Niet meewerken aan zwangerschapsafbrekingen op afdeling gynaecologie
drs. A.C. van Beest | Geen reacties | 07-02-2003| 00:00
Vraag
Ik loop als leerling-verpleegkundige een stage van negen maanden op de afdeling gynaecologie van een academisch ziekenhuis. Op deze afdeling worden zwangerschapsafbrekingen uitgevoerd d.m.v. nalodor-inleiding en zuigcurettage. In het begin van mijn stage heb ik aangegeven dat ik niet meewerk aan zwangerschapsafbrekingen. Dat werd geaccepteerd. Er werd aangegeven dat ik als leerling-verpleegkundige hier nog weinig mee te maken heb omdat er één vaste gediplomeerde verpleegkundige op deze kamer staat, maar dat ik als gediplomeerd verpleegkundige hier dan niet aangenomen zou worden.
Naarmate ik langer op deze afdeling werk vind ik het moeilijker om voor mezelf aan te geven wat ik nou precies wel en niet mag doen met en bij patiënten die een zwangerschapsafbreking laten doen. Ik weet voor mezelf dat ik niet bij de bevalling (in geval van nalador-inleiding) aanwezig mag zijn en het zwangerschapsafbrekend medicijn mag toedienen, maar als het om andere werkzaamheden gaat wordt het al moeilijker. Hierbij denk ik aan het bed opmaken, naar de OK brengen als dit nodig is en medicijnen geven (hierbij denk ik niet aan zwangerschapsafbrekende middelen maar aan bijvoorbeeld paracetamol) of de bloeddruk meten.
In het begin van mijn stage kwam dit eigenlijk niet veel voor, omdat je dan nog niet zoveel mag doen, maar naarmate je zelfstandiger wordt in je werk komen deze werkzaamheden meer naar voren. Ik weet dat deze zaken erg persoonlijk zijn, maar zou u misschien wat handreikingen kunnen geven?
Antwoord
Wat goed om met deze vraag niet alleen rond te blijven lopen. Voor deze gewetenszaken komen veel prolifers te staan. Ik ook destijds. Ik vertel je hoe ik er mee omging. In overleg met mijn opleider was afgesproken dat ik geen abortus arte provocatus zou verrichten. Zelf had ik daarbij ingevuld: totaal geen handelingen te verrichte betreffende die patiënte.
Hoe denk ik hier achteraf over? Ik heb kansen gemist. Ik zag die mens als zondaar en daar wilde ik eigenlijk niets mee te maken hebben. Kansen gemist om mensen in een zeer moeilijke fase van hun leven (weliswaar werd er zelf voor gekozen) te helpen en hen iets van de liefde van de Heere Jezus te laten zien. Oh geen aborterende handeling, dat mag en kan ik niet, maar handelingen die ook nodig zijn, zoals je noemt, bed op maken, pijnstillers geven etc. Naar de OK brengen is weer moeilijker maar niet onmogelijk. Tijdens het verzorgen kun je bidden voor zo'n vrouw.
Als mensen weten dat je de ingreep afwijst maar hen toch goed en liefdevol verzorgt en soms misschien een bemoedigend (geen goedkeurend) woord kunt spreken dan zal dat heilzaam voor hen zijn. Wie weet wat ze daar later nog mee doen. Het is bekend dat velen later spijt krijgen en misschien kon je door je houding een wegwijzer zijn die de Heere God dan kan gebruiken.
Ik had het aan het verkeerde eind en miste kansen want wie is er zonder zonde? Ik keur zonden niet goed, maar mag niet oordelen dat heeft God aan Zich gehouden. Voor mijn gedrag moest ik vergeving vragen. We mogen/moeten de zonden afwijzen maar de mens niet, want daar is de Heere Jezus voor gestorven.
Met deze les uit mijn eigen leven wil ik je antwoord geven in de hoop dat je er iets aan hebt. Heel veel wijsheid, kracht en de leiding van de Heilige Geest toegewenst.
Adri van Beest
(wordt vervolgd)
Dit artikel is beantwoord door
drs. A.C. van Beest
- Geboortedatum:24-10-1935
- Kerkelijke gezindte:PKN (Gereformeerd)
- Status:Inactief