Overvloed en overgave
Ds. C. den Boer | Geen reacties | 13-09-2013| 10:56
Vraag
In het boek van Arjan Plaisier “Overvloed & overgave” las ik onderstaand gedeelte. Heeft hij gelijk met zijn analyse? "Er is nog een wintergestalte. Niet die van het einde van het geloof en ook niet die van de mystiek, maar eerder die van een diep verstopt geloof. Het is die gestalte waarin het geloof als het ware ingevroren is in de ziel. We komen deze gestalte tegen bij de strenge, orthodoxe stromingen. Wat begonnen is als een 'innige' gestalte van het christendom, is langzaam maar zeker sektarisch geworden. Een toegespitste en op den duur overtrokken aandacht voor de invloeden van de Geest in het hart van de mens heeft op een wonderlijke wijze de mensen in de kou gezet. Waar het vergrootglas op de Geest in het hart van de mens werd gezet, ontstond bijziendheid. De kring van ware gelovigen kromp ineen tot de enkelingen die zich konden beroemen op de innerlijke werking van de Geest. De innigheid die zich bijna als glossolalie in een tale Kanaäns had geuit, werd systeem. Er werd een muur opgetrokken, de deuren werden gesloten en de sleutel verstopt. Dit gebeurt te meer waar het dogma van de uitverkiezing de grote schare buiten de kerk maar ook daarbinnen aan de winterkou heeft overgeleverd. Een kleine kring van ware gelovigen blijft over. Zij durven het aan de gang naar de tafel van de Heer te maken. Daaromheen staan de anderen, huiverend, terzijde, wachtend op de beroering der ziel die ook hen zal binnenleiden in het heiligdom. Het avontuur van de ziel wordt het avontuur van het lange eenzame wachten, tot het lot ook op jou valt, als het valt. Wat blijft is de vorm, de steeds strengere vorm. Een vorm die, waar het beroeren van het water uitblijft, een lege vorm wordt. Ook hier lijkt God dood te zijn. God is weg. Hij is verstopt in een aantal bevoorrechte zielen. Daarbuiten heerst de winter. Bevroren zielen, maar ze kunnen ontdooien, en als ze ontdooien kunnen de bloemen gaan bloeien. Ook hier kan het 'dooiwater in de Mei' van de liefde van de Heer wonderen verrichten. Het strenge weer van een kerkelijke cultuur legt het af tegen een zon die diep in de nacht begint te schijnen en de koude overwint. Het is daarom misplaatst deze 'kringen' af te schrijven of er alleen maar uit de hoogte op neer te kijken. Wij weten immers nooit waar de doorbraken van de Geest zullen plaatsvinden. En als hier de zon begint te schijnen en de bloemen zich vertonen, gebeurt dat niet zelden met bonte pracht."
Antwoord
De analyse van Arjan Plaisier lijkt mij al te generaliserend naar de kant van de door hem zo genoemde strenge orthodoxe stromingen. Het verschijnsel dat hij signaleert komt zeker voor in deze kringen. Dan is er sprake van verstandelijk vasthouden aan de ware leer en een zekere valse lijdelijkheid (wachten op een ingreep van boven), avondmaalsmijding, soms ook een dubbel leven. Toch zou ik zo generaliserend hierover niet willen spreken.
Ik zou zeggen:
a. Wij moesten vandaag eens wat meer opkomen voor de ware leer, in Schrift en belijdenis vervat. Dat is in tijd van individualisme, waarin ieder gelooft en doet wat goed is in zijn ogen, broodnodig. Daartegenover mag er in Gods gemeente (en in de prediking) alle aandacht zijn voor het persoonlijke, bevindelijke leven van het geloof. Dat heeft niets te maken met wat Plaisier noemt: een overtrokken aandacht voor de invloeden van de Geest in het hart van de mens.
b. Wij moesten vandaag eens meer beseffen dat het leerstuk van de uitverkiezing, zoals ondermeer in de Dordtse Leerregels is verwoord en waarmee de kerk staat of valt, de meest uitnemende troost is voor de ware gelovigen. Dat zijn inderdaad bevoorrechte zielen. Iemand (lid van de Ger. Gemeente) zei ooit tegen mij: Weet u, waarom ik zo blij ben dat er een uitverkiezing is? Omdat ook ik dan nog kan zalig worden. Nog onlangs heb ik het meegemaakt dat ik met een broeder van de Gereformeerde Gemeente in Ned. samen de Heere kon danken voor het grote wonder dat God in hem had verricht, toen hij zicht kreeg op de weldaad van de verzoening door voldoening, ook voor hem. Inderdaad, zie maar niet neer op die arme stakkerds die, hoewel in een beperkte prediking, zo kort en laag aan de grond gehouden worden.
c. Ik zie liever in de gemeente een huiver om toe te treden tot de tafel van Gods verbond dan de vanzelfsprekendheid van een avondmaalsgang waarin van verootmoediging weinig te bespeuren is.
Prof. A. A. van Ruler sprak ooit (in een lezing “Utragereformeerd en vrijzinnig”) over “de gestolde vreugde van de Veluwe.” Dat lijkt mij een net iets betere taal dan die van Plaisier. Ook Van Ruler kende de gevaren en bezwaren van het wat hij noemde de ultra-gereformeerde gezindheid. Maar hij wist ook van de grote waarde van de bevindelijke vroomheid/vreugde van de Nadere Reformatie.
Ds. C. den Boer
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C. den Boer
- Geboortedatum:20-04-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Barneveld
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Dominee den Boer is op 11 juni 2019 overleden.
Website: dsdenboer.refoweb.nl
Lees ook: 'Digitale levenswerk ds. C. den Boer afgerond' & 'Ds. C. den Boer overleden'