Koud en kil
Ds. C.G. Vreugdenhil | 2 reacties | 17-07-2013| 12:02
Vraag
Vraag aan ds. Vreugdenhil: Verschillende jaren geleden is God in mijn leven gekomen en is Christus aan mijn ziel geopenbaard. In die tijd heeft de Heere zoveel uit Zijn Woord tot me gesproken. Ook de preken spraken me zo aan en had ik daar persoonlijk veel aan. Nu is alles zo koud en kil en zegt een preek me niet zoveel en ook het Bijbellezen spreek me niet zo aan. Nu is het wel zo dat mijn gevoelsleven erg afgezwakt is door medicijnen. De Heilige Geest kan hier toch doorheen breken? Wat zou er nog meer voor oorzaken kunnen zijn?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Door Gods genade heb je een "levende relatie" met God gekregen. Christus werd dierbaar, het Woord deed zijn kracht in je leven. En nu lijkt alles zo ver weg, het spreekt niet meer zo aan. Dat door het gebruik van medicijnen je gevoelsleven wordt afgezwakt is zeker een reden dat de ervaring van Gods nabijheid minder wordt gevoeld. Gelukkig kan God met de kracht van Zijn Woord en Geest door dat alles heenbreken.
Het geloof is belangrijker dan het gevoel. En in het geloof is ook zekerheid. Als je gewend bent om gevoelig ontroerd te zijn door de zaken die met God en de Bijbel te maken hebben, moet je het medicijngebruik waarover je schrijft in ieder geval als een reden zien dat je geestelijke zaken "killer of kouder" beleeft.
Je vraag naar andere oorzaken. Leven in de zonde kan een reden zijn van kilheid en onverschilligheid. Denk aan David na zijn zonde met Bathseba. Pas na zijn belijdenis en de vergeving van God werd het weer goed. Psalm 32. Soms kan God Zijn aangezicht voor ons verbergen zonder dat er een speciale reden voor is. Op dit gebied is veel te noemen. Ik wijs hier op het mooie boekje dat ds. G. van 't Spijker geschreven heeft als pastorale handreiking in geestelijke verlatenheid. Het boekje is getiteld: "Ik zal u niet verlaten" en uitgegeven bij uitgeverij Groen. ISBN 90 5030 6322.
Ds. C. G. Vreugdenhil
Dit artikel is beantwoord door
Ds. C.G. Vreugdenhil
- Geboortedatum:02-04-1946
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Houten
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. Vreugdenhil schreef op 7 oktober 2024 zijn laatste bijdrage voor de vragenrubriek van Refoweb. Vanaf van het begin, nu bijna 25 jaar geleden, is deze broeder aan Refoweb verbonden geweest. Hij schrijft: "Ik ben nu 78 jaar en moet mijn werkbelasting verminderen. Ik heb altijd graag meegewerkt, maar nu ga ik ermee stoppen." Het langstdienende panellid van Refoweb neemt hiermee afscheid na 231 vragen en antwoorden. De redactie van Refoweb zegt hem voor dit alles hartelijk dank en wenst hem nog veel gezegende en vruchtbare jaren toe bij het werk in Gods Koninkrijk.
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Als je een paar maanden later het geld hebt, en die brief ben je kwijt, dan is het een hele andere blijdschap, of de blijdschap is erg gezakt, het wordt gewoon.
Zo kan het in het geloof ook zijn, de blijdschap van hetgeen je gekregen hebt is niet altijd vast te houden.
Het gevoel dat je krijgt als je verliefd bent is ook niet altijd vast te houden, dat is ook een weten, een vertrouwen.
We kunnen na ontvangen genade zo snel weer denken het allemaal zelf te kunnen doen. Toen mensen zeiden, dat ze terug verlangden naar de eerste tijd dat ze Christus mochten leren kennen, begreep ik dat niet zo goed. Nu na een jaar dat er een omslag in m'n leven heeft plaatsgehad, begin ik die mensen te begrijpen. Het kan allemaal zo doods erbij liggen geestelijk. Overigens is dat vaak door eigen schuld. Echter moet je vaak opnieuw door Hem worden opgetild en teruggebracht worden naar Hem. Vanuit onszelf belijden we niet zo snel schuld en blijven we het liefst ergens in een hoekje liggen (ds. Vreugdenhil noemt het voorbeeld van David, dat zouden we nog uit kunnen breiden, ik noem er eentje - Petrus). Ik las bij Luther een stukje over de genadetroon. Ik citeer een klein stukje: "Daarom kan ik, als U met mij naar recht wil handelen, voor U niet bestaan, en zal mij gelijk van Uw rechterstoel op Uw genadetroon beroepen."