Eigen werk of Gods werk
Ds. D.W. Tuinier | 3 reacties | 22-02-2014| 13:35
Vraag
Aan ds. Tuinier. Jaren geleden ben ik als jong meisje stilgezet onder een preek van u. Ook al was ik nog jong en leefde ik al niet 'in de wereld', mijn leven veranderde wel. Er kwam liefde tot God, Zijn dienst en Zijn kinderen in mijn leven. Ik wilde leven tot Gods eer. Als ik er nu op terug kijk lijkt het voor mij alsof ik toen heel dicht bij Hem mocht leven. De kerk werd het beste plekje voor me en als er gelegenheid was, ging ik ook in naburige gemeenten naar de kerk. In afhankelijkheid en vertrouwen dat de Heere mijn leven leidde ging ik mijn weg. De vraag leefde erg: “Is het Gods werk of ben ik zelf na een ernstige preek aan het ‘werk’ gegaan”? Toen ik verkering kreeg en trouwde kwam er een periode dat het me 'niets meer deed', het leek wel of er niets meer van over was. Verstandelijk wist ik het wel, maar er was niets meer van die eerste liefde te vinden. Inmiddels zijn we een aantal jaren verder en hebben we kinderen mogen ontvangen. Ik wil onze kinderen zo graag opvoeden in de vreze Gods, hen voorleven dat de dienst van de Heere een liefdedienst is en dat een leven met de Heere het beste is wat er is. Er is een verlangen om tot Gods eer te mogen leven, om Hem te leren kennen. Maar als ik terug kijk en zie hoe ik de Heere vergeten ben, tegen Hem gezondigd heb en steeds weer zondig, dan weet ik het niet meer. O zeker, er zijn momenten onder de preek dat ik me begrepen, aangesproken en vertroost voel, maar wat als ik me alles maar ingebeeld heb, als het toch alles mijn eigen werk is? Ik heb ten slotte maar één ziel te verliezen! Ik weet met mijn verstand dat de Heere Jezus gekomen is om zondaren zalig te maken. Anderhalf jaar geleden heb ik dat ook heel duidelijk mogen zien, toen ik zo worstelde met mijn schuld en zonden, hoe het alles toch ooit goed moest komen en er gepreekt werd over: “Maar hetgeen mij gewin was, dat heb ik om Christus' wil schade geacht. Ja, gewisselijk, ik acht ook alle dingen schade te zijn, om de uitnemendheid der kennis van Christus Jezus, mijn Heere; om Wiens wil ik al die dingen schade gerekend heb, en acht die drek te zijn, opdat ik Christus moge gewinnen.” En toen de predikant de gewilligheid van de Heere Jezus aanwees, was het alsof mijn ogen geopend werden en ik zag: al mijn proberen, al mijn 'goede' werken zijn uiteindelijk een verloochening van het bloed van de Heere Jezus. Toen leefde het: “O, dat ik dan Hem toch kennen mocht, dat Hij ook de Mijne mocht zijn!” En nu...? Alles zo kil, zo koud, de wereld trekt zo, bidden en Bijbellezen kan soms in de drukte van alle dag (ook al mag dit nooit een excuus zijn!) zo op de achtergrond raken, tot mijn schaamte ook wel eens vergeten worden! Op Refoweb lees ik vaak allerlei bijbelteksten dat God “alles volbracht heeft en je alleen maar hoeft te geloven”, dat maakt me vaak zo onzeker. Ik trek Gods gewilligheid om zondaren zalig te maken zo in twijfel, ik kan niet geloven dat het ook voor mij is!
Antwoord
Bedankt voor uw vraag.
Veel daarin is herkenbaar. Verwacht van mij geen pasklaar antwoord. Zeker geen bevestiging of goedkeuring van het een noch het ander. Dat is mijn taak niet. Dat mag ik niet. En dat wilt u ook niet. Ik probeer met u mee te denken, te ‘luisteren’, te begrijpen, vanuit Gods Woord te leiden en te onderwijzen. Vooral op Hem wijzen, Wiens Naam Wonderlijk is en Raad... (Jes. 9:5).
-Het is waar als u schrijft: we hebben maar een ziel te verliezen. En het gaat op een eeuwigheid aan. U maakt er ernst mee, terecht. Daarom groeien we nooit boven het ware zelfonderzoek uit. Dat blijft nodig (Ps. 139:14 berijmd).
-Levend water heeft op en neer getij. In het geloof is geen twijfel maar in de gelovige dikwijls wel. Hoewel de Heere u onder de prediking van Zijn Woord troost, bemoedigt en onderwijs geeft, ervaart u ook dorheid, veel vertwijfeling en strijd. Dit ga ik niet goed praten, hoewel het wel de praktijk is van het geloofsleven. Uw karakter kan hierin ook een rol spelen. Het ongeloof en/of twijfel is altijd zonde. Het is van de mens. Aan de andere kant: ieder van Gods kinderen kent (iets van) deze strijd. De apostel Paulus zelfs. Rom. 7 vanaf vers 14 vv.
-De laatste Godsontmoeting en geloofsoefening is de beste verzekering. Laat het uw verzuchting zijn en blijven:
Vertroost mijn ziel in haar geween
En zeg haar: Ik ben Uw heil alleen (Ps. 35:1 ber.).
-Vanuit Gods Woord wijs ik u op Thomas... (Joh. 20:24-29). Ook hij kent de strijd van het ongeloof. Het is donker van binnen. Hij kan nergens meer bij. Zelfs zijn vrienden kunnen hem niet overtuigen. Hij heeft zo zijn eigen gedachten over geloven... En daarmee komt hij nog meer in de strikken van het ongeloof terecht. Tot zijn Meester, de goede Herder Zijn verwarde, verdwaalde, verstrooide en eigenwijze schaap opzoekt. Wat een eenzijdige zondaarsliefde. Hij komt door gesloten deuren, (opnieuw) tot Zijn jongeren. Hij heeft nu speciaal een boodschap voor Thomas. En als Hij komt, als Hij spreekt en Zijn littekens laat zien, als Thomas dichterbij mag komen, dan gebeurt het wonder. Dan ontdooit de ijsberg in de ziel van Thomas. Tegen zoveel Goddelijke opzoekende zondaarsliefde en genade kan hij niet op. Alle dikke wolken van twijfels en ongeloof verdwijnen en de Zon der gerechtigheid gaat schijnen.
Let op: als Jezus komt, als Jezus spreekt en Zijn tekenen laat zien... Wanneer en hoe werkt Hij? Onverwachts, ongedacht en onverdiend, in het midden van de discipelkring, door Zijn Woord en Geest en door middel van tekenen en zegels. Les voor ons: gebruik de genademiddelen trouw en biddend om de toepassende bediening van de Heilige Geest. In de kerk gebeuren de grootste wonderen. Daar worden zielenraadsels opgelost en je vragen beantwoord, vanuit Gods Woord en door Gods Geest. Vrucht is dat Thomas zijn geloof belijdt: “Mijn Heere en mijn God.” Daarna krijgt hij lieflijk onderwijs. “Thomas, je hebt geloofd omdat je Mij hebt gezien. Maar zalig ben je, zalig zijn zij, allen die niet gezien zullen hebben en toch hebben geloofd. Niet zien Thomas, toch geloven.”
Wat betekent dit in de praktijk? Hoe moeilijk het ook is in eigen kracht, onmogelijk, toch moet u leren door het geloof alleen te leven. Zonder gevoeligheden, zonder voorwaarden, zonder uw eigen gedachten over zalig worden e.d. Leun en steun, betrouw alleen op Mijn Woord en getuigenis, Mijn beloften zijn in Mij, in Christus, ja en amen. Dat is een levensles. U komt er nooit in uitgeleerd. Het houdt in dat u alles van u zelf, uw eigen gedachten, gevoelens aan de kant moet zetten. Daar moet een streep door. Alles wat van de mens is moet u leren verliezen. De Meester eist onvoorwaardelijk: bekering en geloof. Meer niet maar met minder kan het niet. Weet u wat u dan overhoudt? Niets. In u zelf bent u een arme zondaar, in u zelf blijft u straatarm. Maar in Hem, Die dood geweest is en Die leeft en u toeroept: Ik leef en gij zult leven, ontvangt u alles. In Hem ligt het leven. Zijn leven is uw leven. In Hem ligt de vastheid. In Hem ligt de zekerheid. Hem wijs ik u van harte aan. Zijn lieflijk onderwijs prijs ik aan. Ik kan u dat niet geven, gelukkig maar niet. Dat is Gods werk. Hij wil er om gevraagd zijn. En Hij weet volmaakt wat u nodig hebt. Hij weet ook wat u kwijt moet. Met Hem komt u niet bedrogen uit. Zo Hij vertoeft, verbeid Hem, want Hij zal gewisselijk komen, Hij zal niet achterblijven (Hab. 2:3b).
Ds. D. W. Tuinier
Dit artikel is beantwoord door
Ds. D.W. Tuinier
- Geboortedatum:28-04-1964
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Kampen
- Status:Inactief
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Wat ook opbouwend kan zijn in je geloof is het lezen van biografieën van Zendelingen. Zoals die van Hudson Taylor en James Fraser (als het regent in de bergen, dit is echt een aanrader) Het heeft mij geholpen in mijn geloof, ook al is het in algemene zin!