God of illusie
Ds. J. Koppelaar | Geen reacties | 16-08-2004| 00:00
Vraag
Ik ben sinds twee maanden bezig met het geloof en het ging tot voor kort eigenlijk heel goed. Maar ik twijfel soms over al die bijbelse verhalen die ik elke dag lees. Hoe kan ik nu weten of God echt in mijn hart zit of dat het gewoon een illusie is. Ik voel me echt heel rot want, ik wil zo graag een christen zijn. Als ik in de bijbel lees hoe mensen in één keer worden genezen van hun ziekten of verlost worden van hun duivelse geest, waarom gaan er nu in deze tijd zoveel christenen dood aan kanker en andere vervelende ziekten? Ik hoop zo graag dat ik een bekering mee mag maken want ik twijfel zo veel. Wat kunt u hierover zeggen? Wat moet ik doen? Ik bid er elke dag voor en lees elke dag in de bijbel, maar het gevoel zit er niet goed in bij mij.
Antwoord
Het is heel positief dat je bezig bent... met het geloof? Of met de Heere Jezus? Daar is een groot verschil tussen. Ook een Moslim is bezig met zijn geloof, maar niet met zijn god. Wij hebben het grote voorrecht dat God zich aan ons geopenbaard heeft in de Bijbel, zodat we ons niet hoeven af te tobben over ons geloof.
De Heere Jezus zegt: "Wie in Mij gelooft heeft het eeuwige leven" (Joh.3:36) Je mag het woord "gelooft" hier ook vervangen door "vertrouwt". Dat klinkt misschien al anders voor je. Zoals een gids die je een donkere grot rondleidt tegen de mensen zegt: wie mij vertrouwt zal in de duisternis niet verdwalen. Het woord vertrouwen, geloven zegt alleen iets over de verstandige keus om dicht bij die gids te blijven, die met Zijn lamp je voorgaat. Ook kan die keus heel emotioneel worden, bij voorbeeld als je hem tijdelijk kwijtraakte in het donker en hem weer terugvond. Jezus zegt dan ook, dat wie Hem volgt in de duisternis niet zal wandelen (Joh.8:12). Het gaat er dus niet om vast te stellen, dat je het echte geloof hebt, maar om vast te stellen dat je Jezus Christus tot je zaligmaker hebt. Bij voorbeeld: je hebt een goede vriend die je ook nog eens gered heeft uit een groot financieel probleem. Vraag je je dan ook af of het geloof, vertrouwen in die vriend bij jouw zelf wel echt is? Nee toch? Wél zul je zeggen, dat je een goede vriend tot redder hébt!
In dit geval ben je dus ook niet met het geloof (in die vriend bezig) maar met hem zelf. In het avondmaalsformulier staat heel treffend dat we de zaligheid buiten onszelf in Christus moeten zoeken. Veel onzekerheid en twijfel wordt in onze tijd veroorzaakt doordat ons gezegd wordt dat je Jezus in je hart moet hebben op de manier van "een goed gevoel er over hebben", "beter in je vel komen te zitten", maar vooral een bepaalde (emotionele) ervaring die moet bewijzen dat Hij écht in je hart zit. Om dit op te fokken wordt graag een high-sound-emotionel-amusement-meeting bezocht. Laten we nuchter zijn.
Ik weet zeker dat die vriend van jou niet in jouw hart zit. Hij zit misschien ergens in zijn auto op dit moment. Maar toch is hij vaak in je hart aanwezig, omdat je in dankbaarheid aan hem denkt en je verheugt over het volgende contact en er mee bezig bent wat je nu eens voor hem zou kunnen doen enz. Zo gaat het ook als we de Heere zoeken in ons leven.Daarbij is jouw gedachte dat je een bekering moet meemaken heel juist. Het is alleen niet zo dat deze heel plotseling of stormachtig moet verlopen, zoals bij voorbeeld bij Paulus. Een oudvader zei eens, dat we wel een heel erg zondig leven gehad moeten hebben, als zo’n krachtdadige bekering nodig was. Verreweg de meesten mensen worden langzamerhand tot God bekeeerd. Lees het stukje van de zelfbeproeving voor het H. Avondmaal maar eens door. Daar staan precies de dingen in, die een mens in de loop van dat proces ervaart. Ze mogen ook onderwerp van je gebed zijn om deze dingen van de Heere Jezus te verkrijgen. Hij zal je zeker niet afwijzen!
Ds. J. Koppelaar, v.d.m.
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. Koppelaar
- Geboortedatum:06-11-1949
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Abbenbroek
- Status:Inactief