De weg geweten en niet bewandeld
Ds. A.K. Wallet | 4 reacties | 08-10-2013| 13:56
Vraag
Voor ds. Wallet. U geeft antwoord op de vraag waar boven staat "de verschrikkelijkheid van de hel." Over een bepaalde zinsnede hieruit zou ik u een vraag willen stellen. Het betreft: Die de weg geweten en niet bewandeld, enz... Nu zit ik in de rechterflank van de ger. gezindte en dit komt nogal regelmatig voor in de preken die ik hoor. Maar in diezelfde preken komt ook heel sterk naar voren, dat wij machteloos en krachteloos zijn tot enig geestelijk goed, dat wij dode zondaren zijn en dat het zo noodzakelijk is dat de Heilige Geest in ons hart komt wonen en werken. En dan komt bij mij de grote vraag, want hiermee wordt dan toch gezegd dat wij die weg niet kunnen bewandelen?! Of wordt met “de weg bewandelen”, bedoeld de weg der middelen, namelijk de kerkgang en het onderzoek van Gods Woord e.d.? Want die andere weg door de enge poort op de smalle weg die tot het Leven leidt, daar kunnen wij onszelf toch niet brengen, zo wordt ons voorgehouden. En dominee, als dit zo is, hoe kunnen wij dan met dubbele slagen geslagen moeten worden?! Concreet voorbeeld: enkele weken geleden gehoord in dezelfde preek: “Wij zijn machteloos en krachteloos” enz, en even later: “U zult van alle gehoorde preken rekenschap moeten afleggen en als het niets heeft uitgewerkt, zult u dieper in de hel wegzinken dan de blindste heiden.” Tegelijk wordt er sterk op aangedrongen om toch geen kerkdienst te verzuimen. Ik word hier zo moedeloos van. Dan denk ik: Ach, was ik die blindste heiden maar. Misschien is de vraag wat warrig, maar samenvattend: wat wordt bedoeld met die weg bewandelen? Is het de geestelijke weg, waar wij onszelf dus niet kunnen brengen of wordt bedoeld de weg der middelen, die wij niet moeten verzuimen? Bij voorbaat dank voor uw antwoord. Van een vaak moedeloze kerkganger.
De zorgverzekeringen van Care4Life
De zorgverzekeringen van Care4Life stellen de beschermwaardigheid van het leven voorop. Benieuwd hoe?
Antwoord
Beste vrager,
Je vraagt: wat is eigenlijk de weg der middelen en wat betekent het gebruik er van? Als we het over middelen hebben dan denken we om het te verduidelijken aan levensmiddelen en geneesmiddelen. Zonder levensmiddelen zullen wij niet in leven blijven. Daarom heten zij ook levensmiddelen. Door het gebruik van deze middelen heeft de HEERE beloofd ons leven te onderhouden. Daartoe laat de HEERE alles ook groeien. Reeds in het paradijs zei de HEERE: Het zij u tot spijze. Zo kennen we ook de geneesmiddelen. Door het gebruik er van kunnen ziekten, onder Gods zegen, bestreden worden. Wij moeten deze middelen wel gebruiken. Weliswaar werden zowel Mozes als Elia 40 dagen zonder eten in het leven gehouden, maar dit waren uitzonderingen. De algemene regel is dat wij niet zullen leven zonder het gebruik er van.
Niet minder is dat het geval als wij spreken over de weg der middelen te bewandelen in het leven met God. Heel belangrijk is het om onze belijdenis te kennen. Er zijn veel uitwassen die ontstaan omdat het Woord van God niet naar twee kanten wordt gehoorzaamd. Maar onze belijdenis die een korte samenvatting is van Gods Woord wordt helaas niet of zeer selectief gelezen.
Als er éen belijdenisgeschrift is dat spreekt over onze onmacht, dan is het wel De Dordtse leerregels. Maar die spreken ook heel duidelijk over de verantwoordelijkheid van de mens en over de ruimte van zalig worden. Die onmacht wordt ons niet voorgehouden om ons van Christus af te houden, maar die komt juist aan de orde in het licht van de Zaligmaker, Die spreekt dat Hèm alle macht gegeven is in hemel en op aarde.
Allereerst zijn we onwillig om tot God te gaan. Maar als Hij onze onwil breekt dan krijgen we last van onze onmacht. We gaan dan zien op Christus, Die tot een lamme zei: sta op. Maar hij kan dat toch niet? Nee, maar als Jezus spreekt dan komt daarin de kracht om op te staan mee. Maar dat vraagt wel geloof. Geloof is de Heere vertrouwen, want Hij kan niet liegen.
Is dat een geloof een voorwaarde? Maar het moet je toch gegeven worden? Het Wóórd is ons gegeven en dan vraagt de Heere dat we op grond van dat Woord tot Hem komen.
Lees vooral de Dordtse leerregels, hoofdstuk 1, paragraaf 16: de middelen gebruiken en verlangen naar de tijd van overvloedige genade. We mogen weten: dat wie bidt, die ontvangt. Lees ook DL, hoofdstuk 3, paragraaf 17: waar staat dat we niet mogen scheiden wat God samengevoegd heeft. Dat is hier het gebruik van de middelen en de eeuwige zegen die dat meebrengt.
Uit je schrijven begrijp ik dat de waarschuwing de boventoon voert in de prediking en dat de beloften worden genegeerd. Het dient andersom te zijn: de belofte voorop zoals Christus zegt: Komt tot Mij en de waarschuwing volgend als je dat niet doet ( Joh.3:36).
Lees ook DL 3: 16: we zijn geen stokken en blokken. We lezen: dit is de weg, wandel in dezelve (Jes. 30:21). Zie ook Efeze 5:2 en 8.
Er is een rijke uitnodiging van de HEERE. De mens is van God afgevallen, maar de HEERE heeft daarna direct het genadeverbond opgericht. Nu kunnen we niet meer op grond van eigen werken zalig worden, maar alleen op grond van het werk van Christus. Het werk der verzoening is door Christus volkomen volbracht.
Ik las nog bij Calvijn n.a.v. Amos 4-6: Als we alleen maar oproepen tot berouw (bekering) en niet laten horen dat God een vergevend God is, dan zal de oproep tot bekering niets uitwerken. Het is: Zoek de HEERE en leef!! De HEERE belooft leven en trekt daardoor tot Hem. Zij die verloren gaan die de weg geweten hebben en niet bewandeld, zijn zij die ongehoorzaam geweest zijn, zich zijn blijven verzetten. Wee onzer als wij op zo grote zaligheid geen acht geven (Hebr.2:3). Er is vóór alles de belofte van de HEERE, als de drie-enige God.
Te denken is aan de kennis van de ellende. Hoe leren wij onze ellende kennen? Denk aan de HC, zondag 2: waaruit ken u uw ellende? Uit de wet van God. Wat eist die wet? Dat leert ons Christus!!
De Zaligmaker leert ons wie we zijn met het oog op de verlossing. Zo gauw als we de Bijbel open doen, dienen we te bedenken: De zaligmaker komt mij tegemoet. Denk aan Jesaja 45:19: Ik heb nooit gezegd, zoek Mij tevergeefs. En vers.22: Wendt naar Mij toe en wordt behouden alle gij einder der aarde; want IK ben God en niemand meer.
We mogen de HEERE toch niet wantrouwen? Hij is nabij de ziel die tot Hem zucht. Dicht bij het Evangelie, de Bijbel open, is er juist geen reden tot moedeloosheid, maar mag er hoop zijn. God wil dat we het Evangelie horen! Waarom? Hij is niet gekomen om te verderven, maar om te behouden. Op de weg der middelen staat de enge poort. De poort van het leven. Houdt aan , grijpt moed, uw hart zal vrolijk leven (Ps.69). Hij is het die ons Zijn vriendschap biedt. Leg je hand maar in de Zijne en Hij zal je leiden. Dien dan Hem ook met verstand (je opleiding, wil en gevoel).
Hartelijke groeten en Gods zegen toegewenst,
Ds. A. K. Wallet
Dit artikel is beantwoord door
Ds. A.K. Wallet
- Geboortedatum:17-06-1939
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Schoonrewoerd
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
emeritus
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Waarschijnlijk gingen de mensen in Chorazin, Bethsaïda en Kapernaüm ook wel netjes naar de synagoge en lazen ze ook trouw in de Bijbel, maar uit Mattheüs 11:20-24 blijkt duidelijk dat de Heere Jezus op de bekering doelt.
Maar beste vraagsteller, God verbied het u niet om uzelf te bekeren. We weten wél vanuit de Bijbel dat wij het UIT ONSZELF nooit WILLEN. Dáárin ligt de onmogelijkheid dat een mens ooit zichzelf' bekeert. Maar vraagsteller, als jouw vraag eerlijk, oprecht en welgemeend is, en je zou je echt willen bekeren, als je maar zou kunnen, dan is het (cru gezegd) huichelachtig van je om te menen dat het van jezelf is. Zou er namelijk dan toch nog iets goeds voortkomen uit jouw oude boze natuur?? Bekeer je dan tot God en dank Hem dat Hij je bekeerd hééft. En zal ik je eens wat verklappen: Dan kom je er later achter dat God al veel eerder begonnen was dan jij....
(Vanuit onszelf wíllen we ons niet bekeren en maken we ons dientengevolge helemaal niet druk over het feit of we onszelf al dan niet kúnnen bekeren. En wanneer we ons wél zouden willen bekeren heeft God ons gewillig gemaakt. En als Hij ons gewillig maakt, maakt Hij ons ook bekwaam. Lees de kanttekening maar eens bij Joh. 6:44)
Iedereen wil wel zalig worden maar dat wil nog niet zeggen dat we willen wat God wil.
In geloof steunen op Gods beloften die in Hem ja en amen zijn.
De ds. laat de Bijbel spreken, jsml, lees het antwoord nog eens goed!
@maria, de ds. heeft wel gelijk, maar het raakt m.i. niet het probleem waar de vraagsteller mee loopt. Ik kan het mis hebben hoor, maar als ik de vraag zo lees loopt de vraagsteller met hetzelfde probleem als waar ikzelf een aantal jaar geleden nog mee liep.