Psyche en ziel
Ds. K. van den Geest | Geen reacties | 31-05-2013| 16:00
Vraag
Van het een komt het ander, zegt men weleens. Dat is met deze vraag bijv. zo. Door de jaren heen heb ik altijd geleerd dat er verschil zit tussen de geest en de ziel. Ik heb een abonnement op de studiebijbel en heb geprobeerd het voor mezelf wat duidelijker te maken, maar dat is niet echt gelukt. Wat ik wel zag, is dat de Griekse woorden pneuma en psuché, erg veel op elkaar lijken qua uitleg. Ik kon niet zo gauw een noemenswaardig verschil vinden. Verder was het voor mij opvallend dat psuché met ziel wordt vertaald. Juist, omdat dit woord heden ten dage met psyche vertaald wordt (als ik het mis heb hoor ik het graag). Psyche en ziel lijken mij toch wel twee heel verschillende dingen. Kunt u mij vertellen wat nu precies het verschil tussen deze woorden is?
Antwoord
Mijn antwoord heeft even op zich laten wachten. Dit is een lastige vraag en ik heb er even wat meer studie van moeten maken. In het onderstaande maak ik gebruik van wat G. van den Brink en C. van der Kooi daarover schrijven in hun in 2012 verschenen "Christelijke Dogmatiek", in hoofdstuk 7 (over de mens). Beiden docent christelijke dogmatiek aan de VU, schrijven daarover het volgende.
"Heeft de mens een ziel, die eventueel los of onafhankelijk van het lichaam kan bestaan? Veel christenen hechten daar groot belang aan. De ziel als aparte grootheid zou bij uitstek bewijs van de menselijke waardigheid of zelfs heiligheid of uniciteit van het menselijk leven zijn. Ook veronderstelde men dat het geestelijk leven van de mens zich in deze 'ziel' zou afspelen, als de diepste kern van het mens-zijn. Deze diepste kern werd gezien als het 'stuk' van de mens, dat na het stervan overleefde. De ziel verhuist in die visie na de dood naar God, om daar te verblijven tot de dag van de wederopstanding, wanneer zij herenigd wordt met het verrezen lichaam.
Tegen deze voorstelling van zaken is in onze tijd bezwaar ontstaan. Deze visie gaat uit van de opvatting dat de mens 'bestaat' uit twee 'substanties, een lichaam en onafhankelijk daarvan een onlichamelijke ziel. Dit gaat uit van twee soorten werkelijkheid, een materiële en niet-materiële, die niet tot elkaar te herleiden zijn. Deze opvatting is vandaag omstreden en wel op goede gronden.
In de eerste plaats geven ontwikkelingen in diverse wetenschappen rondom de mens aan, dat mensen veel meer een organische eenheid van ziel/geest én lichaam zijn dan lange tijd is gedacht. Onze 'hogere' vermogens hebben veel meer een materieel-fysische basis in de vorm van processen in ons lichaam en brein. Daarom spreekt men tegenwoordig meer van het feit dat wij ons lichaam zijn in plaats van dat we een lichaam hebben.
Daarnaast kwam men in de christelijke bezinning tot het inzicht, dat het denken in twee werkelijkheden (een fysiek-lichamelijke en een geestelijke niet-materiële werkelijkheid) meer voortgekomen is uit Grieks-filosofische denkwijzen dan echt uit de Bijbel. Ook een tekst als Matt. 10:28 moet ons niet onmiddellijk doen concluderen, dat de Bijbel wel die tweeheid leert. Want in de Bijbel komen we evenzeer denken in eenheid (holistisch) tegen, vooral in het Oude Testament. Dit geldt ook van een opvatting dat de mens bestaat uit drie delen: ziel, geest en lichaam. Er zijn in de evangelische wereld mensen geweest, die allerlei argumenten aandragen om aan te tonen dat ziel en geest twee afzonderlijke grootheden zijn, maar het blijft allemaal zeer gekunsteld. In feite kun je op grond van de Bijbel tussen ziel en geest geen scherpe grens trekken en wordt wellicht hetzelfde bedoeld.
Daarom is het veiliger om ervan uit te gaan, dat de Bijbel een holistisch 'mensbeeld' laat zien. Het mens-zijn is een geheel, en een fijnmazig geheel, als er woorden worden gebruikt als nefesj (ziel), basar (vlees), ruach (geest), lev (hart) (OT) en pneuma (geest), psuchè (ziel), nous (verstand), kardia (hart) en soma (lichaam) (NT). Al die woorden geven niet zo zeer afzonderlijke grootheden aan, maar zijn meer aspecten van de ene mens. Alles evenwichtig overziend komen we tot het beeld, dat in de Bijbel de mens gezien wordt als een psychosomatische eenheid.
Dit betekent echter beslist niet, dat we daarmee terecht komen in het kamp van wat men wel noemt het 'reductief fysicalisme', d.w.z. de visie dat de mens slechts een fysisch wezen is en dat onze mentale, morele en religieuze ervaringen volledig teruggebracht kunnen worden tot neurofysiologische processen (stofwisselingsprocessen in onze hersenen o.i.d.). Dit laatste is een opvatting die vandaag nogal wordt gepredikt door sommige atheisten (Daniel Dennett, Dick Swaab). Wij mogen geloven dat de mens een eenheid is, waarin lichaam en ziel/geest door en door op elkaar betrokken zijn en ook van elkaar afhankelijk zijn. Tegelijk moeten we zeggen, dat als God ons eeuwig leven belooft, waarin de 'ziel' als centrum van ons zelfbewustzijn en drager van psychische functies na onze dood op een of andere wijze voortbestaat bij God, wij onmogelijk kunnen zeggen hoe dit kan of hoe God dat doet. Het is dus zonder meer een raadsel of mysterie, dat niet zo maar te duiden is door afzonderlijke en van elkaar onafhankelijke compartimenten in een mens te veronderstellen. Over hoe onze persoonlijke identiteit door de dood heen door God bewaard wordt, doet de Bijbel geen uitspraken. Maar dat dit hoort tot het hart van de christelijke hoop, staat vast. Dit raadsel leggen we dan ook in vertrouwen op de almachtige en genadige God in zijn handen."
Ds. K. van den Geest
Dit artikel is beantwoord door
Ds. K. van den Geest
- Geboortedatum:12-10-1957
- Kerkelijke gezindte:Nederlandse Gereformeerde Kerken
- Woon/standplaats:Deventer
- Status:Actief