Juk aangaan met streng-gereformeerde
Ds. M.A. Kempeneers | 1 reactie | 17-02-2014| 08:15
Vraag
In de Bijbel staat dat je geen juk aan mag gaan met een ongelovige. Veel streng-gereformeerden zien zichzelf niet als (ware) gelovige. Is het dus bijbels om met zo iemand geen relatie te beginnen? Er zijn toch maar twee wegen? Je gelooft of wel of je gelooft niet.
Antwoord
Inderdaad is het waar dat er maar twee wegen zijn. En inderdaad is het waar dat wie in de Zoon van God gelooft, het eeuwige leven heeft. En wie niet gelooft, die heeft dat leven niet. Dan gaat het om het geloof zoals zondag 7 dat beschrijft.
Toch is er meer te zeggen dan dit. De Bijbel spreekt namelijk op verschillende manieren over het geloof. Waar jij op wijst, is het verschil tussen een waar geloof en een vals geloof. Simon de tovenaar geloofde, zo lezen we in Handelingen 8:13. Maar in vers 20 wordt dat ontmaskerd als vals geloof. Maar er wordt in de Bijbel ook onderscheid gemaakt tussen gelovigen en ongelovigen, in de zin van christenen en heidenen. En dat bedoelt Paulus in 2 Korinthe 6:14, de tekst waar jij op wijst. We lezen in de kanttekeningen bij dit vers: “Dat is een juk, of gemeenschap met degenen, die van ongelijke religie zijn, gelijk de afgodische heidenen waren.” Dus, wat hier letterlijk bedoeld wordt, is dat je geen verkering mag nemen en niet mag trouwen met een werelds iemand. En dan bedoelt de Bijbel dat niet in absolute zin, dat het altijd en per definitie verboden is. Want er zijn immers genoeg joden en christenen in de Bijbel die met heidense mannen of vrouwen zijn getrouwd. Denk alleen maar aan Rachab en Ruth bijvoorbeeld. Maar waar het om gaat is, hoe zo iemand tegenover het christelijke geloof staat. Als iemand vijandig is, of er helemaal geen belangstelling voor heeft, dan kan ik niet zien hoe een christelijke jongen of meisje verkering met zo iemand kan en wil hebben. En zeker, dat kan natuurlijk heel moeilijk zijn als je verliefd bent of zelfs al van zo iemand hebt leren houden. Maar dan moet de liefde tot God toch groter zijn dan de liefde tot zo’n ongelovige.
Echter, als een heidense jongen of meisje belangstellend is, of zelfs meer dan dat; als ze meegaan naar de kerk, persoonlijk uit de Bijbel lezen, bidden etc., dan mag je gerust verkering met zo iemand hebben, in biddend opzien tot God of Hij hen zou willen vasthouden en bekeren.
Ik vraag mij overigens wel af, wie of wat er achter deze vraag zit? Is de vraagsteller ervan overtuigd dat hij/zij wel een gelovige is? En zo ja, hoe weet je dat en hoe beleef je dat dan? Ik hoop niet dat je vanuit een te optimistische kijk op jezelf wat neerkijkt op ‘zo iemand’ die in jouw ogen er aan twijfelt of hij/zij een ware gelovige is. Dat is bepaald geen kenmerk van een ware gelovige. Ik kom in de Bijbel en in de gereformeerde kerkgeschiedenis juist veel vragen, aanvechtingen en twijfels tegen. Niet om de twijfel te verheerlijken, maar omdat dit bij de praktijk van het bijbels bevindelijke leven hoort. Vanwege het besef van het zondaar-zijn en het zalig worden uit genade alleen. Kijk eens in psalm 51 of 73 bijvoorbeeld. Of hoor wat de discipelen belijden als Jezus zegt dat er een verrader onder hen zit: “Ben ik het, Heere?”
Ik hoop dat ik mij vergis, maar ik mis dat een beetje in deze vraag. Ook van de term “streng-gereformeerden” word ik niet zo blij. Nogmaals, ik hoop dat ik mij vergis, maar er klinkt uit de vraagstelling onbegrip, meewarigheid of zelfs antipathie jegens de “streng-gereformeerden” met hun twijfels. Trouwens wat is “streng-gereformeerd”? Al die kwalificaties van “zwaar”, “streng”, “ultra” zijn tegenstrijdig met het begrip “gereformeerd”. Of je bent gereformeerd of je bent het niet. Zowel in de linker- als in de rechterflank is er veel wat gereformeerd heet, maar het in feite niet is, omdat men in leer of leven tegen de gereformeerde belijdenis ingaat. Maar dat even tussen haakjes.
Laat ik je vooral mogen wijzen op het grote voorrecht van een verkering in de vreze des Heeren. Daar mag je om vragen. Of je van de Heere een jongen of meisje mag krijgen, die de begeerte heeft om met God te leven. Iemand die heeft leren instemmen wat de Bijbel zegt over de wereld, de zonde en het eigen vlees Maar die ook iets heeft geproefd van de liefde van de Heere Jezus voor zondaren. Dan mag je hoop en verwachting hebben dat de Heere met je meegaat in je verkerings- en huwelijksweg.
Katwijk aan Zee,
Ds. M. A. Kempeneers
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M.A. Kempeneers
- Geboortedatum:05-11-1964
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Katwijk aan Zee
- Status:Inactief