Jehova's Getuige aan huis

Ds. A. van Wijk | Geen reacties | 30-04-2013| 10:47

Vraag

Vanavond had ik een Jehova's Getuige aan huis. We hadden een afspraak gemaakt. Toen hij voor het eerst langskwam had ik hem een document van ds. Pieters meegegeven waarvan ik een aantal exemplaren binnen handbereik heb liggen voor het geval zo iemand aan de deur komt. Wel heb ik meteen aangeboden dat hij welkom is om hierover met mij van gedachten te wisselen. Hij is geweest en we hadden een fijn gesprek. We hebben het niet eens gehad over de Godheid van Jezus, over het wel of niet bestaan van de hel, over de vele niet uitgekomen voorspellingen van de wederkomst. Waar we wel over kwamen te spreken is de leer van de verkiezing en de al dan niet vrije wil van een mens. Hier bleek wel een duidelijk verschil van opvatting te bestaan.

Het begon met de tekst uit 1 Petrus 1: 17: "En indien gij tot een Vader aanroept Dengene, Die zonder aanneming des persoons oordeelt naar eens iegelijks werk, zo wandelt in vreze den tijd uwer inwoning" (oftewel: bij God is geen aanneming des persoons, want dat zou in strijd zijn met Gods liefde/wezen). Vervolgens 2 Petrus 3:9: "De Heere vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid achten), maar is lankmoedig over ons, niet willende, dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen." Vraag: betreft dat alleen de uitverkorenen? Is dat dan niet in strijd met Gods liefde? God is toch "zonder aanneming des persoons"?

Vervolgens Jacobus 4:8: "Nader tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinigt de handen, gij zondaars, en zuivert de harten, gij dubbelhartigen!" Vraag: Wij leren toch ook dat God wil dat wij hem vrijwillig liefhebben? Waarom dan geen vrije wil? Waarom staat het hier niet net andersom: "Hij zal tot u naderen en nader gij dan tot God"? Zo leren wij dat toch? Zie Rom. 9:16: "Het is dan niet desgenen, die wil, noch desgenen, die loopt, maar des ontfermenden Gods."

Tenslotte Deuteronomium 30:19, 20: "Ik neem heden tegen ulieden tot getuigen den hemel en de aarde; het leven en den dood heb ik u voorgesteld, den zegen en den vloek! Kiest dan het leven, opdat gij levet, gij en uw zaad; Liefhebbende den HEERE, uw God, Zijner stem gehoorzaam zijnde, en Hem aanhangende; want Hij is uw leven en de lengte uwer dagen; opdat gij blijft in het land, dat de HEERE uw vaderen, Abraham, Izak en Jakob, gezworen heeft hun te zullen geven." Vraag: Leren wij niet hieruit dat de mens een keus moet maken waar dood en leven van afhangt? Leren wij hier niet uit dat God wil dat wij Hem vrijwillig liefhebben?

Grote vraag is en blijft: Als er bij God geen willekeur is en geen aanneming des persoons, en als God wil dat wij Hem vrijwillig liefhebben en dat God liefde is die niet wil dat er ook maar één iemand verloren gaat, hoe kunnen wij dat dan in overeenstemming brengen met de leer van de verkiezing van eeuwigheid en de "knechtelijke wil", zoals Luther dat leert? God is eenvoudig, oftewel er is in God toch niets tegenstrijdigs?


Antwoord

Beste jongere,

Heel wat komt aan de orde. Het is goed om met anderen te spreken over het Woord. Tegelijk is het verstandig, gesprekken met andersdenkenden goed voor te bereiden en als het nodig is ze zo te voeren, dat je voor een volgende ronde bezinningstijd en gebedstijd hebt. Anders wordt het onontwarbare kluwen. Ik zal proberen van het vele dat je noemt één en ander langs te gaan.

"Geen aanzien des persoons", betekent dat er geen verdiensten of eigenschappen zijn die recht op Gods genade geven, niet dat God niet de ene persoon mag uitkiezen en verwerpen, die overigens wegens eigen zondigheid en zonden verloren gaat.

Als het gaat over "alle" is soms wel uitgelegd als "allerlei mensen", in de uitleg van 1 Timotheüs 2:4. In 2 Petrus 3:9 is het "alle" in "Welke (nl. God) wil dat alle mensen zalig worden", soms uitgelegd als "alle uitverkorenen" (Kanttekeningen op de Statenvertaling) of soms als Gods nodiging die tot allen die haar horen uitgaat (Calvijn, volgens P. H. R. van Houwelingen).

Het voert mij te ver om daar een keus in te maken, maar ik maak er twee opmerkingen bij: 1. Het heeft te maken met Gods geduld en de redding en laten wij en anderen de ruimte daarin gebruiken! 2. Om er uit te concluderen dat er geen verkiezing zou zijn is strijdig met wat Petrus zelf leert in 1 Petrus 2:8 (slot), en met wat Romeinen 9 naar voren brengt, trouwens ook in Romeinen 8:28-30. Gods bevel tot geloof veronderstelt geen vrije wil. Aan de opdracht gehoor geven vindt altijd plaats dankzij Gods werk.

Waarom niet: "Ik nader tot u?" Zo is het wel als je het beschrijft, maar er is meer. Romeinen 9:16 wijst er op waar het vandaan komt, als je gered wordt, maar is een beschrijving. Er is niet alles mee gezegd. Gods realiseert Zijn werk mede via het bevel tot geloof. Het is dus zeker waar dat een mens een goede keuze moet doen, en dan leert: Ik heb die door genade van God gedaan! Zijn Geest maakte mij gewillig! Het is een beperkt beeld, maar stel dat ik op een waarschuwing remde en zo een ongeval ontging, kun je zeggen: God gaf dat iemand mij waarschuwde en Hij gaf dat ik remde, en Hij spaarde mij. Zonder Hem was dat niet gebeurd. Je kunt ook zeggen: Ik werd gewaarschuwd, hoorde naar de waarschuwing en remde, ik was daarop gewezen, en deed het. Daar zie ik Gods hand in. Het zou dwaas zijn een waarschuwing van een betrouwbaar persoon te negeren en je verantwoordelijkheid te negeren, omdat je wacht of God je wil behoeden.

De Heere werkt middelijk, al kun je Zijn werk niet uit de  middelen verklaren. Wie die goede keus doet, heeft God vrijwillig lief, want dan heeft God de wil veranderd. Er is in God niet iets tegenstrijdigs: Hij behoudt wie Hij wil, zij komen op de nodiging en zij worden gered. Hij verwerpt wie Hij wil, ze geloven niet in Zijn Zoon.

Wat anders is, dat het ons niet gegeven is God voor de rechtbank van ons verstand of gevoel te dagen. Laat wij komen, omdat Hij ons en anderen nodigt, we mogen weten dat wie tot Hem komt redding vindt, laten we dan niet redeneren, want waarom God Jakob verkoos en Ezau verwierp is een verborgenheid die voor Hem is. Laten we Hem wel alle eer geven als we op Zijn heilstem gingen horen, want zonder Zijn werk was er geen prijs betaald, en geen geloof gekomen!

Zelf heb ik over één en ander veel gehad aan het boekje "De roeping, een reformatorische bezinning" door drs. K. Exalto.
 
Ds. A. van Wijk

Lees meer artikelen over:

Jehovah's Getuigenvrije wil
Dit artikel is beantwoord door

Ds. A. van Wijk

  • Geboortedatum:
    10-02-1960
  • Kerkelijke gezindte:
    Hersteld Hervormd
  • Woon/standplaats:
    Herkingen
  • Status:
    Inactief
22 artikelen

Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Geen reacties
Je kunt niet (meer) reageren op dit bericht. De reactiemogelijkheid is niet geactiveerd of de uiterste reactietermijn van 1 maand is verstreken.

Terug in de tijd

Geen fysieke aantrekkingskracht

Graag wil ik advies over het volgende. Ik ben een vrijgezelle vrouw van begin dertig en heb nu twee keer uitgebreid afgesproken met een man die ik via internet heb leren kennen. Deze contacten zijn ze...
3 reacties
30-04-2015

Afweersysteem na de zondeval

Vooraf wil ik zeggen dat ik van harte geloof dat God alles geschapen heeft. Dat zie ik als ik door de natuur loop (wat ik graag doe), of bijvoorbeeld fotografeer. Dan geloof ik dat dit niet zomaar toe...
Geen reacties
30-04-2021

"U die hoort, zal meer toegelegd worden"

Markus 4:24: "Met wat maat gij meet zal u gemeten worden, en u die hoort, zal meer toegelegd worden." Wat bedoelt men hier mee? (vooral met: "en u die hoort, zal meer toegelegd worden")
Geen reacties
30-04-2011
website-ontwikkeling door webdevelopment by Accendis
design website door design website by Mooimerk
hosting website door hosting website by STH Automatisering