Huwelijkse zegen na verbroken verloving
Ds. J. Koppelaar | Geen reacties | 16-12-2002| 00:00
Vraag
Ik heb lange tijd verkering gehad en ben verloofd geweest met een meisje. Ik heb helaas ook gemeenschap met haar gehad. Zij was van dezelfde kerk als ik, maar wilde helemaal niet meer naar de kerk. Zij trok me dan ook steeds verder van de de Heere weg. Ik heb hier veel strijd om gehad en heb het uiteindelijk toch uitgemaakt. Ik kon zo niet verder leven voor de Heere en had erg veel berouw. Ik ben nu weer verloofd en heb dit probleem nu pas bij m'n verloofde neergelegd. We hebben samen veel gebeden en gehuild en willen wel met elkaar trouwen, maar we willen nu weten of de Heere ons huwelijk nog kan en wil zegenen en wat zegt de bijbel hier over? Wij weten echt niet meer wat we nu moeten!?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Ik begrijp dat het heel moeilijk is voor jullie om met deze last verder te gaan. Het was ook veel beter geweest als je onmiddellijk nadat je je tweede vrouw leerde kennen open kaart had gespeeld. Ze had dan in alle rust kunnen beslissen of ze wel met jou verder wilde. Het is immers niet niks wat je gedaan hebt. Ik schreef zoëven bewust "tweede vrouw". Immers, toen je je met het vorige meisje verloofde en geslachtgemeenschap met haar had, werd zij je eerste vrouw. Je huidige verloofde heb je nu met deze last opgezadeld, nadat zij emotioneel aan jou gebonden geraakt was en ik neem aan dat ze nu ook van jou is gaan houden. Het is sowieso beter om dit soort ingrijpende dingen uit het (recente) verleden, eerst aan de orde te stellen, voordat je aan een nieuwe relatie begint.
Het probleem waar jullie nu mee zitten is dat er in feite sprake is van een scheiding na een vorige verbintenis, die voor de Nederlandse wet wel geen huwelijk was, maar voor God wel. Je weet ook dat in oud-Israël het verbreken van een verloving gelijk stond met een echtscheiding. In deze bespreking stel ik daarom jouw eerste relatie toch wel gelijk met een huwelijksrelatie.
Hoe bedroevend en God-onterend is het dat vele, véle jongeren al veel van dit soort 'huwelijken' achter de rug hebben, en er dan vanzelfsprekend vanuit gaan dat God hun laatste (definitieve?) keus wel zal zegenen.
Ik ben blij, dat dit voor jullie niet vanzelfsprekend is en dat je er wél om gehuild hebt en er nog om kan huilen. Jonathan Edwards zegt dat er geen berouw gevoeld wordt als de ernst van de zonde niet gevoeld wordt; maar we leren de ernst van de zonde pas kennen als we er volhardend tegen gaan strijden. Blijkbaar doen jullie dit laatste nu ook. Daaruit blijkt volgens Edwards de echtheid van je berouw.
Nu willen jullie samen verder en ik geloof dat er een weg verder is. In de eerste plaats heb jij je zonde bij de Heere beleden en bij je tweede verloofde. Heb je dat ook gedaan aan je eerste verloofde? Ook al wil(de) zij niet in de wegen des Heeren wandelen, jij bent in de eerste plaats verantwoordelijk voor jullie verbintenis geweest. Immers, Efeze 5:22-33 leert ons dat de man als eerste verantwoordelijk is in een huwelijksrelatie. In dit gedeelte wordt van de man-vrouw verhouding gezegd, dat deze moet lijken op het heilige Logo: Christus en de (bruids)gemeente. De man moet het beeld van Christus laten zien die het initiatief neemt tot de liefde en zijn vrouw bemint als zichzelf. Van de man wordt dan ook verwacht dat hij zijn vader en moeder verlaat en zijn vrouw aanhangt.
Ik begrijp, dat je zelf je eerste verloving hebt verbroken, in feite omdat het onmogelijk was een huwelijksrelatie te hebben overeenkomstig het heilige Logo. Heb je haar toen eerlijk gezegd, dat ook jij schuldig stond of heb je haar alleen maar verweten dat zij ongelovig en werelds was? Jij hebt toen immers zelf zeer werelds gehandeld door net zoals zij van de zonde te willen genieten. Daarmee zeg ik niet dat seksuele gemeenschap op zich zonde is, maar wel als deze buiten de openbare huwelijkssluiting plaatsvindt.
Ik denk dat het goed is als je haar alsnog deze (en wellicht ook andere?) zonde belijdt. Als je eerste verloofde ouders heeft, heb je er al eens bij stil gestaan dat ook zij er onder geleden hebben dat hun dochter op deze wijze onteerd werd, zelfs al zou ze meer schuld hebben dan jij. Zou het niet passend zijn om ook hen vergeving te vragen?
Mijn (aanstaande) schoonzoons hebben nog echt gevraagd of mijn vrouw en ik het eens waren met het feit dat ze verkering wilden met onze dochters. En daar ben ik blij om. Ik moet er niet aan denken dat een vreemde jongen mijn dochter zo zou meenemen en later zou 'nemen'. Heb je er ook aan gedacht dat er schuld is tegenover je eigen ouders die je vertrouwden. Moet je ook tegenover hen niet belijden dat je hun vertrouwen beschaamd hebt?
Ik raad je dus aan om eerst dit verleden op deze wijze af te sluiten.
Dan moeten we nu de vraag onder ogen zien of een tweede verbintenis geoorloofd is. Ds. R. van Kooten geeft heel eerlijk de aarzeling weer die de kerk altijd al gehad heeft in deze kwestie. Hij zegt dan ook bij de bespreking van 1 Kor. 7:10-16, dat een nieuwe verbintenis waarschijnlijk alleen mogelijk is, als "de ander de echt heeft verbroken door met een nieuwe man of vrouw te gaan samenleven".
Hij vindt daarbij steun in een uitspraak van de synode van de Chr. geref. Kerken (1959), die op grond van de Schrift oordeelde dat het onzeker is of een nieuw huwelijk mag worden aangegaan zolang de andere partij nog leeft ("Gij zult niet echtbreken-2", Houten 1993, p.215-216). Dit is echter niet het enige wat we van deze kwestie kunnen zeggen. Persoonlijk kies ik, met alle respect voor het hierboven genoemde standpunt en eerlijk gezegd met dezelfde aarzeling, toch voor het volgende:
Jullie situatie lijkt inderdaad nog het meest op het geval van 1 Korinthe 7:10-16. Ook in het verleden heeft de kerk zich daar uitvoerig mee bezig gehouden. Van belang is hetgeen Prof. Dr. J. Douma daarvan zegt in zijn boek "Echtscheiding"(Kampen 1988, p.52 v). Naar aanleiding van genoemde tekst bespreekt Douma Calvijn's visie: "Als iemand voor de keus staat: God of mijn man(vrouw), dan kan een huwelijk stukgaan en kan het geboden zijn geen pogingen meer te ondernemen om bij elkaar te blijven en een scheiding tegen te houden. Tegen een volgend huwelijk na zo'n scheiding spreekt Calvijn zich niet uit." {cursivering van mij}
Ook vermeldt Douma, dat Calvijn van onbezonnen jongelui zei: "Als twee jonge mensen uit eigen beweging in dwaasheid of lichtzinnigheid een huwelijk hebben gesloten, dan zullen zij gestraft en gekastijd worden. Zo'n huwelijk zal worden vernietigd op verzoek van hen die zeggenschap over hen hebben." Hieruit blijkt, dat ook in die tijd men antwoord moest geven op de weerbarstige praktijk van het leven, die vaak haaks stond op de eis van Gods Woord. Ook blijkt, dat hoewel Calvijn vasthield aan het woord, dat echtscheiding alleen toelaat op grond van overspel (Matth. 19:9) en kwaadwillige verlating (1 Kor. 7:15), hij oog had voor die weerbarstige praktijk. Het ging hem ook te ver om mensen die lichtvaardig een verbintenis aangingen, levenslang tot elkaar te veroordelen, als zo'n verbintenis een bron van ramspoed dreigde te worden.
Ook jij hebt in lichtzinnigheid en dwaasheid gehandeld. Maar de Heere is niet harder dan Calvijn. Maak een einde aan de oude relatie, door schuldbelijdenis aan degenen die toen de zeggenschap hadden over je eerste verloofde en over jou. Laat dat je boete zijn. Ook voor David, Manasse, Petrus en Paulus was er een nieuw leven mogelijk, na berouw en boete.
Daarom geloof ik dat als jullie ernstig je schulden voor Gods aangezicht en voor elkaar beleden hebben, dat er een weg verder is met de Heere. In Johannes 8:11 zegt de Heere tegen de overspelige vrouw: "Ga heen en zondig niet meer". Dr. P. H. R. Houwelingen zegt hiervan terecht: "De vrouw krijgt gelegenheid haar leven te beteren. Jezus laat haar niet zonder meer heengaan, maar Hij draagt haar uitdrukkelijk op: "Leef niet langer in zonde." Zij moet vanuit haar ontwaakt schuldbewustzijn na deze onverkwikkelijke affaire een nieuw leven beginnen." ("Johannes", het evangelie van het Woord,Kampen 1997)
Ds. J. Koppelaar
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. Koppelaar
- Geboortedatum:06-11-1949
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Abbenbroek
- Status:Inactief