Eva 130 jaar en moeder
Ds. P. Molenaar | 1 reactie | 18-11-2013| 15:45
Vraag
Laatst las ik het geslachtsregister van Adam tot Noach in Genesis 5. Als ik dan wat teksten naast elkaar kom ik tot een vraag. Laat ik in ieder geval gezegd hebben dat mijn geloof in God en de betrouwbaarheid van de Bijbel niet ter discussie staat. Ik houd mij ver van de gedachte dat getallen in de Bijbel zomaar symbolisch zijn, zeker in dit Bijbelgedeelte geloof ik niet in symbolische getallen. In Genesis 4:1 wordt de geboorte van Kaïn genoemd, maar ook dat de huisvrouw van Adam Heva is. In vers 2 wordt de geboorte van Habel genoemd. In vers 25 van hetzelfde hoofdstuk wordt gemeld dat Adam opnieuw zijn huisvrouw ‘bekent’, Heva dus, en dat Seth geboren werd. Met daarbij de vermelding dat Seth gegeven is in de plaats van Habel. Maar dan wordt in Genesis 5:3 vermeld dat Adam 130 jaar oud was toen Seth geboren werd, met nog wat zonen en dochteren. Omdat Adam en Heva op dezelfde dag zijn geschapen, zoals Genesis 1:27 vertelt, is Heva ook 130 jaar oud. Nu kom ik tot mijn vraag: hoe kon Heva op haar 130e nog een zoon krijgen?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vrienden,
Het is goed om de geslachtsregisters van de eerste mensen eens na te gaan. Je komt dan soms tot verrassende ontdekkingen. Inderdaad is de leeftijd van die mensen veel ouder dan wij nu ooit zouden kunnen bedenken. Toch moeten we aan die getallen niet die aandacht besteden alsof Eva geen kinderen meer kon voortbrengen. We lezen immers dat de leeftijd van Adam ook zeer hoog was. Adam werd immers 930 jaar oud. Verder noem je dat Adam en Eva volgens Gen. 5:4 nog meer zonen en dochters hebben gehad. Inderdaad zo staat het er. De Heilige Geest heeft het niet nodig gevonden om de namen van die mensen te vermelden. Dus we moeten maar te niet ver daarin zoeken, omdat het voor het geloof blijkbaar niet van belang is dit te weten.
Verder lezen we ook dat Methusalem als oudste mens, 969 jaar oud werd. Wanneer we een berekening maken, dan heeft Adam al vele geslachten zien opgroeien. Wat heeft die man ook veel meegemaakt. Elke geschiedenis laat ons zien ook hoe de mensheid door rouw en verdriet heengaat, daar het uitnemendste van dit leven moeite en verdriet is. (Ds. W. Visscher uit Amersfoort heeft in een mooi boekje over Noach treffende voorbeelden laten zien hoelang die oudvaders geleefd hebben en hoeveel geslachten zij hebben zien opgroeien.) Dat die mannen zo oud geworden zijn en kinderen verwekten, is voor ons onvoorstelbaar. Dat Abraham en Sara nog een kind kregen boven de leeftijd der sterken of zeer sterken was toch een groot wonder, evenals de geboorte van Johannes de Doper uit Zacharias en Elizabeth in het Nieuwe Testament. Blijkbaar was dat voor de zondvloed nog biologisch normaal.
Het zou evengoed een redelijke vraag kunnen zijn, hoe die mensen voor de zondvloed zo oud konden worden. Het zou betekenen, als we alleen al denken aan Adam, dat wij nog een voorvader zouden kennen die in het jaar 1100 na Christus geboren is! Als je een stamboom uitzoekt, dan ben je in de meeste gevallen al blij dat je komt tot het jaar 1400 of 1500, hoewel je jezelf geen enkele voorstelling kan maken van die voorvader. Maar het voorbeeld van Adam zou voor ons betekenen dat wij nog een voorvader van aangezicht tot aangezicht kennen die in 1100 geboren is. Persoonlijk heb ik nog drie overgrootouders gekend en dat vind ik al bijzonder. Die zaken zijn soms voor ons al onvoorstelbaar. Daarom moeten we maar niet te veel daarover filosoferen, maar gewoon laten staan wat de Bijbel noemt in jaren.
Wel kunnen we een duidelijke conclusie trekken aan de hand van de geslachtsregisters voor de zondvloed: de Heere gaf de mensen tot de zondvloed een zeer lang leven. Henoch was in vergelijking met Adam zeer jong heengegaan. Hij was 365 jaar toen de HEERE hem wegnam. Dat was dus in vergelijking met Adam, met zijn 930 jaar, zeer jong. We zullen dus een andere biologische invulling moeten geven aan de levenstijd, maar hoe? Dat weten we niet, dat is ons ook niet geopenbaard. Onze levenstijd is zeer kort, vergeleken met de mensen van voor de zondvloed. Maar voor de Heere is een dag toch als duizend jaar en duizend jaar als een dag (Psalm 90)!
Nu zien we in onze tijd dat mensen weer wat ouder worden. Dat komt o.a. door de medische middelen die de Heere in Zijn voorzienig bestel in deze tijd ons geeft. Dat merken we ook als voorgangers die al lang in het ambt staan. Veertig jaar geleden kwam het sporadisch voor dat je sterfgevallen meemaakte van boven de 90 jaar. Nu is dit niet vreemd meer. Honderdjarigen maakte je veertig jaar geleden bijna nooit mee. Nu heb ik al verschillende sterfgevallen van boven de 100 jaar meegemaakt, wat we ons veertig jaar geleden niet konden voorstellen. Tegelijk geldt het voor ons allen dat we moeten sterven en sterven betekent God ontmoeten. Ook is het waar dat we allen met het sterven in leeftijd gelijk zijn, want dan is het eeuwigheid.
Dit brengt me tot een andere les van de geslachtsregisters: wanneer we het geslachtsregister van Kain in Genesis 4 nagaan, dan zien we dat er niet één keer gezegd wordt dat die nakomelingen stierven. Dat zien we wel in het geslacht van Adam via de lijn van Seth. Steeds worden in die lijn de leeftijden vermeld en tegelijk het refrein: “en hij stierf.” We kunnen de conclusie trekken dat het geslacht van Kain geen rekening hield met de dood. We zien zelfs dat de zevende van Adam in de lijn Kain -Lamech , de vader van de cultuur- met de dood spot in het lied dat hij zingt voor zijn twee vrouwen Ada en Zilla: “Ik sloeg een man dood om een wonde...” Hij heeft de goede zeden doorbroken in het huwelijk met één vrouw. Hij spot met de dood. De dood wordt in dat geslacht zelfs veracht. Hoogstens wordt de dood als moord verheerlijkt.
In het geslacht van Seth is nog de levensernst over en wordt het sterven van elk persoon in dat geslacht genoemd, behalve van Henoch, de zevende van Adam in de lijn van Seth (dus tegenover Lamech), die door God wordt weggenomen. Maar we kunnen wel concluderen dat wij met ons zwak verstand die levenstijd van de geslachten tot Noach in geen enkel opzicht kunnen begrijpen. Dat gaat biologisch ons verstand ver te boven. Laten we daarom maar de geestelijke levensles van die geslachten nagaan: wij allen moeten sterven: kunnen we God ontmoeten en hebben we deel aan Christus als Borg voor onze zonden?
Lunteren,
Ds. P. Molenaar
Dit artikel is beantwoord door
Ds. P. Molenaar
- Geboortedatum:22-05-1945
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Lunteren
- Status:Actief