Het is niet al Israël
Ds. J.J. Tigchelaar | Geen reacties | 24-04-2013| 08:27
Vraag
Vandaag ben ik een zoektocht begonnen naar waar de uitspraak "het is niet al Israël wat Israël genaamd wordt", op gebaseerd wordt. Juist omdat deze uitspraak toch vaak wordt gebruikt, wil ik weleens weten of deze wel bijbels is. In eerste instantie dacht ik dat het om een bijbeltekst ging (wordt mijns inziens wel op zo'n manier gezegd tijdens preken). Dit liep echter al snel uit op een dood spoor. Blijkbaar is het een uitspraak die op een bijbeltekst/gedeelte gebaseerd is. Wat bij mij als vraag dan overblijft, welk bijbelgedeelte? Naar mijn idee wordt deze uitspraak te pas en te onpas gebruikt. En ik vraag me ook af of mensen wel begrijpen wat er mee bedoeld wordt.
Antwoord
Ik weet niet of deze uitspraak te pas of te onpas gebruikt wordt en of mensen de bedoeling begrijpen. Maar de uitspraak berust wel degelijk op een tekst uit de Bijbel. Zie Paulus' brief aan de Romeinen, hoofdstuk 9, vers 6. Wel is waar dat het woord "genaamd" daar niet letterlijk door Paulus gebruikt wordt, maar als verklaring is het niet onjuist. Letterlijk schreef Paulus: "het is niet zo dat allen uit Israël dezen Israël (of Israëlieten) zijn." De Statenvertaling heeft de volgorde in deze zin omgedraaid.
De Groot Nieuws Bijbel parafraseert hier: "Want niet allen die tot het volk Israël behoren zijn ook werkelijk Israëlieten." En de Zuid-Afrikaanse vertaling geeft het als volgt weer: "Immers nie almal wat van Israël afstam, is werklik Israël nie."
In de Korte Verklaring wordt deze vertaling gegeven: "Want niet allen, die uit Israël geboren worden, zijn Israël."
Calvijn geeft als commentaar: "Zegt hij (Paulus), dat niet allen Israëlieten zijn, die uit Israël zijn... hierin is een twijfelachtige wijze van spreken. Want in het eerste deel vervat hij het ganse geslacht; in het ander, betekent hij de rechte kinderen alleen, te weten die niet ontaarden." En verder schrijft Calvijn: "Waaruit volgt, dat uit het uitverkoren volk zekere mensen door een bijzonder privilege uitverkoren worden, waarin de algemene aanneming krachtig en vast is." De betekenis is dat het simpele feit dat als iemand op kracht van geboorte een Israëliet is (een nazaat van Abraham) hij of zij niet ook automatisch alle voorrechten daarvan geniet. Hij of zij kan namelijk ongehoorzaam zijn, ontaardt of onverschillig, etc.
Ook elders heeft Paulus in deze zin over Israël geschreven. Evenzo is het gedoopt zijn van een kerklid, of lidmaat zijn, niet automatisch een bewijs dat hij of zij een christen of christin is in de werkelijke betekenis van het woord. Onze vaderen zeiden dat ook wel zo: "Genade is geen erfgoed." Maar God handelt wel in de lijn van de geslachten. Het is een zegen Godvrezende ouders te hebben of op te groeien in een christelijke omgeving, maar dat ontslaat niet van de plicht tot persoonlijke bekering en geloof.
Juist wanneer iemand de voorrechten geniet van leven onder en met Gods Woord, mag dat niet verleiden tot hoogmoed en gemakzucht, dat het automatisch wel goed zal komen in ons leven. Dat gold en geldt Israël en evenzeer ons. Het is goed dat dat te pas aan kerkmensen wordt gezegd, zodat wij en zij het begrijpen.
Ds. J. J. Tigchelaar
Dit artikel is beantwoord door
Ds. J.J. Tigchelaar
- Geboortedatum:05-12-1931
- Kerkelijke gezindte:PKN (Hervormd)
- Woon/standplaats:Putten
- Status:Actief
Bijzonderheden:
Emeritus predikant en adviseur predikantenopleiding Church of Central Africa