Nog geen wederkomst
Ds. M. M. van Campen | 1 reactie | 03-06-2014| 13:56
Vraag
1 Thessalonicensen 4. In dit Bijbelhoofdstuk staat: 16: “Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan”; Vers 17: “Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen.” Hiermee wilde Paulus de Christenen in die gemeente moed inpraten: wij leven bijna 2000 jaar later en weten dat er tijdens Paulus leven geen wederkomst geweest is. Zit Paulus hier fout, m.a.w. geeft hij de mensen valse hoop? Ik kan me voorstellen dat dit in de tijd erop voor verwarring heeft gezorgd, net zoals met andere eindtijdvoorspellingen.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Paulus zegt niet: zij die dan leven zullen, maar wij, de levenden (15) en nogmaals (17) daarna zullen wij, de levenden... en zo zullen wij altijd met de Heere wezen. Betekent dit dat hij in de veronderstelling verkeerde dat hij de opname (!) zou meemaken? Hij rekent zichzelf bij die “wij”. Maar hij is gestorven en de komst van de Heere Jezus is nog niet gebeurd, dus Paulus heeft zich vergist?
Nee, zo moet je niet denken. Paulus spreekt hier de taal van het geloof. Zo horen wij allemaal te praten. Een christen is niet iemand die wacht op zijn dood en staart naar een gat beneden in de grond, maar een christen is iemand die opziet naar boven en uitziet naar de komst van Zijn geliefde Heere en Heiland op de wolken. Dat kan eerder plaatsvinden dat de dag van mijn dood. Een maranathachristen verwacht zijn Koning in heerlijkheid. Hij gelooft dat Jezus zal terugkomen en hij hóópt ook dat het zal gebeuren terwijl hij nog op aarde verkeert. Ik hoop dat ik het mag meemaken tijdens mijn leven.
Een christen rekent met de komst van de Heere Jezus en dan komt het niet in je gedachten op dat je misschien zelf voor die tijd al gestorven zou kunnen zijn, hoewel dat natuurlijk mogelijk is, dat wist Paulus ook wel. Maar het is niet de houding van een christen. Je kijkt naar Hem uit: niet met je handen in het haar van wanhoop maar met je hand boven je ogen verwacht je Hem. Niet passief afwachten, wel actief verwachten: zoals een aanstaande moeder haar ongeboren kind, terwijl ze toch haar dagelijks werk doet, zo de christen zijn Koning.
Niemand kan de dag van de verschijning berekenen, maar dat Hij komt staat vast. Laat de gelovige zijn Heere blijven verwachten in de zekerheid dat hij Hem elk ogenblik kan zien verschijnen. Elke nieuw week in je agenda als het ware schrijven: “Jezus zou deze week kunnen komen.”
Ook Petrus ging ervan uit dat zijn lezers dit best nog zouden kunnen beleven: 2 Petrus 1:19: “Totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in úw hart.” 2 Petrus 3:14: “Omdat u hiernaar uitziet moet u zich inspannen om smetteloos en onberispelijk en in vrede door Hem te worden aangetroffen.”
Wie weet, komt Hij nog bij ons leven! Vol verwachting blijf ik uitzien tot die dag eens dagen zal, dat de Heiland op de wolken weerkomt met bazuingeschal. Bij Paulus was het geen tijdsberekening, maar een geesteshouding! Het was geen vergissen met het verstand, maar een wensen van het hart.
De Messiasbelijdende Jood Isaac Da Costa schreef: “Het is de mens eigen om spoedig te willen zien gebeuren wat hem hoogst begeerlijk voorkomt en wat kan er begeerlijker zijn dan de wederkomst van de Heere, waarmee het einde van de strijd aangebroken, de aanvang van het heerlijkste werk gekomen is.”
Mijn vraag aan jou is: verwacht jij Hem?
Ds. M. M. van Campen
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. M. van Campen
- Geboortedatum:02-03-1965
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Rotterdam-Zuid
- Status:Inactief