Tegenslag door de zonden van ouders
prof. dr. M.J. Paul | 3 reacties | 24-04-2013| 10:39
Vraag
Aan dr. M. J. Paul. Na ons huwelijk hebben we al heel wat geworsteld met zonden, ziekten en zorgen. Nu heeft iemand tegen ons gezegd dat mijn echtgenoot bevrijding nodig heeft. Zelf denk ik, dat ik het ook nodig heb. Wij worstelen allebei met bepaalde zondige gewoonten. Nu vraag ik me af hoe dit dan vorm moet krijgen. We kunnen toch 'gewoon' onze zonden voor God belijden en Hem om bevrijding vragen? Of moeten we eerst -zoals Wilkin van de Kamp dat beschrijft (o.a. in: "Kan een christen gebonden zijn"?)- eerst 15 bladzijden met vragen beantwoorden? Dat we eerst uit gaan diepen over wat wij en onze (voor)ouders allemaal gedacht, gedaan en meegemaakt hebben? Pas sprak ik een kennis; bij hen lijkt vaak alles steeds tegen te zitten. Toch ervaren ze steeds weer dat God helpt en zorgt. Zij zijn ook met bovenstaande vragen bezig. Zij denken dat het te maken heeft met hun verleden dat er zulke dingen gebeuren. Zij begon ook over wat er staat in de Tien Geboden, dat de zonden van de vaderen worden bezocht aan de kinderen (zelf geloof ik ook dat de kinderen de gevolgen van de zonden van de ouders ervaren; dat zie je gewoon gebeuren!). Maar wat ik hierin mooi en moeilijk vind, is dat God barmhartigheid doet aan duizenden van hen die Hem liefhebben en Zijn geboden onderhouden. Dit geeft hoop! Deze kennissen en ook wij mogen, door genade toch horen bij hen die God liefhebben! Hoe zit dit dan dat de zonden van de ouders doorwerken naar de kinderen en tegelijk dat Hij barmhartigheid geeft als zij Hem liefhebben? Als wij nu bij God horen, hebben wij dan nu nog last van tegenslag door de zonden van onze ouders?
Antwoord
Beste vraagsteller,
U stelt een moeilijk probleem aan de orde. Bij de eerste zinnen vraag ik mij af: iemand heeft gezegd dat uw echtgenoot bevrijding nodig heeft. Op grond waarvan is dit genoemd? En wat voor soort bevrijding betreft dit?
Inderdaad kunt u beiden zelf om vergeving vragen en daarna ook om bevrijding. Ik noem deze twee zaken expres apart, omdat veel christenen ze verwarren. Op grond van wat u schrijft in de laatste regels neem ik aan dat u bij God hoort en weet wat vergeving in meer algemene zin is. Bij het gebed om bevrijding zal die in heel wat gevallen ervaren worden. Toch is dat niet altijd concreet het geval en kan het wenselijk zijn dat er begeleiding plaats vindt. Diverse organisaties gebruiken vragenlijsten en ik weet dat dit soms ontmoedigend werkt. De bedoeling is echter positief: denk eens na over de terreinen waar schuld ligt, want velen zien bepaalde terreinen over het hoofd omdat ze er nooit over nadenken of niet weten dat daar problemen liggen.
Moeten wij alles uitzoeken van ons voorgeslacht? Nee, dat is niet nodig. Wel is van belang dat de zaken die bekend zijn, genoemd worden. Bijv.: "een grootvader deed aan…, of moeder deed… toen ik jong was."
De relatie met het voorgeslacht is ingewikkeld. De Tien Geboden geven vooral een waarschuwing vooraf: Pas op dat u niet zondigt, want de consequenties kunnen ook de kinderen en kleinkinderen treffen. U noemt dat zelf "de gevolgen ervaren." Dit is niet hetzelfde als schuldig zijn en gestraft worden. Zie ook Ezechiël 18 over de persoonlijke verantwoordelijkheid. We kunnen ons niet achter de schuld van vorige generaties verschuilen, maar iedere generatie komt zelf voor keuzes te staan. Tegenover de bedreiging dat de zonden van de daders doorwerken in de geslachten, staat ook de rijke belofte dat Gods zegeningen een nog veel grotere doorwerking hebben.
Een voorbeeld uit de Bijbel kan dit verduidelijken, maar laat ook zien dat negatieve en positieve zaken door elkaar kunnen lopen. Levi zondigt (Gen. 34), waardoor hij en zijn geslacht als veroordeling te horen krijgen "Ik zal hen verdelen over Jakob en het verspreiden in Israël" (Gen. 49:5-7). Wanneer later de stam Levi goed handelt (Ex. 32), wordt het oordeel omgebogen in een zegen en mogen de Levieten de speciale dienaren van God worden, waarbij ze verspreid door het land wonen (Deut. 33:8-11). De eerste uitspraak is niet ongedaan gemaakt, maar gewijzigd in een zegen.
Een volgend punt waarop wij moeten letten is dat de bepalingen voor Israël in het Oude Testament niet precies hetzelfde doorwerken in het Nieuwe Testament. In de tijd van het OT lag er veel nadruk op de uiterlijke zichtbaarheid van de zegeningen, in het NT zijn de christenen gewoonlijk een minderheid en krijgen zij te maken met vervolging en lijden. Het is daarmee moeilijk om een direct verband te zien tussen wat wij meemaken en de oorzaken. Het is van belang om dit in het gebed bij God te brengen, zodat wij geestelijk inzicht ontvangen over onze omstandigheden.
Een volgend punt. Het is mogelijk dat ouders kinderen van God zijn en vergeving van zonden hebben ontvangen. Toch zondigen zij "niet goedkoop." Het is mogelijk dat hun zonden een invalspoort vormen voor satan. Satan heeft geen recht op hen, want ze horen bij Christus. En toch kan het zondigen zorgen voor openingen waar satan gebruik van maakt om te bestrijden en aan te vallen. De vurige pijlen van de Boze gaan niet automatisch langs ons heen, maar het is nodig de geestelijke wapenrusting van Efeze 6 aan te trekken. Als ouders of grootouders zondigen op het gebied van het occulte, is de ervaring dat kinderen of kleinkinderen daarvan de gevolgen kunnen ondervinden. In dat geval is het van belang dit in gebed te noemen, en te vragen om vergeving en bevrijding.
U schrijft over het worstelen met zondige gewoonten. Ik weet niet welke dat zijn en van welke aard. Er kunnen allerlei factoren zijn waardoor dit het geval is (opvoeding, karakter, omgeving, verleidingen, psychische factoren). Afhankelijk van de oorzaak en de aard van de gewoonten kan het verstandig zijn hulp te zoeken.
De gestelde vragen bestrijken een breed terrein. Ik stel verschillende aspecten aan de orde, zodat u en de andere lezers niet te snel in slechts één richting denken.
Het bevrijdingspastoraat werkt als het goed is met een brede benadering, waarbij niet slechts gebeden wordt over "het probleem", maar de relatie met God en het gehele geestelijke leven aan de orde gesteld worden. Dit alles gebeurt in het besef van eigen zwakheid, maar ook in het besef van de opstandingskracht van de Heiland. Zijn kracht wordt in onze zwakheid volbracht. Door Zijn Geest vernieuwt en verandert Hij mensen! (vgl. Rom. 7:24-25).
Prof. dr. M. J. Paul
Dit artikel is beantwoord door
prof. dr. M.J. Paul
- Geboortedatum:13-03-1955
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Oegstgeest
- Status:Actief
Bijzonderheden:
-Eindredacteur Studiebijbel OT
-Senior docent Oude Testament (CHE)
-Deeltijd hoogleraar OT te Leuven (B)
-Directeur-bestuurder THGB
Bekijk ook:
Dit panellid heeft meerdere artikelen geschreven
Ook het boek geboren om vrij te zijn, of de preken serie de 7 wonderen van het kruis is zeker de moeite waard om te lezen te luisteren.
Wat zonde van voorouders betreft zie je wel vaak in de lijn als er incest was of misbruik, scheiding dat dit idd wel ook in het volgende geslacht zo is, vaak hoor je ook dat mensen iemand misbruiken, zelf ook misbruikt zijn.
Heb zelf ook ervaren dat onbeleden zonde, door de duivel gebruikt worden om je leven verder kapot te maken, beleid ze aan God.
Be blessed,
Maar om die link er onder te zetten vind ik te ver gaan hier in wordt iemand in een kwaad daglicht gesteld, je moet dit ZELF kunnen beoordelen, en niet afgaan op wat iemand anders over in dit geval Wilkin vind.
blessings
15 … gij zult in vrede tot uw vaderen gaan; gij zult in hoge ouderdom begraven worden. 16 HET VIERDE GESLACHT echter zal hierheen wederkeren, WANT EERDER IS DE MAAT DER ONGERECHTIGHEID (‘avon’ = verdorvenheid) DER AMORIETEN NIET VOL.
Genesis 15
M.a.w. toen het volk Israël het beloofde land binnentrok, voltrok God een gericht aan de inwoners van het land. Niet vanwege de verdorvenheid van hun voorgeslacht, maar omdat ze bleven volharden in de verdorvenheid van hun voorgeslacht. Pas bij de vierde generatie mocht Israël het land ontruimen. Niet eerder. Hetgeen demonstreert hoe traag God is in het voltrekken van zijn vonnis. Gericht oefenen is vreemd werk voor Hem en ook nooit een doel op zich.
Want als Hij bedroefd heeft, ontfermt Hij Zich naar de grootheid van zijn gunstbewijzen. Immers niet van harte verdrukt en bedroeft Hij de mensenkinderen.
Klaagliederen 3:32,33
Exodus 20:5 is geen blijk van Gods wraakzucht maar juist van zijn geduld!