Seksualiteit en verstandelijke beperking
C. den Hamer | 1 reactie | 17-03-2014| 12:39
Vraag
Hoe ga je om met kinderwens en seksualiteit bij mensen met een verstandelijke beperking (praktijk)?
Antwoord
Geachte vragenstel(ster)ler,
Je stelt geen gemakkelijke vraag waar zomaar een antwoord op te formuleren is. Ook kan je vraag op verschillende wijze worden beantwoord. Bedoel je seksualiteit binnen het aangaan van een relatie met een ander of bedoel je ook het omgaan met persoonlijke (solo) seksualiteit?
Ik ga er maar vanuit dat je de seksuele omgang en kinderwens bedoelt binnen het aangaan van een relatie. Bedoelde je de vraag anders dan hoor ik dat graag.
Deze vraag komt aan de orde als mensen met een verstandelijke beperking verliefd worden en een relatie willen aan gaan. Dat werkt bij mensen bij een verstandelijke beperking precies hetzelfde als bij niet verstandelijk beperkte mensen. Dan kom je als ouder of verzorger voor het moeilijke dilemma te staan, wat te doen in wijsheid. Wat dan meespeelt is de mate van beperking. Is men volledig van alle zorg afhankelijk. Is men in staat al dan niet, eventueel met externe zorg, een verbinding aan te kunnen.
Ik geloof zeker dat het mogelijk is dat mensen met een licht verstandelijke beperking, met goede blijvende begeleiding en support een relatie kunnen aangaan. In mijn omgeving heb ik enige voorbeelden waar dat naar tevredenheid wordt ingevuld. Het is van essentieel belang dat het stel begrijpt en accepteert dat er begeleiding op maat plaatsvindt en geboden blijft worden.
Als men eenmaal de keus heeft gemaakt samen verder te gaan kun je ook niet om seksualiteit heen. Ook deze mensen verlangen naar seksuele eenwording. Belangrijk is dat zij op het gebied van seksualiteit en het omgaan ermee goed worden voorgelicht. Heel praktisch en direct waarbij ook onderling respect en maar ook de gezonde grenzen worden besproken. Dat geldt overigens ook voor niet verstandelijk beperkten. En natuurlijk ook zij hebben soms of vaak een kinderwens. Met die wens is niets mis. De omgeving moet kunnen begrijpen dat deze wens ook bij hen kan leven. Maar is men men in staat om werkelijk het ouderschap te kunnen dragen? Overziet men meer dan alleen maar de fantasie van de roze wolk van het hebben van een baby? Is men in staat een veilig en pedagogisch verantwoord klimaat te bieden?
Door de kwetsbaarheid van de beperking dienen deze elementen zorgvuldig te worden gewogen. Hierop kan dus m.i. geen eensluidend antwoord worden gegeven. Lijkt het in wijsheid beter dat er geen kinderen komen zal dat ook zorgvuldig en begrijpbaar moeten worden uitgelegd, waarbij er ook ruimte is voor de teleurstelling en verdriet en tijd wordt gegeven om hun vurig gekoesterde niet ingevulde wens te kunnen verwerken.
Anderzijds voelt het ook wat oneerlijk. Een niet verstandelijk beperkte wordt niet onderworpen aan deze criteria, terwijl het ook maar de vraag is of deze wel een goede ouder kan zijn.
Ik wens alle ouders/verzorgers Gods zegen en de wijsheid toe om hierin zorgvuldig, in samenspraak het de verstandelijk beperkte te kunnen wegen en zo nodig te handelen.
Kees den Hamer,
Psychotherapeut/seksuoloog NVVS
Dit artikel is beantwoord door
C. den Hamer
- Geboortedatum:15-03-1953
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerd Vrijgemaakt
- Woon/standplaats:Zwolle
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Psychotherapeut/Seksuoloog NVVS, GGZ Cruciaal
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Je neemt geen kind om aan je eigen behoeften tegemoet te komen, maar je krijgt kinderen om ze in de eerste plaats een goed leven te kunnen bieden in een veilige en stabiele omgeving.
Vraag is, of anders begaafde mensen, trouwens veel ''normale'' mensen tegenwoordig al eveneens, hun kinderwens niet louter uit egoistische motieven gestalte wensen te geven, en of zij de grote verantwoordelijkheden die daarmee gepaard gaan wel aankunnen of overzien.
Daarbij moet wel rekening worden gehouden met de mate van de verstandelijke handicap.
Mensen die vroeger gewoon bekend stonden als ''niet al te snugger'', of ''een beetje vreemd'' krijgen tegenwoordig vaak direct al een etiket opgeplakt met ''ADHD'', PDDNOS'', ''autistisch''. ''Asperger'', en meer van dat fraais. Waarbij wel eens twijfels mogen worden geuit, of dit in bepaalde gevallen niet slechts wordt gedaan om orthopedagogen, psychologen en andere agogen aan het werk te kunnen houden en mensen die een beetje uit de toon vallen, mitsgaders hun familie, tot comformisme aan de heersende sociaal-maatschappelijke mores te onderwerpen.
Daar mag wel eens kritisch naar gekeken worden.
Maar bij mensen van wie het heel duidelijk is dat zij deze verantwoordelijkheid, althans niet zonder zeer intensieve begeleiding, absoluut niet aankunnen, en waarbij soms ook nog eens aanzienlijke fysieke en medisch-erfelijke risico's meespelen moet dit m.i. gewoon worden ontraden.