Doop en verbond der genade
Ds. H. Paul | 3 reacties | 03-07-2013| 15:52
Vraag
Aan een dominee uit de Gereformeerde Gemeenten. In het Doopformulier komen we dit tegen: "Als wij gedoopt worden in de naam van de Vader, betuigt en verzegelt ons God de Vader dat Hij met ons een eeuwig verbond der genade opricht en ons tot Zijn kinderen en erfgenamen aanneemt." Echter, in "Voorbeeld der Goddelijke waarheden" van Abraham Hellenbroek staat bij "van het verbond der genade" dat het verbond der genade alleen wordt opgericht met de uitverkoren zondaar. Dat betekent dat God alleen een verbond der genade heeft met bekeerden/kinderen van God. Maar het kan toch niet dat als je gedoopt bent, sowieso zalig wordt. Niet iedereen die gedoopt is wordt namelijk zalig/is uitverkoren. Is dit punt niet in strijd met het Doopformulier of wordt hier in de verschillende kerkverbanden verschillend over gedacht (zo ja, hoe denkt men er waar over)? Wat kunt u hier allemaal over zeggen? Hartelijk dank!
Antwoord
Beste vraagstel(ster)ler,
Je vraag is niet met een enkel woord te beantwoorden. Toch wil ik in het kort erop ingaan.
Naar mijn gedachten weet Calvijn de bijbelse gedachten over het verbond op een juiste wijze te vertolken. Dat er allerlei opvattingen heersen berust op het verabsoluteren van deelwaarheden van wat Calvijn stelt. Het gevolg is dat er aan de ene zijde een overschatting van het verbond is, met als resultaat een verbondsautomatisme die uitermate gevaarlijk is voor het kerkelijke en het persoonlijke leven. Dan vereenzelvigt men de aanbieding van de genade die in het verbond tot ons komt met het bezit van de genade, die door de Heilige Geest gewerkt wordt.
Aan de andere zijde is er een versmalling van de bijbelse boodschap die het verbond, zoals dat in de gemeente is neergelegd, berooft van de breedte die de Heere eraan gegeven heeft. Als we in de concordantie het woord "verbond" opzoeken in het Oude Testament, mogen we niet ontkennen dat het hele volk erin betrokken is. Zie bijvoorbeeld Ex. 24:8. Dat zegt de Heere nu tot ons en onze kinderen zonder uitzondering (Doopformulier). Lees ook wat Calvijn zegt bij de verklaring van Gen. 17:7.
Maar er is ook een andere zijde van het verbond: we zullen niet delen in de zegeningen van het verbond dan in de weg van bekering en geloof. Wat de Heere eist ('t Verbond heeft twee delen: de eis en de belofte) schenkt Hij aan hen die Hij verkoren heeft. Er is dus een objectieve en een subjectieve zijde aan het verbond en ook aan de doop. Zo las ik eens: "de subjectieve zijde van het verbond is dat benadrukt wordt dat het verbond alleen maar kracht heeft door het geloof. Dit bewaart voor overschatting van het verbond en van de doop waarbij de noodzaak van het geloof verdwijnt of op de achtergrond raakt."
Als Hellenbroek stelt dat het verbond alleen met de uitverkorenen wordt gesloten, is dat toch een deelwaarheid die de volle breedte van het verbond onderbelicht. De uitverkorenen zijn in het wezen van het verbond begrepen, maar de bediening van het verbond is breder. En die wordt in het Doopformulier geaccentueerd, waarbij de noodzaak van de wedergeboorte niet wordt veronachtzaamd.
Laten we geen rust kennen voor we in de weg van bekering en geloof delen in de zegeningen van het verbond die ieder worden aangeboden.
Hartelijke groeten,
Ds. H. Paul
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Paul
- Geboortedatum:16-07-1928
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Moerkapelle
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Maar zo is het maar net!
Dus de discussies over 2 en 3 verbonden zijn weer compleet onnodig...