Uitgedreven demonen
prof. dr. M.J. Paul | 5 reacties | 15-05-2013| 08:09
Vraag
Aan ds. M. J. Paul. In uw lezingen over occultisme gebruikt u vaak het voorbeeld van Jezus in het land van de Gadarenen. Nu is mijn vraag, die varkens kwamen wel om in de golven, maar waar zijn de demonen dan gebleven? Zijn die in de varkens gebleven, zijn ze doodgegaan, of zijn ze ergens anders heengegaan? Dat kan ik in de Bijbel nergens vinden. Sowieso, als demonen worden uitgedreven bij iemand, waar gaan ze dan heen? Blijven ze ergens 'rondhangen' voor de volgende, gaan ze dood of wat?
De zorgverzekeringen van Care4Life
Waarom overstappen naar de Care4Life zorgverzekering? Lees hier over onze principiële uitsluitingen.
U bent al verzekerd vanaf € 149,10 per maand.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Het is lastig om antwoord te geven op vragen waarop de Bijbel geen duidelijk antwoord geeft. De ervaring leert dat demonen in bepaalde mensen kunnen wonen en kort voor het overlijden van die personen andere mensen zoeken om daar verder te leven. Ik vermoed daarom dat de demonen niet gedood zijn toen de varkens omkwamen. Vanwege het feit dat demonen zich gewoonlijk op allerlei manieren verzetten tegen hun uitdrijving kunnen we concluderen dat zij vrezen voor een schrikwekkende toekomst daarna.
Vanuit de praktijk van het bevrijdingspastoraat zijn enige voorbeelden bekend hoe men omgaat met de toekomstige verblijfplaats van demonen. Meestal doet men hierover echter geen uitspraak. Zo schrijft Luther in zijn Doopboekje (tweede uitgave, 1526) slechts heel kort: "Ik bezweer jou, onreine geest, dat je uitvaart en wijkt van deze dienstknecht van God (= de dopeling)."
Corrie ten Boom heeft na de Tweede Wereldoorlog veel te maken gehad met vormen van occulte belasting. Ze heeft ook veel mensen mogen helpen tot bevrijding te komen. Zie haar boekje "Verslagen vijanden. Over occulte machten", heruitgegeven bij Boekencentrum.
Ze schrijft dat ze in een bepaalde situatie een demon aansprak in de naam van de Heere Jezus, die aan het kruis de overwinning behaald heeft en ons gereinigd heeft met zijn bloed. "In zijn naam gebood ik de demon het meisje te verlaten en terug te gaan naar de hel, waar hij thuishoort. Ik verbood hem bij iemand anders binnen te gaan of het meisje opnieuw in bezit te nemen", (p. 36).
Verderop in haar boekje beschrijft Corrie dat ze van iemand anders hoorde die de demonen gebood naar de hel te gaan. Maar daarop reageert ze: "Toch ben ik er niet helemaal zeker van of we dit laatste mogen doen. Een zendeling in Afrika maakte me duidelijk dat wij dit aan de Heere zelf moeten overlaten. We lezen in Judas 9 dat de aartsengel Michaël, toen hij met de duivel in twist gewikkeld was over het lichaam van Mozes, geen smadelijk oordeel durfde te vellen. Hij zei eenvoudig: De Here straffe u. Maar sinds ik deze waarschuwing ontving, heb ik de demonen in Jezus' naam verboden tot diezelfde persoon terug te keren of tot iemand anders te gaan en hun gezegd, heen te gaan naar de plaats waar God hun gebood te gaan" (p. 49).
Jan Minderhoud geeft in zijn boek "Demonen en de macht van Jezus" (uitgave van Merweboek) voorbeelden van gebeden tot God en van bevelen dat de demonen moeten vertrekken. In het Groot Gebedenboek van de Grieks-orthodoxe kerk zijn teksten opgenomen van de kerkvader Basilius de Grote (een van de drie Cappadocische Vaders) uit de vierde eeuw. Na diverse gebeden tot God ("de God der goden en Heer der heren") volgt ook een uitgebreide tekst die gebruikt kan worden om demonen te verjagen. Het slot daarvan luidt: "Een ijzeren staaf, een vurige oven, onderwereld en knarsing der tanden wachten je als vergelding voor je ongehoorzaamheid. Vrees, verstom, vlucht, keer niet terug, verberg je niet bij onreine geesten die andere boze daden doen, maar ga heen naar een terrein zonder water, verlaten en onbebouwd, waar geen mensen woont, dat alleen God maar overziet die alle boosdoeners bindt die zijn beeld belagen en die je gebonden in duisternis in de diepe nacht werpt, waar je dag en nacht gepijnigd wordt vanwege al het kwaad dat jij, duivel, hebt uitgedacht, want groot de is de vreze Gods en groot is de heerlijkheid van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen" (p. 253).
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
We geloven dat de duivel regeert in het hart van iedereen die geen kind van God is.
Dus sowieso is iedereen door de duivel bezeten, die niet behoort tot Gods kinderen, of zie ik dat verkeerd? Maar zijn er dan demonen die sterker zijn dan de duivel zelf, zodat ze iemand in bezit kunnen nemen?
Ik begrijp dit echt niet. Wie de duivel is, is me al een raadsel, maar hoe hij knechten heeft die nog sterker zijn dan hemzelf kan ik onmogelijk bevatten. Wie weet het verschil tussen de duivel zelf en een demoon? Zijn het broers en zussen, of maken we er een grote onbegrijpelijk brei van omdat we het totaal niet weten.
Een tip: lees het bovengenoemde boek van Paul en het een en ander zal je duidelijker worden.
Alcoholisme, borstkanker, alle andere vormen van kanker, aanleg voor verslaving etc. kan in je genen zitten.
Die genen slaan soms een geslacht over en is er is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan over genen.
Je kunt niet om je genen heen, als er bepaalde verkeerde genen in je familie zitten ben je de klos.
Dan denk ik aan 'Tot in het derde en vierde geslacht', maar het gaat veel verder.
'want Ik, de HEERE, uw God, ben een na-ijverig God, Die de misdaad van de vaderen vergeldt aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten', Ex 20:5
Is er een verband tussen genen en demonen?
Vanuit de Bijbel is daarover niet heel veel te zeggen, behalve dat inderdaad bepaalde zaken van geslacht tot geslacht worden overgebracht. Ik geloof ook wel dat bepaalde occulte belastingen kunnen doorgaan van geslacht op geslacht en in een van de boeken van prof. Paul worden daarvan ook wel voorbeelden genoemd.
Het verschil tussen wat je erft aan genen en aan eventuele occulte belasting, is m.i. dat je aan het eerste niets kunt doen (behalve in de gaten houden, preventief onderzoek laten verrichten en eventueel actie ondernemen) maar dat je voor het tweede uiteindelijk zelf verantwoordelijk wordt gehouden. Als je er je hele leven voor kiest om zo te blijven en om God niet in je leven toe te laten, ondanks het feit dat je het evangelie hebt gehoord, dan ben je zelf schuldig.
Ik voel nu trouwens de discussie over de predestinatieleer aankomen maar daar ga ik me niet aan wagen. Ik geloof dat God genadig is, dat hij mensen uitkiest. Tegelijkertijd geloof ik dat iedereen persoonlijk verantwoordelijk is voor zijn of haar eigen daden, ook als bepaald kwaad van geslacht op geslacht overgaat. Maar als je tot geloof komt, dan geloof ik ook dat er een uitweg is uit de occulte belasting. In een van de boeken van Paul schrijft hij dat Luther dit standaard aan de orde stelde bij de dopelingen. Dat lijkt me heel goed, al is dat wel wat lastig te vertalen naar onze tijd.