Eerstgeborene aller schepselen
Ds. H. Korving | Geen reacties | 09-01-2004| 00:00
Vraag
Waarom wordt Christus in Kolossensen 1 vers 15 de Eerstgeborene aller kreaturen (schepselen) genoemd? Hij is toch helemaal geen schepsel en Hij is toch ook nooit geboren (wel als Mens, maar niet als Goddelijk wezen)? Graag een duidelijk antwoord, want Jehovah's Getuigen beginnen tegen mij altijd over deze tekst in relatie met Spreuken 8:22-36.
Antwoord
Beste vraagsteller,
Bedankt voor deze pittige vraag. De Jehova's Getuigen zullen uit deze tekst willen afleiden dat Jezus slechts een schepsel was. Het is altijd erg belangrijk om een tekst in zijn verband te lezen en Schrift met Schrift te vergelijken. Lees vers 16 erbij en dan wordt de mening van de Jehova's Getuigen al meteen weerlegd: "want door Hem zijn alle dingen geschapen." Dat kan van geen enkel schepsel gezegd worden. Het woordje "want" geeft in feite al aan dat hiermee ook de uitleg wordt gegeven van de uitdrukking "eerstgeborene". We kunnen dus vers 15 en 16 zo samenvatten: de uitdrukking "Eerstgeborene van alle schepselen" betekent: door Hem zijn alle dingen geschapen.
Calvijn geeft als uitleg dat Hij de Eerstgeborene wordt genoemd, niet alleen omdat Hij aan alle schepselen voorafgaat, maar "omdat Hij door de Vader daartoe gegenereerd is, dat alle creaturen door Hem zouden geschapen worden." Het is dus niet alleen en niet allereerst een woord met een temporele betekenis (temporeel betekent: het geeft de tijdsvolgorde aan), maar met een causale betekenis (causaal betekent: het geeft de oorzaak van iets aan).
Lees vers 16 en 17 eens aandachtig door en laat die verzen op je inwerken. Vers 16 sluit af met de woorden: "Alles is door Hem en tot Hem geschapen." Dus: Al het geschapene vindt in Hem zijn oorsprong en zijn doel. Vers 17 zegt in feite hetzelfde: "Hij is voor alle dingen... (Hij gaat aan alles vooraf - temporeel, maar ook als oorzaak, waardoor alle dingen hun bestaan hebben ontvangen). ..."en alle dingen bestaan tezamen door Hem."
Noem de schepping in gedachten even: het gevolg en Christus: de oorzaak. Dan is duidelijk dat de oorzaak altijd aan het gevolg voorafgaat. Daarom is Christus de Eerste, hier genoemd de Eerstgeborene van alle schepselen. Het woord "eerstgeborene" ziet dus inderdaad niet op een menselijke geboorte, maar ziet op een rangorde. (Zo schrijft Van Leeuwen in de Korte Verklaring.)
In psalm 89:28 wordt David door God "de eerstgeboren zoon" genoemd, maar dat betekent volgens dit vers dat hij de hoogste wordt van alle koningen op aarde (rangorde dus). Deze rangorde geeft dus de verheven positie aan. Christus in Zijn hemelse heerlijkheid bestond al voor de schepping en heeft aan al het geschapene het bestaan gegeven. Hij oefent daarover een soort eerstgeboorte-recht uit. Omdat Hij aan het begin staat en de oorsprong is van al het geschapene, is dat alles aan Hem onderworpen, staat het onder Zijn heerschappij.
Dezelfde gedachte wordt uitgedrukt in Hebr. 1:2: "God heeft Zijn Zoon gesteld tot een Erfgenaam van alles, door Wie Hij ook de wereld gemaakt heeft." Het woord "eerstgeborene" en erfgenaam' geven beiden de rechtspositie aan, de positie van heerschappij en macht die Christus ten opzichte van heel de schepping -die (mede) uit Zijn handen voortkwam- inneemt.
Nog even terug naar Kol. 1. In vers 18 wordt Christus de Eerstgeborene uit de doden genoemd. "Hij wordt zo genoemd niet alleen omdat Hij eerst is wederopgestaan, maar omdat Hij ook anderen dat leven wedergeeft" (Calvijn). Met andere woorden: ook in vers 18 betekent het woord "eerstgeboren" niet alleen -temporeel- dat Hij aan alle anderen die (zullen) opstaan voorafgaat, maar zeker ook dat Hij er de oorzaak van is dat anderen zullen opstaan. In Kol. 1 vinden we dus diepe gedachte, dat Christus -als Eerstgeborene- aan de oorsprong staat van de schepping (vers 15) alsook van de verlossing (vers 18).
Je noemt ook nog Spreuken 8: 22-36. Ik neem aan dat de Jehova's Getuigen ook daar een menselijke geboorte of iets dergelijks inlezen. Jezus is slechts schepsel. Dit is echter niet met goed fatsoen uit deze hoofdstukken af te leiden. Het voert te ver om hier al te diep op in te gaan. Kort gezegd: in Spreuken 8 en 9 gaat het over de Eeuwige Wijsheid; een verpersoonlijking van een goddelijke eigenschap. Deze Opperste Wijsheid wordt hier getekend als een zelfstandig Persoon. Maar dan wel: een Goddelijk Persoon. In 1 Kor. 1: 24 noemt Paulus Christus: de Kracht Gods en de Wijsheid Gods. In het licht van het NT kunnen we Spreuken 8 en 9 pas goed begrijpen: de Wijsheid Gods is in Christus geopenbaard. In Hem zijn alle schatten van kennis en wijsheid verborgen (Kol. 2:3).
Ik hoop je met deze beantwoording een beetje op weg geholpen te hebben.
Hartelijke groeten, ds. H. Korving
Dit artikel is beantwoord door
Ds. H. Korving
- Geboortedatum:01-12-1954
- Kerkelijke gezindte:Christelijk Gereformeerd
- Woon/standplaats:Urk
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Ds. Korving ging in november 2021 met emeritaat.
Lees ook het artikel dat Refoweb met ds. Korving had n.a.v. zijn boek 'Taal en teken'.
En kijk/luister: