Beloften in Gods Woord
Ds. H. Paul | Geen reacties | 24-05-2013| 14:08
Vraag
Aan ds. H. Paul. Gods Woord is rijk aan beloften. Wie mogen daarop pleiten? Zijn dat alleen de gelovigen of mogen ook onbekeerden deze beloften aan de Heere voorleggen. En wie zijn dan de gelovigen?
In onze gemeente wordt gemakshalve niet meer genoemd "het formulier van de Heilige Doop aan de kinderen der gelovigen", maar "der gemeente!" Betekent dat dan, dat er onderscheid is in gelovigen? Ware en niet-ware? Zijn dan de gelovigen (die bijvoorbeeld in de verklaring van Matthew Henry bedoeld worden of in de Statenvertaling) alleen maar de bekeerde mensen of mogen onder gelovigen dan ook de gewone kerkmensen gerekend worden, die toch ook geloven?
Antwoord
Beste vraagstel(ler)ster,
De Heere heeft rijke beloften gegeven aan allen die in Hem geloven. Die heeft Christus voor hen verdiend en Hij zal voor de vervulling ook zorg dragen. Zo bijvoorbeeld: "Die in de Zoon gelooft heeft het eeuwige leven." Zij zijn de dragers van die belofte en zijn onderdanen van Zijn koninkrijk.
Maar niet ieder lid van de gemeente is een ware gelovige. Dat onderscheid in de gemeente wordt ons in Gods Woord duidelijk geleerd. De vele gelijkenissen wijzen erop. Denk aan de gelijkenissen die handelen over het Koninkrijk Gods. Zo bijvoorbeeld de gelijkenis van het zaad: (twee keer in Matth. 13, ook in vs 47 de gelijkenis van het net met vissen) enz. Denk ook aan de oordeelsdag waarop het onderscheid gemaakt wordt tussen de schapen en de bokken. Lees ook Joh. 3:3vv.
Ieder wordt wel genodigd tot de zaligheid, maar alleen die in waarheid geloven zijn kinderen van God. Lees in de Dordtse Leerregels hfdstuk 1 de artikelen 1 t/m 6.
Maar al delen alleen de ware gelovigen in het bezit van de beloften, allen die het Woord horen hebben de toegang tot die beloften en nodigingen. Zie Handel. 2:39. Erskine een goede Schotse predikant schrijft: "Alle hoorders hebben het recht van aanneming van de beloften en van al de goederen, die erin vervat zijn. Zodat zij niet te verontschuldigen zijn als ze niet geloven." Zo mag dus ieder de Heere aanspreken op Zijn Woord en beloften. En dat met het gebed of Hij dat ook in zijn/haar leven wil vervullen. En waar zegt de Heere, dat Hij niet wil horen? Wees er werkzaam mee. 't Is van levensbelang!
Hartelijke groeten,
Ds. H. Paul
Lees ook: 'Onderscheid in beloften'
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Paul
- Geboortedatum:16-07-1928
- Kerkelijke gezindte:Gereformeerde Gemeenten
- Woon/standplaats:Moerkapelle
- Status:Inactief