Twistgierig
Ds. J.D. Heikamp | Geen reacties | 06-11-2013| 16:00
Vraag
Ik heb een vraag over 1 Korinthe 11:16. Kunt u mij deze regel uitleggen? De verzen 11:1-11:15 snap ik, maar de laatste zin (11:16) niet.
Antwoord
De tekst: “Doch indien iemand schijnt twistgierig te zijn, wij hebben zulke gewoonte niet, noch de gemeenten Gods.”
Er wordt wel eens opgemerkt dat Paulus met deze woorden bedoelt dat het een middelmatige zaak is, waar we ons niet zo druk over behoeven te maken. Dat het in de eerste verzen alleen maar zou gaan om wat uitwendigheden in de christelijke gemeenten. Met andere woorden: het zou om bijzaken gaan die niets met de hoofdzaak van het christen zijn te maken heeft.
Een ander denkt dat Paulus bedoeld te zeggen: het is niet zo belangrijk hoe je er uitziet in gewaad, daad en gepraat als je maar naar de kerk gaat. Belangrijkste is dat iemand er is en zit onder Gods Woord. Onbelangrijk hoe iemand er dan uitziet, God ziet het hart aan.
In deze zin worden over het algemeen deze woorden uitgelegd. Ik wil dat met de kanttekeningen van de Statenvertaling bestrijden en luisteren wat zij er over geschreven hebben.
Bij “twistgierig” staat: “Of, twist lief te hebben; dat is, die tegen deze zaak en redenen nog veel zou willen twisten, met hem willen wij niet verder twisten.”
“Wij hebben zulke gewoonten niet.” Hier staat bij: “Namelijk om te twisten over zaken, die zo klaar en bekend zijn.”
“Noch de gemeenten Gods.” Kant.: “Welker voorbeeld of gebruik in zulke zaken men heilig behoort te volgen.”
Er is veel vrijpostigheid nodig om deze zuivere uitleg te bestrijden of ze voor tijdgebonden te verklaren. Vergeten we niet: waar de vorm ontbreekt is het wezen er ook niet.
Hopelijk dat het u wat duidelijker is geworden en sluit me graag aan bij de woorden van de apostel en de verklaring van de kanttekening.
Hartelijke groeten,
Ds. J. D. Heikamp
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.D. Heikamp
- Geboortedatum:09-11-1939
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:Staphorst
- Status:Actief