van de duivel verlost heeft en alzo bewaart, dat zonder de wil van mijn hemelse Vader geen haar van mijn hoofd vallen kan,
ja ook, dat alle dingen tot mijn zaligheid dienen moeten, waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van het eeuwige leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte gewillig en bereid maakt.”
Dat is zo heel persoonlijk! Daar kan op volgen wat in vraag 54 staat: “Wat gelooft u van de heilige algemene christelijke kerk?” Antwoord: “Dat de Zone Gods uit het ganse menselijke geslacht zich een gemeente, tot het eeuwige leven uitverkoren, door zijn Geest en Woord, in enigheid van het ware geloof, van het begin van de wereld tot aan het einde, vergadert, beschermt en onderhoudt ; en dat IK daarvan een levend lidmaat ben, en eeuwig zal blijven.”
Weg alle verstandelijke, leerstellige vragen. Alleen het persoonlijk geloven in Jezus Christus geeft ons het eeuwige leven. “Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven”, zegt Jezus Zelf. Het mooie hoedje, de passende kleding, het netjes leven, het steunen en zuchten, het roepen over de uitverkiezing, het afschuiven van onze verantwoordelijkheid... zal ons niets baten als we gaan sterven.
Ik kan het begrijpen dat het je zwaar weegt dat je omgeving helemaal niet persoonlijk met deze dingen bezig is. De toe-eigening is geen zaak van ons kunnen of willen maar van Gods Geest. Romeinen 8:16: “Dezelve Geest getuigt met onzen geest, dat wij kinderen Gods zijn.”
Voor ons is er het gelovig aanvaarden wat de Bijbel ons zegt. Probeer altijd in alle rust over deze dingen te spreken met je omgeving.
Het is vanzelfsprekend (maar zondig) dat ze u een gevaar vinden. Wie overgaat naar een andere kerk is zijn of haar belijdenis ontrouw geworden. Die heeft zich ook niet onderworpen aan de kerkelijke vermaning om te blijven. Dat moet je kunnen begrijpen en ook verdragen.
Ds. Kohlbrugge heeft antwoord gegeven op je laatste vraag: Is dit ongeloof? Hij zegt: We hebben drie soorten ongeloof en één soort geloof: historisch ongeloof, tijd-ongeloof, wonder-ongeloof en echt zaligmakend geloof. En dat hebben we nodig om ingeplant in de Ware Wijnstok te kunnen leven en sterven.
Ik wil hier nog wel bijvoegen dat er gelukkig in onze kerken ook heel goede, warme Evangelieprediking is. Het kan nog zo heel gunnend vanaf de preekstoel gezegd worden: Laat u met God verzoenen. Maar helaas, veel mensen zijn zo verstokt dat ze dat niet op zichzelf betrekken of niet op zichzelf durven te betrekken. Anderen zitten elke zondag twee keer in de kerk en hebben nog bijna nooit echt naar de prediking geluisterd. Dat moeten we ook goed onder ogen zien.
Hartelijke groeten en Gods rijke zegen.
Evangelist J van Dooijeweert
Dit artikel is beantwoord door
J.W.N. van Dooijeweert
- Geboortedatum:23-01-1938
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Waddinxveen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
God zij dank mocht ik later gaan geloven dat God er ook voor mij was, dat Jezus ook voor mij was gekomen. Gelukkig zijn dus na zoveel jaren de frustraties echt wel weg en de pijn van afwijzing genezen.
Al had ik deze bevestiging 20 jaar geleden graag gehad, toch erg bedankt voor dit antwoord, want het doet toch nog goed!
vragensteller,ik liep te denken aan wat u zegt,,....overgegaan naar ander kerkverband,zijn wij eigenlijk verdacht...gesprek bijna niet mogelijk..
k,weet natuurlijk niet,hoe de mensen in stilte tobben...alles=mogelijk.
khoorde v d week een preek en dacht aan uw vraag
er zijn zoveel godsdienst openbaringen, die de doodstaat verloochenen
die de vrije verkiezing verloochenen
dan hoef je uit Genade niet gezaligd worden,dan maak je jezelf zalig.
je kunt hard schreeuwen bij een kist,maar niemand verroerd zich...
misschien is uw fam. wat bang,dat u bij zo,n kerk bent terecht gekomen?
ik blijf erover denken,over uw vraag
met ons verstand altijd vragen,Heere maak ook mij levend door Uw Woord