Mensen die doorgeleid zijn
Ds. M. Pronk | 7 reacties | 16-07-2013| 14:14
Vraag
Graag zou ik een vraag willen stellen aan dominee M. Pronk. Enerzijds omdat dominee Pronk een brede oriëntatie heeft op de gereformeerde gezindte en anderzijds omdat ik wel eens lezingen van hem gehoord heb. De vraag die ik wil stellen heeft betrekking op een zaak waarmee ik al jaren worstel. Ik ben lid in een kerk aan de rechterflank waar vooral de standen in de genade centraal staan in de prediking. Op huisbezoek stelde de ouderling niet rechtstreeks vragen aan ons, maar begon te beschrijven wat men hoopte aan te treffen wat betreft het geestelijk leven. Over de wijze waarop God in zijn zienswijze mensen bekeert. Er werd onder andere over een man gesproken die als ik het goed verwoord "teruggeleid was naar het Vaderhart." Hoewel ik me al tientallen jaren onder de prediking bevindt en me er al veel in verdiept heb, is de taal die men bezigt toch weer altijd geheimtaal. Geen bijbelse taal, zeg maar. Op een gegeven moment legde ik de vraag op tafel wat hij verstond onder de rechtvaardiging. Hij begon uit zijn eigen leven te vertellen. Wat hij vertelde kwam erg mystiek op mij over. Er werd tot hem gesproken. En hij wist dat dit de Vader was. Later gebeurden er nog meer bovennatuurlijke zaken. Wonderlijke dingen. Veel invallende teksten. Als ik deze ouderling goed begrijp dan komt hij in de kerk om "zijn hart verklaard te horen." Zelf kom ik naar kerk om te horen van de grote daden Gods in Christus en om het Woord verklaard te horen. Mijn probleem is eigenlijk niet zozeer dat ik zijn bekeringsbeschrijving perse niet over kan nemen. Er zijn in de geschiedenis wel meer bijzondere dingen gebeurd in het leven van mensen. En de Bijbel staat vol met wonderen. Maar waar ik erg mee worstel is dat ik totaal geen aansluiting kan vinden met zulke mensen (de ouderling, andere kerkeraadsleden, andere mensen die ervoor doorgaan dat ze doorgeleid zijn). Ik houd het liefst mijn mond en hoop dat de avond snel voorbij is. Het liefst zou ik in het midden leggen of zijn visie op de rechtvaardiging wel bijbels is. Of zijn visie of er al geestelijk leven voor de kennis van Christus is wel bijbels is. Kortom: een gesprek over de vraag wat de Heere Zelf zegt. Ik kan helemaal niets met ervaringen van anderen, ik heb Gods stem, het levende Woord, nodig op weg en reis naar de eeuwigheid. Alleen de vragen stellen is Gods werk aantasten, snapt u? En er dus blijk van geven een vreemdeling van genade te zijn. Een gesprek is niet mogelijk. Over mezelf iets vertellen is sowieso geen optie. Dat is gewogen en te licht bevonden zodra ik iets zeg (zoals anderen ondervonden hebben). Dit brengt mij vaak in geweldige twijfel. Kan er bij mij wel iets van God zijn als er totaal geen aansluiting is bij mensen die doorgaan voor Gods kinderen? Om eerlijk te zijn is er zelfs wel eens ergernis om de zekerheid in de stellingnames. Het liefst heb ik dergelijke mensen niet in mijn buurt. U kunt mijn hart natuurlijk niet beoordelen, maar ik vraag u naar het algemene. Kan iemand een kind van God zijn als er totaal geen aansluiting is met mensen die doorgaan voor Gods kinderen? Kunt u misschien verder iets zeggen over hoe ik met deze situatie om moet gaan en hoe ik met zulke mensen moet praten, bijvoorbeeld op huisbezoek? Hebt u misschien zelf ervaring met zoiets of misschien van anderen gehoord die hier ook mee worstelden? Het is een zaak die meer bestrijding geeft dan wat dan ook. Van kerk wijzigen lost ook niets op. De twijfel gaat er niet van weg en bovendien ben ik getrouwd met iemand die me niet zo maar zou volgen. Heel graag uw reactie.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Hartelijk dank voor jouw vraag. Herkenbaar bij vele anderen. Je snijdt onderscheiden zaken aan. Het is niet mogelijk in kort bestek op al die zaken in te gaan. Laat ik proberen jouw probleem wat helder voor de aandacht te krijgen.
Twee kwesties dienen zich aan. Die van de aard van huisbezoek door ouderlingen van de gemeente en van de toe-eigening van het heil. Beide zaken hebben duidelijk een raakvlak. Op huisbezoek behoort in de gesprekken naar voren te komen welke de vrucht van de prediking is en: of en hoe je deelt hebt en krijgt aan het heil dat verkondigd wordt.
De verkondiging van het evangelie gaat helemaal van God uit. Hij laat het Woord prediken. Immers gaf de Heere Jezus aan Zijn leerlingen de opdracht: "Gaat dan heen in de gehele wereld, predikt het evangelie alle kreaturen" (Markus 16:15). Dat wil ondermeer zeggen dat de boodschap van het evangelie heel persoonlijk tot ons komt: aan elk kreatuur, aan elk schepsel, aan elk mensenkind. Het is onvoorstelbaar rijk dat de Heere met Zijn Woord tot verloren mensenkinderen komt met de belofte van vergeving en vernieuwing door de dood en opstanding van de Heere Jezus Christus. In het OT heeft de HEERE onder Zijn volk Israel in de schaduwen de verzoening uitgebeeld. Dat is de rijke boodschap van bijvoorbeeld het belangrijke boek Levitcus. Er is vergeving van de zonden bij de Heere mogelijk, maar in de weg der verzoening. Het leven uit de vergevende liefde gaat gepaard met levensheiliging. Ziedaar het evangelie van vrije genade waarvan Christus de inhoud is. In jouw en mijn leven heeft de Heere reeds in de doop dit beloftewoord betekend en verzegeld. De doop roept ons op tot geloof en bekering. Want alleen in die weg krijg je deel aan het heil. En weet je wat het wonder is? De Heere eist niet alleen geloof en bekering, maar Hij wil dit ook schenken. Hoe? Door Woord en Geest.
Laat ik wat dieper op de toe-eigening van het heil ingaan. Ik zou drie zaken willen noemen. Dat een zondaar deel krijgt aan de zaligheid ligt in de handen van Christus. Dat is het eerste. Nadat Hij in de diepe weg van Zijn vernedering de zaligheid heeft verdiend en verworven is Hij teruggekeerd naar Zijn Vader en zit aan Diens rechterhand. Vandaar vergadert Hij Zijn kerk. Zowel de verwerving als de toepassing van de zaligheid liggen in Zijn handen. Christus heeft door Zijn opstanding de dood overwonnen. Waartoe? "Opdat Hij ons de gerechtigheid die Hij door Zijn dood ons verworven had, kon deelachtig maken" (HC, zondag 17).
Hoe krijgen jij en ik deel aan de zaligheid? Door het werk van de Heilige Geest. Dat is het tweede. De Heere Jezus heeft beloofd dat de Heilige Geest zal leiden in alle waarheid (Joh. 16:13). Ik wijs maar weer op de HC. In zondag 20 over de Heilige Geest lezen we: "Ten andere dat Hij ook mij gegeven is, opdat Hij mij door een waar geloof Christus en al Zijn weldaden deelachtig maakt."
In de derde plaats mogen we zeggen dat we deel krijgen aan het heil door het geloof. Ik behoef je alleen maar te wijzen op de bekende woorden: "Want alzo lief heeft God de wereld gehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft opdat een iegelijk die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe" (Joh. 3:16). In zondag 7 van de HC wordt gevraagd of alle mensen zalig worden. Nee, alleen degenen die Hem door een waar geloof worden ingelijfd en al Zijn weldaden aannemen.
Om aan het heil deel te krijgen en er meer en meer uit te leven is de prediking van het Woord van uitermate groot belang. We kunnen die niet missen. Het geloof is immers uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God (Rom. 10:17). Het is de Heere Jezus als de verhoogde Heere die Zijn kerk vergadert door Woord en Geest. Van nature verstaan wij het Woord niet recht. De Heilige Geest doet ons het Woord verstaan en leert ons uit dat Woord te leven, er voor te buigen en ons er aan over te geven. Hij dompelt ons a.h.w. onder in het Woord. Levenslang ben ik dan leerling van het Woord. Dat Woord zegt mij wie ik ben: een totale zondaar. Deze zondeontdekking op de geestelijke leerschool gaat heel mijn leven mee. Hoe langer hoe meer leer ik mijn zonde en schuld en mijn zondige aard kennen voor een heilig en rechtvaardig God. Dat Woord leert mij ook de Heere Jezus kennen die zondaren lokt en trekt. De Heilige Geest neemt mij in en door dat Woord bij de hand en leidt mij tot de Heere Jezus Christus. Door het geloof word ik verenigd met Christus en mag in Hem al Zijn weldaden ontvangen. Geloven is niet anders dan de toevlucht nemen tot de Heere Jezus. Steeds maar weer. Hoe wordt een zondaar voor God rechtvaardig? Door het geloof in de Heere Jezus. Het geloof is rechtvaardigend van aard.
In de prediking moet het Woord recht worden verkondigd. In alle ernst plaatsen we als dienaren de gemeente voor het aangezicht des Heeren en roepen op tot geloof en bekering. Waarom die oproep? Laat ik wijzen op een zinsnede uit het doopformulier. "En wanneer we gedoopt worden in de naam van de Heilige Geest zo verzekert ons de Heilige Geest dat Hij in ons wonen en ons tot lidmaten van Christus heiligen wil ons toe-eigenende hetgeen we in Christus hebben." Laat deze woorden maar heel diep tot je doordringen. De Heilige Geest wil het doen. De Heilige Geest is immers ook inhoud van Gods belofte.
Op zondag treffen we de gemeente aan rondom het Woord. Huisbezoek geldt heel persoonlijk of het gezin. Bij een goed huisbezoek ontmoet je bij de ouderling een luisterend oor. Je kunt je zorgen en vragen voor het tijdelijke en het geestelijke leven kwijt. Je weet ook dat het bij hem veilig is. Nee, hij behoeft niet direct een antwoord klaar te hebben, maar wel aandacht en invoelingsvermogen tonen. Op huisbezoek gaat dan het Woord open om samen te luisteren naar wat de Heere tot ons zegt in Zijn Woord. Tot onderwijs, vermaning, troost, bemoediging en opwekking.
Het is mijn stellige overtuiging dat het niet de taak van de ouderling is zijn persoonlijke bevinding te gaan etaleren. Heerlijk als hijzelf een leerling van Gods Woord mag zijn om in alle ernst en liefde te vertellen wie de Heere Jezus is, hoe groot onze verlorenheid is, te wijzen op de noodzaak van wederbarende genade en op te wekken tot geloof en bekering. Op te wekken tot opwas in de genade. Heerlijk als hij mag wijzen op de Borg en Middelaar.
Zijn eigen bevinding. Ja, daarover is wel wat op te merken. Bij sommigen is de orde van het heil uitgerekt tot een lange weg waarlangs men bepaalde stationnetjes moet passeren. Men weet precies wat op elkaar volgt. Ik heb in mijn leven iemand ontmoet die beweerde dat hij door alle stukken was heengeleid en dat niemand hem meer iets kon leren. De persoonlijke bevinding van sommigen bestaat uit het doorlopen van deze nauwkeurig bepaalde weg. Deze weg stelt men normatief voor iedereen. De Heere Jezus sprak eens: "De wind blaast waarheen hij wil en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet vanwaar hij komt en waar hij heengaat; alzo is een iegelijk die uit de Geest geboren is" (Joh. 3:8). We mogen de Geest niet opsluiten in onze systemen.
Ik haast mij te zeggen dat in de boven geschetste bevinding wezenlijke zaken van het geloofsleven aanwezig zijn. Toch veroorloof ik mij enkele opmerkingen.
Je zult met mij moeten toestemmen dat mijn persoonlijke bevinding uit de Schrift opkomt en aan de Schrift onderworpen is. Ik ben bevreesd dat sommigen eigen bevinding als een raster over de Schrift leggen en zij de Schrift lezen door de bril van eigen opvattingen over de bevinding. Het blijft noodzakelijk om het bevindelijk leven te toetsen aan de Schrift. Er kan zoveel menselijks in voorkomen. Men laat ook de opvatting over de bevinding mede normeren door wat men in de omgeving erover denkt. Er leeft dan een sterk groepsdenken. Nooit en te nimmer mag men de "eigen weg" norm stellen voor de ander. Men dient op te passen voor menselijke hoogmoed. Er is dan meer een roemen in het vrome eigen ik, dan in de Heere Jezus.
Ik vat het samen. Kom ik in de kerk om mijn eigen hart te horen verklaren? Ik begrijp deze uitdrukking. Maar laten we eerlijk zijn, mijn eigen hart is vaak zo vleselijk. Ik zelf kom in de kerk om het Woord te horen verklaren. Paulus schrijft aan de Galaten: "Mijn kinderkens die ik wederom arbeid om te baren totdat Christus een gestalte in u krijgen" (Gal. 4:17). Een kerkdienst is goed als Christus voor de ogen van verloren zondaren geschilderd wordt. Dan kan het niet anders of erin klinkt door de opzoekende liefde van de Vader, de verlossende liefde van Christus en de toepassende liefde van de Heilige Geest. Aan de ene kant doet de prediking mij pijn. Want deze zet mij neer als een totale zondaar. Aan de andere kant zit ik neer in stille verwondering dat ik deel mag hebben aan die onuitsprekelijke rijkdom van genade. Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk, zulk Een is mijn Liefste (Hooglied 5:16).
Laten de ambtsdragers de schapen aan hun zorgen toevertrouwd jaloers maken. En opwekken tot het geloof. Daarbij gaat het om twee zaken. Wie ben ik zelf en wie is de Heere voor mij.
Ds. M. Pronk
Dit artikel is beantwoord door
Ds. M. Pronk
- Geboortedatum:10-03-1940
- Kerkelijke gezindte:Hersteld Hervormd
- Woon/standplaats:KralingseVeer
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. Pronk is 19 juni 2016 overleden.
Beluister hier de rouwdienst.
Website: www.uithetoverjordaanse.nl
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Wist niet dat er binnen de GGiN zo gedacht werd, zo zie je maar weer...
Stel de ouderling de volgende keer eens de vraag: 'Wie is Jezus voor u?'. En laat u vervolgens niet met een kluitje in het riet sturen als het antwoord vaag blijft.
Ik bedoel dit niet als strikvraag, maar wel omdat ik goed herken wat in de vraag verwoord wordt. Het anwtoord van @43843 is een prachtige aanvulling, inderdaad best opmerkelijk uit welke bron dit komt. Blij om uit die bron ook dit geluid te horen!
Toen ik de vraag las moest ik aan 'knielen op een bed violen' van Jan Siebelink denken. Ik vermoed dat ik tot dezelfde leeftijdscategorie behoor als de vraagsteller, maar persoonlijk ben ik niet meer zo onder de indruk van mensen die uitsluitend bevindelijke taal kunnen spreken en dat als een soort van geheimtaal aan elkaar doorgeven. Dat legt de lat voor de 'overige' gemeenteleden veel en veel te hoog. En Paulus zegt niet voor niets dat hij de Joden een Jood en de Grieken een Griek wilde zijn. Met welk doel: om hen Jezus en die gekruisigd te prediken!
Aan de vraag te lezen lijkt het mij dat de vraagsteller een behoorlijk intelligente persoon is. Laat u dan niet weerhouden uw eigen gezonde verstand te gebruiken in dit soort zaken. Uiteindelijk gaat het om uw eigen zaligheid!
En tenslotte een stelling: iedere ambtsdrager zou verplicht op communicatietraining moeten..
Verder ben ik het wel hartelijk eens met het citaat wat #43843 hier heeft geplaatst. Behoeft denk ik geen verdere aanvulling.
Ik vind het zielenknijpers met dit soort verhalen.