Met enthousiasme geluisterd
Ds. C. Harinck | 2 reacties | 27-03-2014| 11:58
Vraag
Aan ds. Harinck. Mag ik u vragen stellen naar aanleiding van uw preek over HC vraag 4? 'k Heb met 'enthousiasme' mogen luisteren en veel mogen leren. Nu begrijp ik Gods rechtvaardigheid beter. Hij heeft een afschuw van de zonde, die van nature al in ons aanwezig is. Als Schepper heeft Hij recht op ons leven, meer dan wie of wat dan ook. Omdat Hij onveranderlijk is, ligt die eis er nog steeds. En terecht dus. Zijn toorn over de zonde is dus niet te streng, maar terecht en rechtvaardig. En is ook een deugd, zoals u vertelde, want anders zou God niet echt rechtvaardig en betrouwbaar zijn indien Hij 'alleen' zou vergeven en barmhartig zou zijn. Het ging ook over de schuldvraag van de zonde. Zelf zou ik zeggen, het is Adams’ schuld, of die van Eva en wij hebben 'alleen' te maken met het gevolg ervan: de erfzonde. Maar toch klopt dit niet? Ook zei u dat wij het onterecht vinden dat dominees eisen dat je je bekeert. Dat rechtzinnigen graag horen dat de doodstaat van de mens gepreekt wordt. Dat je als mens “er niets aan kunt doen”, lijdelijk bent. Zo'n preek zorgt ervoor dat het zwaard van het Woord ons hart niet raakt. Dat verraste me, want ik ben met deze gedachte opgevoed. En ik denk dat het argument van rechtzinnigen is, dat we er zelf niets aan kunnen doen. Maar dat als God vergeving schenkt, zijn Genade veel groter is en alleen Hij de eer krijgt van Zijn werk. Half geloof ik hier nog in en ik zoek erg naar de bijbelse waarheid. U noemde daarna (ik hoop dat ik het juist verwoord hier), dat er aan de ene zijde onze onbekeerlijkheid is, maar aan de andere zijde ook echt onze verantwoordelijkheid om ons te bekeren. Dat onze wil kan kiezen voor het zoeken naar Hem. Dit laatste kan ik nog niet goed plaatsen. De laatste tijd ervaar ik een sterker verlangen naar God, om Hem persoonlijk te mogen kennen. Daarnaast mag ik steeds weer iets nieuws leren. Mijn zondigheid en zonden te zien. Te leren dat ik ten diepste niet bekeerd wil zijn. Of om in te zien dat God mij persoonlijk niet nodig heeft voor de uitvoering van Zijn werk. Ik zocht ten diepste dus naar redenen waarom Hij mij vergeving zou schenken. Maar ik moet nu zeggen dat er geen enkele reden is. Dat ik eigenlijk daarmee tegen God zei: waarom vergeeft U me nu niet, ik wil toch zo graag? En hier raak ik het kwijt. Want zelfs mijn 'willen' is vol zondigheid. Wij vinden onszelf gewillig, maar ten diepste zijn we dat niet. Maar u noemde ook dat wij met onze vrije wil wel tot God kunnen gaan om te vragen om vergeving? Is dat echt waar? Achteraf is het dan toch altijd Gods genade dat Hij dit verlangen in ons werkt. Ik ben bang om werkelijk tot Hem te gaan, bang dat ik niet oprecht genoeg ben, dat het 'gaan' niet echt genoeg is. En toch stelt God geen voorwaarden... ik kan het niet vatten. U sloot af met “wie volhard in zijn onbekeerlijkheid, moet vrezen voor de toorn van God God. Kus de Zoon!” Ik ervaar een diep verlangen om bij Hem te mogen horen. Maar ik weet niet of dit allemaal maar tijdgeloof is, zoals op het huisbezoek naar voren kwam. Ik ben vrij gevoelig en daardoor kan ik heel enthousiast zijn over nieuw inzicht op geestelijk gebied. Kan ik me diep verheugen als ik iets mag zien van Gods werk. Of zoals gisteren, dankbaar zijn voor meer inzicht en begrip van Gods rechtvaardigheid en onze zonde. Het is zo verwarrend. Dat zijn zulke andere gevoelens als ik in een preek vaak hoor als men spreekt over bevinding. Houd ik mezelf dan voor de gek door te bemerken dat er een verlangen is naar Hem? Is geloven en mijn verlangen daarnaar, zo waardevol voor me, omdat het voor mij vooral mijn leven verklaarde de laatste maanden? Omdat ik er meer van mocht begrijpen? Dan gaat het ten diepste niet om Jezus Christus! Het is een warrig verhaal geworden, ik hoop dat u er wijs uit kunt worden. Alvast dank voor uw tijd! Hartelijke groet, een jonge vrouw.
Antwoord
Beste vraagstelster,
Ik ben enkele dagen ziek geweest, daarom kom ik er nu pas toe uw vraag te beantwoorden.
Een mens ontloopt graag zijn verantwoordelijkheid. Het is een gevolg van onze val in zonde om niet meer eerlijk en ruiterlijk onze schuld te bekennen, maar anderen als schuldige aan te wijzen. Zo wees Adam naar Eva en Eva naar de slang. Zo wijzen wij voor het feit dat we niet bekeerd zijn en niet echt bij Christus onze redding zoeken naar God, Die ons de bekering en het geloof niet schenkt. Het klinkt rechtzinnig. Want het is alles een geschenk van God. Een mens kan dit zichzelf niet geven. Wij beschouwen onszelf dan als slachtoffer en niet als schuldige.
Je zou, vanuit deze gedachtengang dus gerust voor Gods rechterstoel kunnen verschijnen en zeggen: Heere, ik heb mij niet kunnen bekeren en niet kunnen geloven. God zal echter zeggen: Gij hebt niet gewild! God zet dus een streep door onze redenering. Hij laat ons zien dat Hij riep en ik niet antwoordde; klopte en ik niet open deed. Wat is het gelukkig wanneer dit in ons leven gebeurt. Zo lang wij ons slachtoffer voelen, kan God Zijn genade niet aan ons kwijt. Dat kan alleen aan een schuldige.
God eist wat wij niet kunnen. Daar ging het over in zondag 4. Hij eist bekering en wij kunnen ons niet bekeren. Hij eist geloof en wij kunnen niet geloven. Hoe je daarmee om gaat is belangrijk. Je kunt wegkruipen achter je onmacht. Je kunt ook door Gods eisen en je onmacht om je te bekeren en te geloven in de nood komen en tot God gaan roepen. Daar werkt de Heilige Geest naar toe.
Het is niet te vatten, zeg je. Inderdaad! God heeft niets van ons nodig. De zaligheid is geheel uit genade. Hoe armer je komt, hoe meer welkom je bent.
Ik wens je toe veel die weg te gaan. Maria wist het: Hongerigen worden met goederen vervuld, rijken ledig weg gezonden.
Ter correctie nog het volgende: Wij zijn nog steeds mensen met een wil en geen robots. Wanneer wij zondigen, zondigen wij willens. Het maakt dat wij verantwoordelijk zijn voor onze daden. Maar iets goeds te willen uit onszelf kennen wij niet meer. Onze wil verdorven door de zonde. Maar het is God, Die in ons werkt, beide het willen en het werken naar Zijn welbehagen.
Het is genade dit te zien...
Ds. C. Harinck
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. Harinck
- Geboortedatum:09-04-1933
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kapelle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
God eist van ons dat we ons bekeren. Bekeert u, en gelooft het evangelie (King James - repent and believe).
Nu:
1. Geloof is een gave van God.
3. Wij zijn van nature geneigd tot alle kwaad.
3. Zonder wedergeboorte zijn en blijven wij dood in onze zonden.
4. Wij moeten wedergeboren worden.
Omdat 1, 2, 3, en 4 waar zijn denk je misschien dat je daarom moet wachten met berouw hebben, geloven, en een leven leiden tot Zijn eer, totdat je wedergeboren bent.
Klinkt logisch, of niet?
Het staat nergens in God's woord dat we zeker moeten weten dat we bekeerd zijn voordat tot Christus mogen komen. Johannes de Doper, Petrus, en Jezus zelf zeggen allemaal 'bekeert u....'
Doe het! Je zult erachter komen dat je dat uit jezelf niet kunt, dat het werk van de Heilige Geest er aan te pas moet komen, dat je dagelijks God nodig hebt om te geloven. Als je berouw hebt over je zonden geeft God je genade om in Hem te geloven dat je zonden in Christus vergeven zijn. Dat is God's gave!
Vraag dus niet aan de Heere om je te laten zien of je uitverkoren bent, om daarna tot Hem te komen. Het gaat er helemaal niet om wat er voor ons in zit. Dan zijn we egoistisch bezig. Dat is ook niet tot God's eer.
Er staat ook nergens in God's woord dat alleen bekeerde mensen to hem mogen komen, of dat je zeker moet weten of je genoeg berouw hebt. Er zijn geen kwalificaties nodig om tot Christus toevlucht te nemen. Alle kwalificaties heeft Hij al vervuld. Gelukkig wel!
Het bevel komt tot allen. Bekeert u! Het niet te doen is ongehoorzaamheid!! Ik hoop dat je mag vinden dat je het in eigen kracht niet kunt. Wij hebben God in alles nodig!!
Ik hoop dat dit niet te 'confusing' is. Ik zit nl. mijn gedachten (Engels) in het Nederlands te vertalen :)
Liefs,
MJ