Dievegge
M.M. van Winkelen | 5 reacties | 18-10-2013| 12:52
Vraag
Boezemzonden, een zonde waar je steeds in terug valt. Mijn man weet dat ik een zwak heb voor stelen; iets meenemen wat niet van jezelf is. Ik weet dat het verkeerd is, maar ik heb er zo'n last van en iedere keer denk ik: nu doe ik het niet meer. Dan gaat het weer een tijd goed en vervolgens val ik er weer in terug. Bang ben ik dat de Heere het niet meer wil vergeven. Bang ben ik als ik het tegen mijn man zegt en dat hij boos op me wordt. Wat moet ik nu? Hoe kom ik er van af? Graag antwoord van iemand van de Ger. Gem.
Antwoord
Beste vragensteller,
Je vraag betreft het omgaan met een zonde waar je jezelf tegen verzet, maar die toch steeds terugkomt in je leven. Je vreest voor Gods ongenoegen erover en je weet ook niet hoe je ermee richting je man moet omgaan. Het is duidelijk dat je hiermee worstelt en dat je jezelf ervoor schaamt. Het is goed dat je naar een oplossing blijft zoeken.
Voor de zaak waar je het moeilijk mee hebt, is niet zo maar even een gemakkelijke oplossing voorhanden. Dat heb je waarschijnlijk zelf al ervaren. Het is niet een kwestie van even ‘een knopje omzetten’. Toch hoef je niet te wanhopen. Gods Woord spreekt rijk over wat Gods genade vermag. Maar het overwinnen van een boezemzonde gaat altijd in een weg van strijd en op aarde blijft het altijd ten dele. Dat blijkt wel uit de woorden die er in de Bijbel voor gebruikt worden: Een sterven aan de zonde, een met Christus gekruisigd worden.
Mag ik je een aantal zaken meegeven die je wellicht wat kunnen helpen in deze zoektocht? Allereerst zou ik je willen aanraden er echt met andere mensen over te praten en hulp hiervoor te zoeken. Dat kan eraan bijdragen om het probleem goed onder ogen te zien. Het helpt je ook in het zoeken naar een oplossing. Het zou goed zijn als je met je man het gesprek aangaat (je kunt zelf het beste inschatten of je dit ook aandurft). Maar buiten dit kun je ook hulp zoeken bij een instelling (bijvoorbeeld De Vluchtheuvel of een andere organisatie). Een hulpverlener maakt meestal geen deel uit van je dagelijkse leefomgeving, dat maakt het makkelijker om over zulke persoonlijke en gevoelige dingen te praten.
Hiernaast zou ik je op het hart willen binden dat een boezemzonde iets is wat ons voor God diep schuldig stelt. Of het nu gaat om stelen of om iets anders, God kan het niet verdragen, in jou niet en in mij niet. God is te rein van ogen dan dat Hij het kwade zou kunnen aanschouwen. Eén zonde geeft God al reden om voorgoed afscheid van ons te nemen, hoeveel meer een reeks van zonden die wij ook nog heimelijk koesteren? Als wij niet van harte afscheid nemen van onze zonde, is God genoodzaakt afscheid van ons te nemen. Dat is de realiteit van Gods Woord, wees daar diep van doordrongen. God vraagt van jouw bekering en verootmoediging.
Val ook niet in de valstrik dat je met je eigen goedbedoelde inspanning probeert de zonde te overwinnen. Jouw en mijn kracht is daar veel te klein voor. Het zou een slechte zaak zijn als je het met je eigen kracht moet doen, volstrekt hopeloos zelfs. Zoek daarvan bewust te zijn, en belijd dat ook voor God: Heere, in mij is geen kracht. Alleen Gods genade kan je helpen. Ik mag je wijzen op de Zoon van God. Hij kwam in deze wereld om de werken van de satan te verbreken en Hij roept het zondige en hardleerse mensen toe: Indien de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, dan zult u waarlijk vrij zijn (Joh. 8:36). Zou je dan niet echt vrij zijn?
Tenslotte: Denk groot van de zonde, maar denk nog groter van Gods barmhartigheid. Het gaat er bij God niet in de eerste plaats om hoeveel je gezondigd hebt en hoe lang je dat deed. Het gaat er bij God om of je als een zondaar met die schuld aan Zijn voeten komt en in Zijn kracht tegen de zonde strijdt. Ken je die plaats? Jesaja roept in zijn profetie uit dat God menigvuldig vergeeft (Jes. 55:7). Kun jij dat uittellen wat menigvuldig in Gods ogen is? Is daar echt een einde aan? Hij had er Zijn Zoon voor over om te kunnen vergeven. Hij werd zonde voor ons gemaakt, omdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem, zo zegt Paulus (2 Kor. 5:21).
Sterkte ermee.
Martijn van Winkelen
Dit artikel is beantwoord door
M.M. van Winkelen
- Geboortedatum:18-07-1981
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Den Haag
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Ouderling in Gereformeerde Gemeenten.
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Lastig dat je hiermee worstelt. God wil jou vergeven! Ik denk echt dat je een goede hulpverlener moet zoeken, die jou kan helpen om hiermee te stoppen. Sterkte!
Mensen met deze aandoening hebben een overweldigende drang om te stelen en krijgen er een kick van om het te doen. Erna wordt echter meestal schuldgevoel ervaren. Het is eigenlijk een vorm van verslaving, die mensen in staat stelt om tijdelijk nare dingen even niet te voelen. Het stelen maakt namelijk adrenaline en endorfinen los en zorgt zo voor een beloning in de vorm van een tijdelijk prettig en bevrijdend gevoel.
Vaak gaat het stelen samen met stemmingsstoornissen (met name depressie), angst en eetstoornissen (onder andere anorexia nervosa). Ook paniekaanvallen, sociale fobieën, gebruik van drugs of alcohol, en obsessief compulsieve stoornis komen voor in relatie tot kleptomane neigingen.
De stoornis komt relatief vaker voor bij vrouwen en komt gemiddeld op de bevolking bij 1 op de 100 mensen voor.
Een stoornis dus, zoek hulp vraagstelster, zoek naar deskundige hulp met een deskundige.
Hij is de enige die je kan helpen. Je hebt Hem nodig, breng het bij Hem. Belijdt je zonden bij God, vraag of Hij in je leven wil komen en hiervan af wil helpen. Hij wil niets liever dan je zonden vergeven en je helpen tegen kleptomanie.
nochthans@gmail.com
Goedbedoeld ongetwijfeld, maar je trapt in de bekende valkuil: dat je de beschrijving voor de verklaring aanziet, en deze 'verklaring' gebruikt als hefboom voor verandering.
Het woord kleptomanie is slechts een beschrijving van de aandrang om te stelen. Andersom mag je nooit redeneren: dat mensen dwangmatig stelen omdat ze kleptomanie hebben.
Het benoemen als kleptomanie voegt welbeschouwd niets toe, en is als verklaring een vorm van pseudowetenschap. Van dezelfde orde als: er valt water uit de lucht, oh, dat komt omdat het regent!
Hulp zoeken bij een deskundige kan overigens geen kwaad.
Maar vermijd a.u.b. het woord 'stoornis', en dat verhaaltje over adrenaline en endorfine..., dat is de mode van de dag. Of eigenlijk van gisteren. Vandaag gaat het over noradrenaline. Ook dat zijn geen verklaringen, hooguit beschrijvingen van iets wat in de hersenen plaatsvindt. Als je schrikt van een leeuw die plots voor je neus staat, schrijf je die schrik toch ook niet toe aan de adrenaline die vrijkomt?