Doop tot vergeving der zonden
Ds. B. de Romph | 1 reactie | 19-06-2013| 14:03
Vraag
Aan een CGK-predikant. Tijdens de belijdenisdienst lazen we uit de geloofsbelijdenis van Nicea. Daar stond in: "Ik beleid één doop tot vergeving der zonden." Toen de dominee dat voorlas kwam het in mijn hart heel Rooms-Katholiek over en daar bleef ik de hele dag mee zitten. Elke keer als ik over genade hoorde dacht ik: dat kan ik ook verdienen. Alleen... dat wilde ik niet denken. Ik kan me niet meer concentreren op het geloof, want elke keer denk ik dat het Rooms-Katholieke geloof het ware geloof is en ik voel geen vreugde meer. Elke keer denk ik ook: stel dat onze kerk dwaalt en dat ik later misschien in de Rooms-Katholieke kerk zit, terwijl ik dat helemaal niet wil. Kan een predikant mij helpen? Ik weet het niet meer.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Je stelt een interessante vraag en ik wil er graag op ingaan. Je wilde dat je vraag beantwoord werd door een CGK-predikant. Is het omdat je in een dienst van een Christelijke Gereformeerde kerk de belijdenis van Nicea hoorde lezen of dat je het uit de pen van een Christelijk Gereformeerd predikant wilde lezen. Elke andere predikant van gereformeerde belijdenis zou deze vraag kunnen beantwoorden. Maar je vraagt het mij en daarom wil ik er graag op ingaan.
De belijdenis van Nicea is een prachtige belijdenis. Ik gebruik deze wel eens op een feestdag of op een tweede feestdag. Ik vind vooral hetgeen daarin over de Zoon beleden wordt bijzonder mooi: "Ik geloof in een Heere Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, geboren uit de Vader voor alle eeuwen: God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God; geboren niet gemaakt, van hetzelfde wezen met de Vader, door Wien alle dingen gemaakt zijn. Die om ons mensen en om onze zaligheid is neergekomen uit de hemel, en vlees en bloed is geworden van de Heilige Geest uit de maagd Maria en mens geworden is; ook voor ons gekruisigd is onder Pontius Pilatus", enz. Prachtig. Hier wordt op zo'n rijke wijze de godheid en de mensheid van Christus beleden. Het is mij altijd een vreugde om deze woorden in gemeenschap met de kerk van alle eeuwen uit te spreken.
Maar jij bleef steken op de woorden "Ik belijd een doop tot vergeving der zonden." Het klonk je wat Rooms in de oren. Nu is deze belijdenis katholiek, niet rooms-katholiek, maar katholiek. Het is de belijdenis van de enige ware kerk van Jezus Christus, die al haar heil en zaligheid van haar Heere en Heiland verwacht. Niet de Roomse kerk, maar de ware Kerk van Jezus Christus is katholiek. De Heere vergadert Zijn volk uit het ganse menselijke geslacht. Bij het horen van die woorden dacht jij, dat bedoeld wordt: de doop vergeeft jouw zonden. De Roomsen die met de doopkwast rondlopen en ieder die ze tegenkomen en die gedoopt wordt, zijn de zonden -tot dat ogenblik bedreven- vergeven. De Roomse kerk ziet het sacrament "ex opere operato", d.w.z. het sacrament werkt door het teken zelf. Als dat doopwater op je voorhoofd gesprenkeld wordt, dan zijn meteen je erfzonden afgewassen en vergeven. Het doopwater zelf wast de zonden af. En nu hoor je dat in een gereformeerde, en in dit geval in een Christelijke Gereformeerde Kerk, ook belijden. Is dat niet een dwaling? Je kunt toch niet zeggen dat het doopwater op zichzelf de zonde afwast.
Toch is het een bijbelse uitspraak. We noemen dit de sacramentele spreekwijze van de Heilige Schrift. Paulus spreekt op dezelfde wijze. In Titus 3:5 noemt hij de doop "het bad der wedergeboorte." Het is geloofstaal. Hij stelt het niet dubieus. De doop is wel een teken, maar het moet nog toegepast worden. Dat is natuurlijk waar. Maar Paulus ziet door het geloof al zoveel in het sacrament van de doop, dat hij als het ware de zaak zelf ziet. God is getrouw en als God iets betekent en verzegelt, dan is dat werkelijkheid. Je kunt ervan op aan. Natuurlijk moet het door de Heilige Geest toegepast worden in ons hart en leven. Gods verbond en woorden zijn geen twijfelachtige zaken, maar is geest en kracht gefundeerd in het offer van Christus. Het is ook bijbels. In Ef. 4:5 zegt Paulus: "Een Heere, een geloof, een doop, een God en Vader van allen, Die daar is boven allen en in u allen. Er is maar een doop. Wie gelovig ziet op zijn doop krijgt daardoor deel aan de afwassing der zonde. Dat is geen automatisme maar een geloofswerkelijkheid. Zo spreekt ook onze H.C. erover in de zondagen 26 en 27 over de doop. Dan wordt ook de vraag gesteld: "Is dan het uiterlijke waterbad de afwassing der zonde zelf?" (vr 72). Dan is het antwoord: "Neen het, want alleen het bloed van Jezus Christus en de Heilige Geest reinigt ons van alle zonden! Dan nog de vraag: "Waarom noemt dan de Heilige Geest de doop het bad der wedergeboorte en de afwassing der zonden?" (vr. 73). Lees het nog maar eens na.
Het is dus voluit Schriftuurlijk, als we met de belijdenis van Nicea belijden: "Ik belijd een doop tot vergeving der zonden." Met deze belijdenis zit je niet in de roomse kerk, maar stem je in met de belijdenis van de enig ware christelijke kerk van alle tijden en plaatsen. Dit is de enige weg voor jou en mij om zalig te worden, namelijk het bloed en de Geest van Jezus Christus, waarvan het doopwater een afschaduwing is. Het is goed om deze zaken op je te laten inwerken en veel met je doop bezig te zijn.
Ontvangt de hartelijke groeten en Gods zegen in je leven van,
Ds. B. de Romph
Dit artikel is beantwoord door
Ds. B. de Romph
- Geboortedatum:17-07-1940
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Noordeloos
- Status:Inactief
Bijzonderheden:
Ds. de Romph is op 24 juli 2019 overleden.
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
De christelijke kerk spreekt. Nog geen schisma, geen reformatie, nadere reformatie enz. enz.
Ik geloof in één God
Dan kun je inderdaad zeggen “Ter wille van ons mensen en van ons behoud is Hij neergedaald en Hij is ook voor ons gekruisigd”.
Ter wille van ons mensen, niet wille van ons gereformeerden of ons uitverkorenen of wij de bekeerden maar “ter wille van ons mensen”.
Wat een document, nog steeds kunnen miljoenen gelovigen uit honderden verschillende kerken zich en elkaar “vinden” in deze ene belijdenis.
Zeventien eeuwen dogma's, leergeschillen en afsplitsingen hebben het Evangelie geen goed gedaan.