Diagnose anorexia gesteld
Ds. J. Westerink | 1 reactie | 02-06-2014| 15:29
Vraag
Ik ben een vrouw van 28 jaar en acht jaar geleden ben ik begonnen met afvallen. Eerst nog niet zoveel, maar sinds twee jaar heb ik ondergewicht en is de diagnose anorexia gesteld. Daarvoor ben ik nu sinds vijftien weken in behandeling bij een kliniek. Hoewel de hulp daar goed is, blijf ik wel met vragen zitten omtrent het geloof. Van jongs af aan heb ik altijd het gevoel gehad nergens bij te horen en dat niemand van mij hield. Ik mocht er gewoon niet zijn. Bij mijn ouders niet, maar ook bij klasgenoten niet. Doordat ik denk ik zo onzeker was, ben ik op de middelbare school erg gepest. Daarna kreeg ik wel wat vriendinnen, maar de leegte bleef. Ik ben door mijn ouders gelovig opgevoed en heb op mijn zeventiende ook de beslissing genomen voor God te gaan. Die periode voelde echt alsof ik dicht bij God leefde. En dat gevoel mis ik nu al een hele tijd. Ik heb het gevoel geen contact meer te krijgen met God, waar ik eerst graag in de Bijbel las en bad, kan ik me daar nu zeer slecht op concentreren en roept het allemaal maar vragen en leegte op als ik het nu doe. Anderzijds verlang ik er heel erg naar.
Ik heb al twee keer geprobeerd zelfmoord te plegen, wetend dat dat niet de oplossing kan en mag zijn, maar het leven is zo zwaar hier en ik verlang ernaar om bij God te zijn en daar rust te vinden. Soms zo erg, dat het pijn doet. Waarom overkomt mij dit? En waar dient dit toe? Mijn verlangen is heel sterk naar Hem, maar waarom voelt God dan zo ver weg? Hoe kan ik de weg terug vinden naar God en weer genieten van de kerkdiensten en het lezen in de Bijbel? Zou het zo kunnen zijn dat doordat ik zelfmoord heb geprobeerd te plegen en mijn lichaam haat, God mij niet meer wil? Ik heb geen idee aan wie ik deze vragen moest stellen en ik al heel lang hiermee zit, vandaar dat ik het zo doe. Zou u antwoorden kunnen geven?
Antwoord
Lieve zuster,
Graag wil ik proberen antwoorden te geven op jouw vragen. Bij voorbaat moet ik wel zeggen dat ik waarschijnlijk lang niet op al jouw vragen een antwoord heb. Bovendien wil ik jou ook wel graag wat vragen stellen.
Als ik met dat laatste beginnen mag: heb jij een pastor, een dominee of een ouderling, in ieder geval iemand die God kent en jou kan vertellen Wie God is? Het beeld van God dat jij blijkens jouw schrijven hebt, roept bij mij nogal wat vragen op. Om bij één van de laatste vragen te beginnen: denk jij echt dat God met mensen niet meer te maken wil hebben vanwege zonden die zij doen of gedaan hebben. Jij schrijft dat in verband met jouw suicide-pogingen en omdat jij je lichaam haat. Maar nergens in de Bijbel lees ik dat er zo'n God is. Ik lees wel over een God Die verdwaalde schapen zoekt en ernaar uitziet dat verloren kinderen thuiskomen, een God, die een zondige vrouw haar zonden vergeeft, bij Wie voor een moordenaar plaats is in het paradijs.
Jij schrijft dat jij naar de Heere verlangt, maar dat jij het gevoel hebt dat Hij Zich verbergt. Jij schrijft dat je op 17-jarige leeftijd "voor de Heere bent gegaan", maar ik lees niet wat de Heere toen deed en Wie de Heere voor jou was.En vooral, ik mis in jouw schrijven de naam van de Heere Jezus. Weet je wel dat God in Hem, Zijn eigen lieve Zoon, naar die wereld vol schuld en ellende en pijn -die wereld van jouw en mij- is toegekomen? Hij weet wat pijn is en verdriet. Hij weet wat het is als mensen zich van Hem afkeren. Hij was de Eerste om ons te zoeken en te redden. Zo lief heeft God de wereld gehad! Hoe lief? Dat zie je in de kribbe van Bethlehem en op het kruis van Golgotha. Als jij naar Hem zoekt, dan heeft Hij jou al lang gevonden. Als jij naar Hem vraagt, dan vraagt Hij al eerder naar jou. Dat voel je niet altijd en dat zie je niet altijd. Maar Hij zegt het in Zijn Woord en dat Woord is zo betrouwbaar.
Ken jij de God van de Bijbel, de Vader van de Heere Jezus?
Verder zijn er best meer vragen. Hoe weet jij dat jouw ouders jou niet wilden? Ik zeg niet dat dat niet waar is, want ik weet dat niet. Maar hoe weet jij dat het zo is? Heb jij dat wel eens aan hen gevraagd? Ik ken je niet en weet te weinig van je af om echt op een aantal vragen in te gaan. Graag ben ik dan ook bereid verder met je te denken in de hoop dat ik je kan helpen. Maar denk jij intussen eens na over bovenstaande vragen. Misschien trok ik heel verkeerde conclusies. Gooi deze mail dan maar weg. Maar doe dat niet dan nadat je eerlijk hebt geluisterd en geantwoord hebt op mijn vragen. Die zijn echt bedoeld om je te helpen.
Geschreven op de dag voor weeszondag, de dag die herinnert aan het Woord van Jezus: "Ik zal u geen wezen laten, Ik kom weer tot u" (Joh. 14:18). Toen zond Hij Zijn Heilige Geest, Die Hij Trooster noemde.
Gods zegen toegewenst,
Ds. J. Westerink
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. Westerink
- Geboortedatum:25-08-1939
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Urk (Maranatha)
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
In mijn droom zie ik Uw handen
met daarin de zachte klei.
Hoe U met zorg mijn lichaam maakt
en hoe U nadenkt over mij.
In mijn droom hoor ik Uw stem,
ik hoor U zeggen: "Het is goed"
Maar dan kijk ik in de spiegel
en zie alleen wat anders moet.
Gevangen door mijn eigen spiegelbeeld,
wat ik zag, wat ik hoorde en wat ik dacht,
werd ik geleefd,
werd ik slaaf van satans kracht.
In mijn droom zie ik Uw ogen
en ik zie nu alleen maar pijn.
Doordat ik zelf de klei wou nemen,
omdat ik graag zo anders wilde zijn.
Kon ik alles maar vergeten,
alles wat er is gebeurd!
Hoe ik slaaf werd van de spiegel;
en daardoor Uw plannen heb verscheurd...
Vergeef mij God,
er is zoveel misgegaan.
Vergeef me voor de duizend scherven
vergeef me voor alles wat ik heb gedaan...
In mijn droom zie ik Uw open handen,
U kijkt naar mij uit.
Elk moment weer van mijn leven,
juist wanneer ik het heb verbruid.
Vader ik heb U nodig,
zonder U kan ik het niet.
Leer mij kijken met Uw ogen,
hoe U mij door Christus ziet.
Wil mij in dit leven leiden,
dwars door de woestijn,
wil ik door Uw liefde leren
een kind van U te zijn.
Lieve vraagstelster, ik hoop dat je iets hebt aan dit gedicht. Ik wens je toe dat je weer durft te geloven, vaak ook dwars tegen jouw gevoel in. Zoals het ook staat in het lied: Wat de toekomst brengen moge.
Ik wil Uw liefde loven al begrijpt mijn ziel U niet, zalig hij die durft geloven ook wanneer het oog niet ziet....
Sterkte en Gods zegen toegewenst.