Zijn aangezicht verborgen
Ds. H.H. Klomp | 2 reacties | 07-07-2014| 10:30
Vraag
Ik heb mogen ervaren dat God er was in mijn leven, Zijn liefde geproefd, Zijn nabijheid ervaren. Er is toen veel veranderd in mijn leven. Maar nu ervaar ik dat God er niet meer is en alles donker lijkt. Ik ben toen voor het eerst aan het Heilig Avondmaal gegaan omdat ik niet meer kon blijven zitten en getrokken werd naar Zijn tafel. Ik heb toen weer Gods nabijheid ervaren. Ik ervaar altijd een soort strijd in mezelf en twijfel of ik me niet vergis. Nu was er afgelopen zondag weer Heilig Avondmaal en ben weer aangegaan, maar het bleef leeg en koud in mijn hart. Waarom laat God eerst Zijn liefde voelen en verbergt Hij Zijn aangezicht weer? Waarom ervaar ik de tweede keer aan het Avondmaal niets? Is dat een teken dat ik mezelf bedrieg? Soms denk ik eraan om voorlopig niet meer naar de kerk te gaan om zo weer rust in mezelf te vinden, want de leegheid die ik nu in mezelf ervaar kan nooit erger worden dan het nu al is, en de rust die ik ervaarde onder de kerkdienst is er ook niet meer. Wat is uw advies? Graag een antwoord van een dominee uit de Chr. Ger. Kerk.
Antwoord
Beste vragensteller, dank voor je openhartige reactie. Je stelt wel heel wat aan de orde. Mooie vragen, wezenlijk ook. Maar tegelijk moeilijk. Ook ik weet niet waarom God de ene keer gevoelig overkomt aan Zijn tafel. En de volgende keer niet. Daar is de Heere vrij in. Hij is niets aan ons verplicht. Maar de Heere heeft Zich wel aan Zijn geopenbaarde Woord gebonden. Daarin kun je op Hem aan! Op Zijn Woord dus ook. Ik ken je niet (goed) en daarom is er het gevaar dat mijn antwoord mis schiet. Ik probeer het toch. Mijn vraag aan jou: leef je misschien niet te sterk bij gevoel en ervaren? Gevoel en ervaring horen zeker bij echt doorleefd geloof. Maar het gevoel is nooit eerst. Dat is het Woord en de bevinding (het geloofsgevoel dus) is de vrucht van het beoefende geloof. Dus de bijbelse volgorde is altijd Gods Woord -geloof er in- geloofsgevoel er van als vrucht. Nooit andersom (dit is altijd de Chr. Ger.-lijn vanuit de Bijbel geweest in de prediking). En dat geloofsgevoel komt wel in je, maar is geen vrucht van jouw gevoelsakker, maar de beleving van Gods Waarheid. De HeiligeGeest werkt dat.
Dat gaat veel dieper dan eigen gevoelens. Je kunt dat zelf niet regelen. God wil en zal het ook geven aan allen die het oprecht van Hem verwachten. Oefen je daarin (wel trouw naar de kerk blijven gaan!). En dan niet na één of twee keer meten en al radeloos worden als het gevoel een keer ontbreekt. Nee, vertrouw maar stil op de Heere, onder de prediking en aan de HA-tafel. En de HEERE zal doen wat Hij beloofd heeft en wat Hem behaagt. Daar kun je van op aan. Psalm 56 :5+6 berijmd vind ik in dit verband heel mooi om te zingen. Vers 4 mag er ook bij. Sterkte en zegen, geloofstroost en -bevinding toegebeden door een Chr. Ger.-dominee. Groet!
Ds. H. H. Klomp
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H.H. Klomp
- Geboortedatum:05-04-1949
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Veenendaal
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Met emeritaat sinds januari 2017.
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Verder ervaar je altijd een soort strijd en twijfel in jezelf of je je niet bedriegt. Dat is op zich niet verkeerd, als het je maar bij de Heere brengt om uitkomst. Je hebt ooit Gods nabijheid mogen ervaren. Dat kan alleen in en door Jezus Christus. Onderzoek jezelf daarop of je iets van het Offerlam hebt mogen zien. Je komt daar om Zijn dood te verkondigen. Blijf vooral niet thuis uit de kerk, want onder de Woordverkondiging wordt het geloof juist gewerkt/versterkt. En dat heb je nodig. Eerst geloof en dan de vrucht(blijdschap), zoals Ds. Klomp het zegt. Dit leerde ook prof. G. Wisse. Lees zijn boekje eens: Mag ik ten avondmaal gaan?
als je een kind altijd direct anw. hebben ze hun ouder minder nodig,dan als je eff. wacht met antw.
de spanning,hoe zal,t uitvallen
wat zullen ze zeggen
zo kan t geestelijk ook zijn
blijf maar een bedelaar aan de troon de Genade,om geholpen te worden ter bekwame tijd.