Zeggen dat je bekeerd bent
Ds. A. van Vuuren | 4 reacties | 16-11-2013| 13:26
Vraag
Mag je van jezelf zeggen dat je bekeerd bent? Persoonlijk geloof ik in God en mag ik weten dat mijn zonden vergeven zijn door het bloed van Christus. Maar als mensen vragen of ik bekeerd ben, dan durf ik meestal geen “ja” te zeggen, omdat het dan lijkt alsof ikzelf in het middelpunt sta: "Ik ben bekeerd (tot God)". Liever zeg ik dat ik mag geloven in God en dat dit mijn leven bepaalt. Is er verschil? Mag/moet je van jezelf (kunnen) zeggen dat je bekeerd bent?
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Toen eens aan Wulfert Floor gevraagd werd "bent u bekeerd? " luidde zijn antwoord: "Ik ben bekeerlijk, de Heere is met me bezig.” Trouwens volgens de Heidelberger Catechismus H.C. 33 is bekering een proces. De voortgaande afsterving van de oude mens en de opstanding van de nieuwe mens. Iets wat is afgeleid uit Efeze 4, tweede helft en Kolossenzen 3. Waar geloof is nooit zonder de vrucht van de bekering.
Ik zeg niet dat iemand niet mag zeggen: ik ben bekeerd. Als hij daarmee in ootmoed doelt op de eerste bekering. Maar "bekeerd zijn" in taalkundig gezien de voltooide tijd, dat kom je in de Bijbel zelden tegen. Dat is toch veelzeggend. Wel horen we Jeremia een keer in die geest spreken. We lezen ook in 1 Petrus 2 dat Petrus tegen de gelovigen zegt: U bent nu bekeerd tot de Herder en opziener Uwer zielen. Bekeerd tot Jezus dus. Hij moet in het middelpunt staan.
Onze bekering is hier op aarde nooit af, zijn volbrachte werk wel. "Gij zijt in Hem volmaakt", zegt Paulus tegen de Kolossenzen. Ik kan nooit rusten in mijn bekering, wel in zijn verzoeningswerk. Vragen ze je er naar of je bekeerd ben, zeg dan maar: Ik zal het niet ontkennen, maar ik wil het liever hebben over Hem die mij kocht met zijn bloed. Over mezelf ben ik snel uitgesproken, maar nooit over mijn Heiland.
Ik ben bekeerd, die uitdrukking kan iets hebben van gearriveerd zijn. In ieder geval een oprecht kind van God gaat er niet prat op. Wel is hij dankbaar en verwonderd over Gods genadewerk. Laten we maar roemen in onze Heere en Heiland, wiens werk volkomen is. Ik ontvang de zaligheid niet op grond van mijn bekering, maar op grond van zijn verlossingswerk. Vandaar dat Kohlbrugge zei: Ik ben op Golgotha bekeerd. De Heidelberger Catechismus begint niet met de vraag: Bent u bekeerd? Maar: Wat is uw enige troost in leven en sterven? Antwoord: Dat ik het eigendom ben van mijn getrouwe Zaligmaker. Heerlijk om daarvan te mogen getuigen. Doe dat maar veel!
Hartelijke groet,
Ds. A. van Vuuren
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A. van Vuuren
- Geboortedatum:02-11-1948
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Capelle a/d IJssel
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus-predikant
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Als God Zijn werk in ons begint, dan gaat het door totdat wij sterven. In die zin mag je zeggen: God is nog niet klaar met mij. Je hebt nog dagelijkse bekering nodig!
De Moorman beleed: Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is. Toen werd hij gedoopt. Dus het gaat om het geloof in Jezus en niet dat wij geloven dat wij bekeerd zijn.
Dit kun je ook in de brieven van Johannes lezen....!
@Vraagsteller/vraagstelster: In Mattheus 7: 13-23 zou je misschien je antwoord kunnen vinden. In vers 16 lezen we; ''Aan hun vruchten zult gij hen kennen''. In principe zou je niet iemand hoeven zeggen dat je bekeerd ben, maar zal je dit laten zien door de werken des geloofs. En als het het geval is dat iemand je de concrete vraag stelt of je bekeerd bent, ben ik het volledig met Ds. A. van Vuuren eens, en is het een goed en duidelijk antwoord. Alleen als je in het algemeen opzicht bekijkt kunnen mensen aan je vruchten (werken, hoe je bent en hoe je leven verandert) zien of zoekt naar de Heere Jezus. En hoef je het ze dus ook niet te vertellen. Want ik neem aan dat je het moeilijk vind om te zeggen dat je bekeerd bent omdat de farizeeërs er ook mee pronkten.
Eens hoorde ik in de preek dat een dominee aan iemands sterfbed vroeg; ''Nou menneer, kent u Jezus al?'' Toen antwoorden hij; ''Ik zou u het zo zeggen dominee, Jezus kent mij''.