Overtuiging van schuld en vergeving
R. J. Jansen | Geen reacties | 07-05-2013| 09:39
Vraag
Beste kand. Jansen. Ik las uw antwoord m.b.t. de jongen van 19 die bekeerd werd vanuit een evangelische gemeente en dat was zo'n troostvol antwoord. Want het leek alsof ik mijn eigen leven beschreven zag! Maar ik worstel eigenlijk een beetje met een probleem. Nadat ik door een diep dal van zondebesef heengegaan was, heeft de Heere mij de belofte gedaan dat Hij mij, op Zijn tijd, Zijn vergeving zou schenken. Ik zag dat toen alsof ik op een bepaald moment in mijn leven zou te 'horen' krijgen dat al mijn zonden vergeven waren. Maar nu, als ik mijn zonden in gebed aan de Vader vertel, is het net alsof ik vergeving krijg. Het is dan zo stil en vredig in mijn hart en ik mag dan de aanwezigheid van Hem zo dichtbij ervaren. Als ik terug denk aan alle grote zonden die ik vroeger gedaan heb, voel ik nog wel dat het zonde was, maar ze drukken niet meer zo zwaar als ze hebben gedaan. Heeft u misschien een antwoord voor me? Alvast hartelijk dank! Met vriendelijke groet, een meisje.
Antwoord
Beste vriendin,
De paar regels die je me schrijft spreken van een hele weg van overtuiging van schuld, van strijd en wanhoop, van genade en troost. Maar die paar regels laten ook veel onuitgesproken wat ik wel zou moeten weten om je echt te kunnen helpen. Ik zal je wat vragen terug stellen en ik zal proberen er wat bij te schrijven waardoor je zelf biddend je hart voor de Heere kunt openleggen. Zijn bevestiging van de vrede, is oneindig veel meer waard dan de bevestiging die wij elkaar als mensen kunnen geven.
De Heere heeft tot je gesproken, Hij gaf een belofte uit Zijn Woord. Je schrijft dat je nu vrede ervaart in het gebed. Mijn vraag zou zijn hoe dat was toen de Heere Zijn belofte gaf. Had je toen vrede? Kwam je toen in de verwondering dat de Heere naar zo’n zondares omzag? Als de Heere van vrede spreekt, dan is er vrede.
Als je hart toen met vrede vervuld is, hoe kan het dan dat je het als een belofte voor de toekomst zag? Of kwam dat omdat je toen geen echte vrede had? Of omdat je misschien een veel emotioneler ervaring had verwacht? En dus dacht: dit kan het nog niet zijn. Het kan heel goed dat we door een bepaald karakter, of door een bepaalde prediking, beelden in ons leven maken van hoe de Heere een mens verlost. We zien uit naar een grote emotionele ervaring. Misschien heb jij dat ook wel gedaan. Maar de Heere werkt altijd vrijmachtig. Zijn verlossing kán gepaard gaan met grote emotionele ervaringen aan onze kant. Maar emotie is niet het wezen van de verlossing. Als de Heere verlost dan geeft Hij de zondaar geloofsovergave, aan Hem als een volkomen God. Dat is de kern. Geloof, overgave, Christus omhelzen. De belangrijkste vraag is dus of die belofte van God bij jou geloofsovergave aan Christus gaf. Daar gaat het om!
Als dat er niet is, kan geen enkele emotionele ervaring je gerechtigheid voor God zijn. Maar als er geloofsovergave was op Zijn spreken, dan is het niet zo belangrijk met hoeveel emotie dat gepaard ging. Ds. Hellenbroek schrijft dat een zondaar "bedaard, vrijwillig, armoedig, gelovig, oprecht" overgaat in het genadeverbond. Kan het zijn dat je die belofte destijds als toekomstig hebt opgevat omdat de ervaring die je verwacht had uitbleef?
Ik wil eerlijk tegen je zijn, de belangrijkste vraag is: was er geloofsovergave aan Christus? Want als dat er niet was, dan was het geen spreken van de Heere. Hij spreekt nooit om rust te geven buiten Christus. De Heere twist net zo lang met de zondares totdat zij de toevlucht neemt en zich overgeeft aan Christus. Dat is altijd de vrucht van Zijn spreken. Dus als je je op Zijn spreken niet hebt overgegeven aan Christus, dan is de rust die je nu hebt valse rust. Maar als die overgave er was -ondanks dat jij dacht dat het niet genoeg was- dan heeft de Heere toen je zonden vergeven. Laat ik dat uitleggen.
Als ik goed begrijp wat je bedoelt, heb je toen met zekerheid gelooft dat de Heere vergeven kan, vergeven wil en dat Hij jou persoonlijk vergeven zal, alleen door de waardigheid van het bloed van Christus. Is dat wat je mocht omhelzen op grond van de belofte? Dat is het rechtvaardigend geloof.
Als de zondares verootmoedigd en leeg aan Zijn voeten ligt, als dat meisje niet meer weet hoe ze met God verzoend moet worden, stelt de Heere –in de belofte- Zijn Zoon voor tot een Verzoening (Rom.3:25a). En dat is zo'n heerlijk voorstel dat je alleen maar naar Hém wilt kijken, dat je Hem alleen maar omhelzen wilt door het geloof. En dat geeft de Heere dan ook: het geloof in Zijn bloed (Rom.3:25b). Dat geloof kijkt naar Hem, niet naar zichzelf, naar Hem alleen... en weet: die stervende Heiland –Die leeft!- kan en wil en zal ook mijn Verzoening zijn! Dat is een waar geloof, een geloof waardoor je voor God rechtvaardig bent. Daar ga je, ziende op Hem, bedaard, armoedig, gelovig over in het genadeverbond. Omdat je het voorstel tot verzoening –in de belofte- mocht omhelzen. Als die belofte komt dan ben je zo zeker... zo zeker... waarvan? Van Christus.
Maar dat ik op Hem zag en zeker van Hém was, betekent dat dan dat ik, ja ik, nu een kind van God ben? Betekent dat dan dat ik voor eeuwig bij Hem mag zijn, niet verloren ga? Dat zijn zulke grote dingen! Sommige gelovigen krijgen meteen zo'n helder zicht op Christus dat ze meteen weten: "Ja!, ik ben een kind van God, ik zal eeuwig bij Hem zijn!" Ze mogen meteen in de vrijheid staan en roemen in hun Heiland. Maar er zijn er ook die wel zeker zijn van Christus en daarom wel kunnen zingen, maar die toch niet hardop durven zeggen dat zij nu vrede bij God hebben. Dan is het eigenlijk niet opgelost, dan heb ik nog geen vrede in mijn hart. Er is wel geloof, wel zekerheid van en overgave aan Christus, maar nog onzekerheid over mezelf. Daarom moeten Gods dienaren verkondigen dat die in Hem gelooft, eeuwig leven heeft. Dat die in Hem gelooft, gerechtvaardigd is. Dat die in Hem gelooft, vrede bij God heeft. Dat moet verkondigd worden, omdat anders die mensen in het donker blijven zitten en in de onzekerheid. Dat moet verkondigd worden zodat het wordt opgelost in hun leven en ze in vrijheid gesteld worden. Dat moet verkondigd worden omdat die mensen moeten leren om in het geloof niet alleen tot Hem te vluchten, maar ook in Hem te roemen. Daarom moet in de prediking elke andere rustgrond worden afgekapt, zodat we alleen leren rusten op Christus. Zodat we het voorstel van de Heere omhelzen én daarin roemen!
Wat ik bedoel te zeggen, is dat het mogelijk is dat de Heere het heeft opgelost in je leven, dat Hij geloofsovergave gaf, dat je in het geloof Christus mocht omhelzen... maar dat je zelf dacht dat het nog niet genoeg was. En dan was er wel geloofsovergave op die belofte, maar kon je jezelf nog niet als kind van God zien. En dan komen de vragen: Hoe kan het dan dat ik nu vrede heb? Hoe kan het dan dat de banden van zonde nu gebroken lijken? Ja, omdat die in Hem gelooft, vrede bij God heeft. Omdat die in de Zoon gelooft, waarlijk vrijgemaakt is. "Die de Zoon heeft, heeft het leven, die de Zone Gods niet heeft, heeft het leven niet." Zo helder is het. Als je op Gods belofte Christus mocht omhelzen, heb je het leven. Maar als er alleen maar emoties waren zonder geloofsovergave, ben je nog in je zonden en is de vrede vals. Maar hoe het ook zij, zoek Zijn aangezicht! Vraag Hem om het op te lossen, om het te bevestigen. Ik hoop dat de dingen die ik schrijf wat voor je verhelderen. Onderzoek biddend je hart. Leg het allemaal voor de Heere open. En let op het Woord, totdat de Morgenster (opnieuw) opgaat in je hart!
Misschien is het nodig om nog een paar regels aan m'n antwoord toe te voegen, dat heb ik een beetje op m'n hart. Onthoud dat gevoel en geloof twee verschillende dingen zijn. Geloof rust op Gods beloften, ongeacht mijn gevoel. Als je geloof en gevoel verwart, kom je om van onzekerheid en kom je in het duister. Dan heb je om half negen geloof en om kwart voor negen niet meer. Dan heb je vandaag geen geloof en morgen weer wel. Maar dat is een onzeker leven! Dat is niet het bijbelse geloof. Hoe zou de Kananese vrouw zich gevoeld hebben toen de Heere Jezus haar vergeleek met een hond? Niet zo best, denk ik. En toch had deze vrouw een geloof waarover de Heere Jezus zich verwonderde. En lees dan eens Zondag 23 van de Heidelberger Catechismus. Daar is een man aan het woord die zich zo ellendig voelt, onbeschrijfelijk! Zijn geweten klaagt hem aan dat er niets van hem deugt. En het is nog waar ook, hij heeft tegen al Gods geboden gezondigd. En als hij naar binnen kijkt in zijn hart, weet hij dat hij nergens te goed voor is, dat hij voor niet één verleiding immuun is. Hoe zou die man zich voelen? Ellendig... met geen pen te beschrijven. En toch hoor ik hem zingen. Ja, hij zingt: "dat nochtans God, mij uit louter genade de volkomen gerechtigheid van Christus toerekent, als had ik nooit zonde gehad noch gedaan." Wat een lied! Hoe kan die man nu zingen? Omdat de Heere heeft gesproken! Omdat God hem een voorstel deed tot verzoening en hij bedaard, armoedig, gelovig dat voorstel mocht aannemen en Christus mocht omhelzen. Toen werd die man door God rechtvaardig verklaard. "Ik boog me en geloofde en mijn God sprak mij vrij."
Nu is die man jaren verder. De emotie van die eerste dag is weg. Veel zonden heeft hij sindsdien weer begaan, veel bestrijding kwam op hem af, het lijkt voor hemzelf niet beter te worden, integendeel... maar als hij door het geloof weer ziet op wat de Heere toen tegen hem zei... als hij door het geloof de belofte aangrijpt... laat dan het geweten en de duivel en heel de wereld daar maar tegenop komen. Want God heeft gesproken door het Woord... en "wie zal dan beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? God is het die rechtvaardig maakt!" Dat hebben we nodig, jij en ik, om levenslang te leren dat lied te zingen. Dat triomflied van het geloof. Dan heeft het spreken van God meer gewicht in ons leven dan het spreken van ons hart, ons gevoel, onze vijand. Dan kunnen we zingen: "Mijn God sprak me vrij... al is het dat mijn geweten mij aanklaagt... nochtans God... om Christus wil!" Ik hoop dat je dat lied mag zingen, en dat je daar nooit boven uit komt, dat je nooit beter wordt dan die man van Zondag 23. Want als er van ons niets meer deugt, dan deugt er nog maar Eén. Dan is er Eén heerlijk, Eén volmaakt, Eén dierbaar: Jezus... ja, Jezus alleen!
Ontvang een hartelijke groet van
Kand. R. J. Jansen
Dit artikel is beantwoord door
R. J. Jansen
- Geboortedatum:04-02-1987
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Scherpenisse
- Status:Inactief