Zoveel mensen durven af te blijven van Avondmaal
Ds. J. van Rossem | Geen reacties | 06-11-2005| 00:00
Vraag
Het komt het dat in sommige kerken zo weinig mensen het Avondmaal vieren? De Heere heeft ons toch de opdracht gegeven Avondmaal te vieren (1 Kor 11:25)? Die opdracht mag je toch niet naast je neer leggen? Bovendien, als je de Heere Jezus echt nodig hebt in je leven, dan kun je toch niet anders dan vluchten naar de tafel? Ik snap echt niet waarom zoveel mensen durven afblijven en dus Christus' opdracht verwerpen. Prediken dominees in die kerken een enge, afhoudende (dwaal)leer of lees ik de Bijbel en de formulieren verkeerd? Graag een antwoord; ik zit hier erg mee.
Antwoord
Hartelijk dank voor je vraag over het avondmaal. Het antwoord is gauw gezegd: ze hebben daartoe niet de vrijmoedigheid. Bij elke Avondmaalsgang gaat het om de worsteling met de diepe vraag:mag ik wel aangaan of mag ik niet aangaan. Bij het Avondmaal geldt het: ik mag niet zo maar aangaan. Maar daarbij is ook de andere vraag: ik mag niet zomaar blijven zitten. Eigenlijk is het bij dit sacrament een zaak van moeten en niet kunnen. Als we daar eenzijdig mee omgaan,(dus alleen het moeten) dan krijgen we of een toeloop naar de Dis (ik moet) of (als het alleen maar om het niet kunnen gaat) een onverschillig blijven zitten: Ik blijf maar zitten en ik word er niet koud of warm van.
Overigens is het wel een opmerking van wijlen prof. Wisse dat wie geen gestalte heeft om Avondmaal te vieren, ook niet de gestalte heeft om te sterven. Alleen daarom aangaan? Nee, het brengt op de knieën. We mogen niemand dwingen het Avondmaal te vieren. Dan zou het Avondmaal een werk van de mens zijn en de rechte Avondmaalsgang is altijd een werk van de Heere. De rechte Avondmaalsganger beleeft het ook zo: die vraagt daarom: trek mij, dan zal ik U nalopen. Uit eigen werk en uit eigen ervaringen weten we hoe diepe worstelingen er kunnen zijn Dan spreken we in deze de wens uit dat de Heere het ons in dezen zo moeilijk maakt dat we niet anders meer kunnen dan te moeten gaan, desnoods met de bede; kom ik om, dan kom ik om.
Overigens moet er bij het Avondmaal wel geloof zijn, hoe klein ook. Wat niet is kan aan de Dis des Verbonds niet versterkt worden.Net als met een bril: ben ik blind, dan heb ik aan een bril niets. Daarom ga ik niet aan de Dis om geloof te krijgen of om vergeving te krijgen En verder: we geloven dat er boven in de hemel zijn die hier beneden niet aan het Avondmaal zijn geweest. Dat zeggen we niet om een onjuiste avondmaalsmijding, gedaan in onverschilligheid, goed te praten, maar om in dezen voorzichtig te zijn. Jij en ik zijn geen hartenkenners. Persoonlijk vragen we bij het Avondmaal of de Heere afhoudt wie niet aanhoort en aanbrengt wie wel aan hoort. En daarbij: een gemeente is niet goed als er veel of weinig Avondmaalsgangers zijn. Het is afhankelijk van de Heere Bovendien spreekt het formulier terecht ook van de mogelijkheid dat men zich, bij een ongeoorloofd aangaan zich een (niet “het”!) oordeel kan eten en drinken. Dat staat er niet voor niets. Moet mijn geloof groot zijn? Als het maar waar is. Hier geldt dat de Heere het gekrookte riet niet zal verbreken en de rokende vlaswiek niet zal uit blussen.
Je begrijpt niet waarom veel mensen durven af blijven. Als het onverschilligheid gaat, kan ik het met je eens zijn. Toch wil ik je wel vragen om voorzichtig te zijn. Ik heb van sommige mensen wel eens gedacht: hoe durf ja aan te gaan. Maar: ik ben geen hartenkenner. Daartegenover: we hebben ook wel eens mensen gemist van wie we dachten dat ze aan zouden komen. Reden te meer om gebed te hebben. Net zoals bij het hoorbare woord, de prediking, moet het ook bij het zichtbare woord (de sacramenten) gaan om de prediking van de twee wegen. En elke keer geldt het opnieuw: een ieder beproeve zichzelf. Avondmaalsgang mag nooit een vanzelfsprekendheid zijn, maar is, als het goed is, altijd een wonder dat we ook aan anderen met gevouwen handen gunnen.
Over het Avondmaal moet bewogen en eerlijk gepreekt worden. Hoe: zoals het staat in vraag en antwoord 81 van de Heidelbergse Catechismus. Lees de Bijbel en de formulieren maar, dan krijg je antwoord. E n heb maar veel gebed met al die worstelaars met al deze zaken. Zende de Heere over dit alles Zijn licht en waarheid. In ieder geval heb je met je vragen gebedsstof en gebedsreden. Je zou er zelf gezegend onder kunnen worden. Ik wens je de zegen van de Heere toe. Bedankt voor je indringende vraag.
Ds. J. van Rossem
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J. van Rossem
- Geboortedatum:04-03-1945
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Status:Inactief