Stigmata
Ds. J.J. Tigchelaar | Geen reacties | 21-07-2014| 10:16
Vraag
Hoe moeten wij denken over stigmata?
Antwoord
1. Het woord “stigmata” wordt meestal gebruikt voor het verschijnsel dat sommige mensen, meestal in de rooms-katholieke traditie, verwondingen hebben die zouden overeenkomen met die wonden die met de kruising van Jezus Christus samenhangen. Meestal dus bloedingen in de handpalmen, soms ook in de voeten, in de zijde en -minder dikwijls- aan het hoofd, als door een doornenkroon veroorzaakt. Deze verschijnselen kunnen permanent zijn of in een bepaalde periode voorkomen. Medisch is dit verschijnsel niet te verklaren. Het hangt waarschijnlijk samen met een psychische geestesgesteldheid. Sommigen noemen het autosuggestie of een hysterische persoonlijkheidsstructuur. Ook in de rooms-katholieke traditie wordt getwijfeld of deze stigmata altijd wel echt zijn of door de betrokkene, om een of andere reden, met kunstgrepen zijn teweeggebracht. Hoe daarover te denken?
2. Het woord “stigmata” wordt door Paulus gebruikt in de brief aan de Galaten (6:17). Het is een meervoud en kan vertaald worden door teken, litteken of brandmerk. De Kanttekeningen bij de Statenvertaling en alle door mij geraadpleegde commentaren verwijzen naar de slagen, geselingen, banden en wonden door steniging die Paulus in de dienst van het evangelie van Jezus Christus heeft opgelopen. Hij draagt als het ware het brandmerk van een slaaf, van zijn Meester. Er is geen enkele verwijzing en ook geen enkele reden om aan te nemen dat Paulus wonden of littekens had, die rechtstreeks overeenkwamen met de wonden van Jezus Christus bij zijn kruisiging.
3. Paulus beroept zich hier ook niet op, alsof de stigmata een bijzonder teken van heiligheid zouden zijn. Elke christen draagt de smaadheid van haar of zijn Heiland.
4. Toch is in de kerkgeschiedenis vanaf de dertiende eeuw dit verschijnsel, echt of gefingeerd, vaak verbonden met bijzondere mensen en met een waas van heiligheid. Het hangt samen met mystieke en extatische ervaringen. Sindsdien zijn ongeveer 300 gevallen beschreven. Het bekendst is dat Franciscus van Assisi de stigmata zou hebben vertoond. Zijn liefde tot Christus dreef hem tot een vorm van navolging, die tot de stigmatisatie zou hebben geleid.
5. Wat hier van waar is en hoe het uitgelegd moet worden, dat is niet de hoofdzaak waar het in ons geloof en levenswandel om gaat. Wij worden niet gered van de zonde door verwondingen die wij vertonen, of door tekenen die wij of anderen tijdens vervolging en marteling oplopen. Alleen het bloed van Jezus Christus maakt ons vrij.
6. Het is helaas opvallend en ook verwarrend dat de eenvoud van het geloof en de bekering zo vaak wordt ingeruild voor de aandacht voor bijzondere verschijnselen en/of ervaringen. En dan kan de wens opkomen ook zoiets mee te mogen of willen maken.
De mensen die, echt of gefingeerd, de stigmata vertoonden, kregen de naam bijzonder heilig te zijn, ze werden opgezocht en dikwijls om voorbede gevraagd. Laten we aan deze praktijk niet deelnemen. Niet passief en niet actief. We hoeven God niet om dat soort stigmata te vragen.
Wanneer Hij inderdaad dit wil geven, zal Hij er wel een reden voor hebben. Maar in de Heilige Schrift hebben we genoeg om te weten wat tot onze zaligheid nodig is.
Ds. J. J. Tigchelaar
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. Tigchelaar
- Geboortedatum:05-12-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Putten
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus predikant en adviseur predikantenopleiding Church of Central Africa