Geteisterd door lasteringen
Ds. A. Kot | Geen reacties | 14-01-2003| 00:00
Vraag
Ik word al meer dan een jaar geteisterd door lasteringen die door m'n hoofd gaan. Ik bid elke keer weer om vergeving, m'n dag is er soms mee gemoeid. Ik wil dit niet. Komt dit van de duivel of komt het uit m'n eigen zondige hart, omdat ik iemand ben die niet in Gods gunst sta? Ik loop met m'n zonden rond en heb iets mogen zien van de heerlijkheid die er in Christus te verkrijgen is, maar door die lasteringen denk ik steeds dat de Heere niet in me gewerkt kan hebben, omdat de Heilige Geest en de duivel nu eenmaal niet tegelijk in mijn hart aanwezig kunnen zijn. In de kerk, onder het bijbellezen heb ik het ook. Van waar komen deze lasteringen. Kan een bekeerd iemand dit soort dingen ook hebben, of moet ik dit als een teken zien dat ik een kind des doods ben?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vragenstel(l/st)er,
1. Je beschrijft een vreselijk iets. Boze influisteringen. Vloeken. Godslasterlijke gedachten. Dat kan je helemaal in beslag nemen zodat je niet weet waar je het zoeken moet.
2. Komt dit van de duivel of uit je zondige hart? Omdat je schrijft "Ik wil dit niet" durf ik met vrijmoedigheid te zeggen dat deze dingen rechtstreeks van de satan komen. Daar bedoel ik niet mee dat jouw hart er niet vatbaar voor is! Dat is het juist wel. Ons hart is na de zondeval aangelegd op het kwade. Maar onthoudt: Dit komt van de duivel.
3. Daarom is het ook zo dat ook Gods kinderen deze lasterlijke gedachten kunnen hebben. De duivel probeert hen dan te verstrikken en zo moedeloos te maken dat ze of in de wanhoop wegzinken of God vaarwel zeggen. God bewaart voor beide. Het is dus bepaald niet zo dat deze dingen alleen kunnen voorkomen bij iemand die verloren gaat.
4. Je schrijft dat de Heilige Geest en de duivel niet tegelijk aanwezig kunnen zijn. Ik zou willen zeggen: Dat is maar hoe je het ziet. Een kind van God is een twee-mens. Daar is de oude mens die vleselijk en zondig is. En daar is de nieuwe mens die geestelijk en godzalig is. En die twee strijden met elkaar (Gal.5:17). De oude mens wordt gevoed door de vorst der duisternis. De nieuwe mens is uit God.
5. Je schrijft dat je met je zonden rondloopt en dat je iets hebt mogen zien van de heerlijkheid van Christus. Dat zijn grote dingen maar het zegt niet of je een kind van God bent. Er zijn teveel mensen die op deze gronden denken wedergeboren te zijn. Daar is maar één ding die beslist of je een kind van God bent of niet. En dat is: of je door het geloof Christus omhelsd hebt als JOUW Zaligmaker. Dus of je tot het gelovige vertrouwen op de Heere Jezus Christus gekomen bent.
6. Als dat in je leven nog niet zo is moet je dat geen dag uitstellen. Want of er nu wel of geen godslasterlijke gedachten zijn... Waar je buiten Christus blijft leven ben je werkelijk een "kind des doods" (zoals je schreef).
7. En als je Christus wel mocht omhelzen door het geloof. Dan mag je dwars tegen alle lasteringen in je aan Hem vastklemmen. Steeds opnieuw. En je mag Hem bidden om je te helpen in de strijd tegen de boze. En je mag het Woord
van God gebruiken als het zwaard des Geestes (Ef.6:17) om de satan te weerstaan (Jak.4:7). En zo in de gelovige verwachting dat Hij je helpen wil en zal moet je deze strijd in. En wees er dan van verzekerd niemand - ook de
duivel niet - je uit de handen van Christus zal rukken (Joh.10:28).
Je ds. A. Kot
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. Kot
- Geboortedatum:25-12-1966
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Huizen
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Bekijk ook: