Schuldig na Heilig Avondmaal
M.M. van Winkelen | Geen reacties | 02-08-2013| 11:00
Vraag
Voor iemand uit de Ger. Gem. Rond de tijd van de middelbare school, had ik het best moeilijk met het geloof. Eigenlijk wilde ik diep van binnen van het geloof af, maar zelf was ik niet dapper genoeg om het echt te doen. Ik was een verlegen meisje en werd ook gepest in die tijd. Ik bedoel met niet dapper genoeg, dat ik het niet durfde tegenover mijn ouders. Maar in mijzelf was ik wel zogezegd boos op God. Ook weer niet echt boos dat ik niet naar de kerk of catechisatie ging. Voor mijn gevoel ben ik ook nooit van het geloof afgestapt. Na de middelbare school werd ik niet meer gepest gelukkig. Na die tijd ben ik meer over het geloof gaan denken en werd ik ook serieuzer. Ik heb dan ook belijdenis gedaan tegenover God, want ik mag weten dat God er wel voor mij is geweest in die tijd, terwijl ik van het geloof af wilde. Voor mijn gevoel liet Hij mij niet los. Na een tijdje was er Heilig Avondmaal, en dit is het stuk waar ik het heel moeilijk mee heb in mijzelf. Ik ben aan het Heilig Avondmaal gegaan omdat ik voor mijn gevoel (dat klinkt zo twijfelachtig, maar dat bedoel ik niet) Hem zou verloochenen als ik niet zou gaan. En elke keer als het Avondmaal gevierd mocht worden, voelde ik me geroepen. Maar bij elke keer als ik ga, ben ik van mijzelf zo zenuwachtig en komen er altijd twijfels, wat ik zo ontzettend lastig vind van mijzelf. Maar als ik aan het Avondmaal zit, word ik rustig. Maar de laatste tijd snap ik mijzelf niet meer; heb ik er wel goed aan gedaan om aan het Heilig Avondmaal te gaan? Ik voel me zo zondig. Ik zit helemaal vast in mijn zonden, die ik het elke dag weer doe. Dan kan ik wel spijt hebben, maar de volgende dag doe ik het zo weer. Ik weet dat we niet volmaakt kunnen zijn tegenover God, maar ik begin me in mijzelf wel steeds schuldiger te voelen voor God. Hoe moet ik hier mee omgaan?
Antwoord
Beste vragensteller,
De vragen die je stelt zijn persoonlijke vragen die getuigen van een persoonlijke worsteling met het geloof. Ik wil graag met je meedenken, hoewel ik mij realiseer dat het antwoord op dergelijke vragen meestal niet in een dag is gevonden.
Je vertelt over een periode dat je je afzette tegen het geloof en een periode van inkeer die daarop is gevolgd. Sindsdien ga je ook naar het Heilig Avondmaal, maar je vraagt je af of je daar wel goed aan doet. Je twijfelt aan het aangaan en voelt je schuldig ten opzichte van God.
Als eerste wil ik je de vraag stellen om jezelf af te vragen wat je zoekt aan het Heilig Avondmaal. Vanzelf kunnen hier meerdere bijbelse overwegingen een goed motief hiervoor zijn, bijvoorbeeld het verlangen om vanuit een beschuldigd en terneergeslagen hart te mogen zien op de grote en genoegzame kracht van Christus' offer, of het uitzien om door Christus en Zijn werk de gemeenschap met een verzoend God te mogen ervaren. Het is van groot belang dat je voor Gods aangezicht duidelijkheid hebt voor wat je aan de tafel van de Heere zoekt, ook voor je eigen gemoedsrust. Overdenk wat je daar zoekt en breng het vooral ook in gebed voor Gods aangezicht. Vraag naar Zijn goedkeuring daarover. Ik raad je ook aan om daar met andere mensen over te praten. Doe dat met mensen in je omgeving die je vertrouwen hebben en die zelf iets kennen met het leven met de Heere. Er zijn veel mensen die met dit soort vragen worstelen, het is moedig om dergelijke vragen te bespreken met andere mensen.
Je schrijft dat de vrees om God te verloochenen je ertoe bracht om aan het Heilig Avondmaal aan te gaan. Nu is het inderdaad zo dat het een verloochenen van God en Christus is als Gods kinderen niet aangaan. Zij worden in het Heilig Avondmaal geroepen om de dood van de Heere te verkondigen, om voor God, mensen, duivel en engelen uit te roepen dat in het offer van Christus al hun troost, hoop en zaligheid ligt. Zij doen echter het tegendeel als zij door ongeloof of door het leven in zonden afblijven of moeten afblijven. Toch wil ik ook benadrukken dat een vrees om God te verloochenen alleen en op zichzelf bezien onvoldoende grond is om aan het Heilig Avondmaal te gaan. Alles draait in het Heilig Avondmaal om het offer van Christus, aan deze tafel wordt Hij door Woord en tekenen aangewezen en aangeprezen. Hem en Zijn offer moeten we aan deze tafel zoeken, vanuit een levendige behoefte daaraan, vanuit een persoonlijke kennis daarvan, en vanuit een hartelijk voornemen om in overeenstemming daarnaar te leven. Hoe staat je hart ten opzichte van Christus en Zijn werk? Is het aan de tafel de taal van je hart: Jezus, uw verzoenend sterven is het rustpunt van mijn hart?
Tenslotte nog iets over wat je schrijft over de zonden die je bij jezelf tegenkomt, ook na deelname aan het sacrament. Ten aanzien hiervan kan ik niets anders zeggen dan wat je ook zelf zegt: Het is schuld, schuld die niet goed te praten is. Ik hoop dat die overtuiging diep in je hart zinkt. God zou ons daarom volstrekt kunnen afwijzen, eens en definitief. Toch roept de Schrift ons toe dat deze God menigvuldig vergeeft, dat deze God Zijn geliefde Zoon gaf Die lijdend en stervend de zonde wegdroeg, dat deze God Zijn Geest zond die het zwartste hart kan reinigen en vernieuwen. Een andere weg die een verontrust geweten rust geeft is er niet. Vlucht met deze last daarom steeds opnieuw tot deze God, want bij Hem is uitkomst.
M. M. Van Winkelen
Dit artikel is beantwoord door
M.M. van Winkelen
- Geboortedatum:18-07-1981
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Den Haag
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Ouderling in Gereformeerde Gemeenten.
Bekijk ook: